Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 april 2020 in de zaken tussen
[eiseres] , te [plaats] , eiseres,
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Tijdens mijn inspectie bevond ik mij om 08.20 uur in de panklaarafdeling op keurbordes 1 van [de slachterij] Ik bevond mij op het keurbordes voor de PM-screening van de kuikens afkomstig uit hok 6 van mester “ [eiseres] “. Bij controle van de door het slachthuis op het keurbordes vermelde gegevens (zie wisseltijden op de foto’s 1 en 2 in de bijlage) betreffende de koppelwisseltijden, bleek dat de kuikens die op dat moment aan de betreffende slachtlijn werden geslacht, daadwerkelijk van dit koppel afkomstig waren. Ik zag veel dieren met letsel, waarop ik besloot om een vangletselcontrole uit te voeren. Ik heb geteld volgens de instructie van de NVWA; Bijlage 2 bij WLZVL - 030 NVWA: bijlage bij registratieformulier letseltelling pluimvee-slachthuis. Ik zag om 08.30 uur tijdens mijn eerste vangletselcontrole van 2 minuten van het koppel kuikens uit hok 6 van mester “ [eiseres] ” 13 karkassen met een open luxatie van het ellebooggewricht in combinatie met een bloeding rondom het geluxeerde ellebooggewricht over een lengte van minimaal 3 centimeter (eerste steekproef zie foto 1 in de bijlage). Bij een bandsnelheid van 7500 per uur zag ik dus 250 kuikens voorbij komen en is er dus sprake van 5,2 % vangletsel. Bloedingen van deze aard zijn in de laatste 6 uur voorafgaande aan het doden van de dieren ontstaan door het ruw vangen van de dieren op stal. Ik zag om 8.37 uur tijdens mijn tweede vangletselcontrole van 2 minuten van het koppel kuikens uit hok 6 van mester “ [eiseres] ” 14 karkassen met een open luxatie van het ellebooggewricht in combinatie met een bloeding rondom het geluxeerde ellebooggewricht over een lengte van minimaal 3 centimeter (tweede steekproef zie foto 2 in de bijlage). Bij een bandsnelheid van 7500 per uur zag ik dus 250 kuikens voorbij komen en is er dus sprake van 5,6 % vangletsel. Bloedingen van deze aard zijn in de laatste 6 uur voorafgaande aan het doden van de dieren ontstaan door het ruw vangen van de dieren op stal. In totaal heb ik van bovengenoemd koppel 2 tellingscontroles naar vangletsel uitgevoerd. Uit deze 2 tellingen kwam een gemiddelde score van 5,4 % vangletsels bestaande uit ernstige tot zeer ernstige bloedingen aan voornamelijk de vleugels, sommigen vergezeld met luxaties. Het personeel van de vangploeg voerde zijn werkzaamheden niet op zodanige wijze uit dat de dieren letsel en lijden bespaard bleef en dat hun veiligheid wasgegarandeerd, want ik stelde tijdens mijn inspectie op het pluimveeslachthuis bij de postmortem-keuring vast dat veel karkassen van deze koppel ernstig tot zeer ernstig letsel vertoonden, welke naar mijn deskundige mening als dierenarts ontstaan zijn tijdens het vangen van de dieren. De houder van het pluimvee op de plaats van vertrek zorgde er niet voor dat de voorschriften met betrekking tot het behandelen van de dieren nageleefd werden, omdat door het vangen onnodige pijn of onnodig lijden bij de dieren is veroorzaakt.”
Tijdens mijn inspectie bevond ik mij om 13.20 uur in de panklaarafdeling op keurbordes 1 van [de slachterij] Ik bevond mij op het keurbordes voor de PM-screening van de kuikens afkomstig uit hok 2 van mester “ [eiseres] ”. Bij controle van de door het slachthuis op het keurbordes vermelde gegevens (zie wisseltijden op de foto’s 1 en 4 in de bijlage) betreffende de koppelwisseltijden, bleek dat de kuikens die op dat moment aan de betreffende slachtlijn werden geslacht, daadwerkelijk van dit koppel afkomstig waren. Ik zag veel dieren met letsel, waarop ik besloot om een vangletselcontrole uit te voeren. Ik heb geteld volgens de instructie van de NVWA; Bijlage 2 bij WLZVL - 030 NVWA: bijlage bij registratieformulier letseltelling pluimvee-slachthuis Ik zag om 13.30 uur tijdens mijn eerste vangletselcontrole van 2 minuten van het koppel kuikens uit hok 2 van mester “ [eiseres] ” 9 karkassen met een open luxatie van het ellebooggewricht in combinatie met een bloeding rondom het geluxeerde ellebooggewricht over een lengte van minimaal 3 centimeter (eerste steekproef zie foto 1 in de bijlage). Bij een bandsnelheid van 7500 per uur zag ik dus 250 kuikens voorbij komen en is er dus sprake van 3,6 % vangletsel. Bloedingen van deze aard zijn in de laatste 6 uur voorafgaande aan het doden van de dieren ontstaan door het ruw vangen van de dieren op stal. Ik zag om 13.40 uur tijdens mijn tweede vangletselcontrole van 2 minuten van het koppel kuikens uit hok 2 van mester “ [eiseres] ” 10 karkassen met een open luxatie van het ellebooggewricht in combinatie met een bloeding rondom het geluxeerde ellebooggewricht over een lengte van minimaal 3 centimeter en 6 karkassen met een gesloten luxatie van het ellebooggewricht in combinatie met een bloeding rondom het geluxeerde ellebooggewricht over een lengte van minimaal 3 centimeter (tweede steekproef zie foto 2 in de bijlage). Ik zag tijdens de tweede steekproef 1 karkas met een uitgebreide onderhuidse bloeding over de gehele rechter borstspier. Bij een bandsnelheid van 7500 per uur zag ik dus 250 kuikens voorbij komen en is er dus sprake van 6,8 % vangletsel. Bloedingen van deze aard zijn in de laatste 6 uur voorafgaande aan het doden van de dieren ontstaan door het ruw vangen van de dieren op stal. In totaal heb ik van bovengenoemd koppel 2 tellingscontroles naar vangletsel uitgevoerd. Uit deze 2 tellingen kwam een gemiddelde score van 5,2 % vangletsels, aan voornamelijk de vleugels, maar ook aan de borst, bestaande uit ernstige tot zeer ernstige bloedingen, sommigen vergezeld met luxaties.Het personeel van de vangploeg voerde zijn werkzaamheden niet op zodanige wijze uit dat de dieren letsel en lijden bespaard bleef en dat hun veiligheid was gegarandeerd, want ik stelde tijdens mijn inspectie op het pluimveeslachthuis bij de postmortem-keuring vast dat veel karkassen van deze koppel ernstig tot zeer ernstig letsel vertoonden, welke naar mijn deskundige mening als dierenarts ontstaan zijn tijdens het vangen van de dieren. De houder van het pluimvee op de plaats van vertrek zorgde er niet voor dat de voorschriften met betrekking tot het behandelen van de dieren nageleefd werden, omdat door het vangen onnodige pijn of onnodig lijden bij de dieren is veroorzaakt.”
Tijdens mijn inspectie bevond ik mij om 12.15 uur in de panklaarafdeling op keurbordes 1 van [de slachterij] Ik bevond mij op het keurbordes voor de PM-screening van de kuikens afkomstig uit hok 2 van mester “ [eiseres] ”. Bij controle van de door het slachthuis op het keurbordes vermelde gegevens betreffende de koppelwisseltijden (zie wisseltijden op de foto’s 1 en 2 in de bijlage), bleek dat de kuikens die op dat moment aan de betreffende slachtlijn werden geslacht, daadwerkelijk van dit koppel afkomstig waren. Ik zag veel dieren met letsel, waarop ik besloot om een vangletselcontrole uit te voeren. Ik heb geteld volgens de instructie van de NVWA; Bijlage 2 bij WLZVL - 030 NVWA: bijlage bij registratieformulier letseltelling pluimvee-slachthuis. Ik zag om 12.20 uur tijdens mijn eerste vangletselcontrole van 2 minuten van het koppel kuikens uit hok 2 van mester “ [eiseres] ” 10 karkassen met een open luxatie van het ellebooggewricht in combinatie met een bloeding rondom het geluxeerde ellebooggewricht over een lengte van minimaal 3 centimeter en 1 karkas met een gesloten luxatie van het ellebooggewricht in combinatie met een bloeding rondom het geluxeerde ellebooggewricht over een lengte van minimaal 3 centimeter (eerste steekproef zie foto 1 in de bijlage). Bij een bandsnelheid van 7500 per uur zag ik dus 250 kuikens voorbij komen en is er dus sprake van 4,4 0/0 vangletsel. Bloedingen van deze aard zijn in de laatste 6 uur voorafgaande aan het doden van de dieren ontstaan door het ruw vangen van de dieren op stal. Ik zag om 12.25 uur tijdens mijn tweede vangletselcontrole van 2 minuten van het koppel kuikens uit hok 2 van mester “ [eiseres] ” 12 karkassen met een open luxatie van het ellebooggewricht in combinatie met een bloeding rondom het geluxeerde ellebooggewricht over een lengte van minimaal 3 centimeter en 3 karkassen met een gesloten luxatie van het ellebooggewricht in combinatie met een bloeding rondom het geluxeerde ellebooggewricht over een lengte van minimaal 3 centimeter (tweede steekproef zie foto 2 in de bijlage). Bij een bandsnelheid van 7500 per uur zag ik dus 250 kuikens voorbij komen en is er dus sprake van 6,0 % vangletsel. Bloedingen van deze aard zijn in de laatste 6 uur voorafgaande aan het doden van de dieren ontstaan door het ruw vangen vande dieren op stal. In totaal heb ik van bovengenoemd koppel 2 tellingscontroles naar vangletsel uitgevoerd. Uit deze 2 tellingen kwam een gemiddelde score van 5,2 %vangletsels aan voornamelijk de vleugels, bestaande uit ernstige tot zeer ernstigebloedingen, sommigen vergezeld met luxaties. Het personeel van de vangploeg voerde zijn werkzaamheden niet op zodanige wijze uit dat de dieren letsel en lijden bespaard bleef en dat hun veiligheid was gegarandeerd, want ik stelde tijdens mijn inspectie op het pluimveeslachthuis bij de postmortem-keuring vast dat veel karkassen van deze koppel ernstig tot zeer ernstig letsel vertoonden, welke naar mijn deskundige mening als dierenartsontstaan zijn tijdens het vangen van de dieren. De houder van het pluimvee op de plaats van vertrek zorgde er niet voor dat de voorschriften met betrekking tot het behandelen van de dieren nageleefd werden, omdat door het vangen onnodige pijn of onnodig lijden bij de dieren is veroorzaakt.”
Tijdens mijn inspectie bevond ik mij om 13.30 uur in de panklaar afdeling van “ [de slachterij] Ik bevond mij aan lijn 2 in de buurt van het keurbordes van de voorselectie voor de PM-screening van de kuikens afkomstig uit hok 1 van mester “ [eiseres] ”. Bij controle van de door het slachthuis op het keurbordes vermelde gegevens betreffende de koppelwisseltijden, bleek dat de kuikens die op dat moment aan de betreffende slachtlijn werden geslacht, daadwerkelijk van dit koppel afkomstig waren. Ik zag karkassen met letsel, waarop ik besloot om een vangletselcontrole uit te voeren. Ik heb geteld volgens de instructie van de NVWA; Bijlage 2 bij WLZVL - 030 NVWA: bijlage bij registratieformulier letseltelling pluimvee-slachthuis. Ik zag om 13:37 uur tijdens mijn eerste vangletselcontrolecontrole van 2 minuten van de kuikens uit hok 1 van mester “ [eiseres] ” 8 karkassen met open en gesloten verwondingen met onderhuidse uitgebreide bloeding (hematomen) op de vleugels, de onderbenen een en op de borstzijde. Bij een bandsnelheid van 7500 per uur zag ik dus 250 kuikens voorbij komen en is er dus sprake van 3,2% vangletsel. Bloedingen van deze aard zijn in de laatste 6 uur voorafgaande aan het doden van de dieren ontstaan door het ruw vangen van de dieren op stal. Ik zag om 13:40 uur tijdens mijn tweede vangletselcontrole van 2 minuten van het koppel kuikens uit hok 2 van mester “ [eiseres] ” 8 karkassen met open en gesloten verwondingen met onderhuidse uitgebreide bloeding op de vleugels, de onderbenen een en op de borstzijde. Bij een bandsnelheid van 7500 per uur zag ik dus 250 kuikens voorbij komen en is er dus sprake van 3,2% vangletsel. Bloedingen van deze aard zijn in de laatste 6 uur voorafgaande aan het doden van de dieren ontstaan door het ruw vangen vande dieren op stal. In totaal heb ik van bovengenoemd koppel 2 tellingscontroles naar vangletsel uitgevoerd. Uit deze 2 tellingen kwam een gemiddelde score van 3,2 %vangletsels bestaande uit ernstige bloedingen en open botbreuken.
Tijdens mijn inspectie bevond ik mij om 12.25 uur in de panklaar afdeling op keurbordes 1 van [de slachterij] Ik bevond mij op het keurbordes voor de PM-screening van de kuikens afkomstig uit hok 1 van mester “ [eiseres] ”. Bij controle van de door het slachthuis op het keurbordes vermeldde gegevens (zie wisseltijden op de foto’s 1 en 4 in de bijlage) betreffende de koppelwisseltijden, bleek dat de kuikens die op dat moment aan de betreffende slachtlijn werden geslacht, daadwerkelijk van dit koppel afkomstig waren. Ik zag veel dieren met letsel, waarop ik besloot om een vangletselcontrole uit te voeren. Ik heb geteld volgens de instructie van de NVWA; Bijlage 2 bij WLZVL - 030 NVWA: bijlage bij registratieformulier letseltelling pluimvee slachthuis. Ik zag om 12.30 uur tijdens mijn eerste vangletselcontrolecontrole van 2 minuten van het koppel kuikens uit hok 1 van mester “ [eiseres] ” 16 karkassen met een open luxatie van het ellebooggewricht in combinatie met een bloeding rondom het geluxeerde ellebooggewricht over een lengte van minimaal 3 centimeter (eerste steekproef zie foto 1 in de bijlage ) en 1 karkas met een grote bloeding rondom het linker schoudergewricht, doorlopend tot in de borstspier over een lengte van meer dan 3 centimeter (eerste steekproef zie foto 2 in de bijlage). Bij een bandsnelheid van 7500 per uur zag ik dus 250 kuikens voorbij komen en is er dus sprake van 6,8 % vangletsel. Bloedingen van deze aard zijn in de laatste 6 uur voorafgaande aan het doden van de dieren ontstaan door het ruw vangen van de dieren op stal door een vangmachine. Ik zag om 12.35 uur tijdens mijn tweede vangletselcontrole van 2 minuten van het koppel kuikens uit hok 1 van mester “ [eiseres] ” 12 karkassen met een open luxatie van het ellebooggewricht in combinatie met een bloeding rondom het geluxeerde ellebooggewricht over een lengte van minimaal 3 centimeter en ik zag 2 karkassen met een gesloten luxatie van het ellebooggewricht in combinatie met een bloeding rondom het geluxeerde ellebooggewricht over een lengte van minimaal 3 centimeter (tweede steekproef zie foto 3 in de bijlage). Ook zag ik 1 karkas met een grote bloeding rondom het rechter schoudergewricht, doorlopend tot in de borstspier over een lengte van meer dan 3 centimeter (tweede steekproef zie foto 4 in de bijlage ). Bij een bandsnelheid van 7500 per uur zag ik dus 250 kuikens voorbij komen en is er dus sprake van 6,0 % vangletsel. Bloedingen van deze aard zijn in de laatste 6 uur voorafgaande aan het doden van de dieren ontstaan door het ruw vangen van de dieren op stal door een vangmachine. In totaal heb ik van bovengenoemd koppel 2 tellingscontroles naar vangletsel uitgevoerd. Uit deze 2 tellingen kwam een gemiddelde score van 6,4 % vangletsels bestaande uit ernstige tot zeer ernstige bloedingen, sommigen vergezeld met luxaties. De werkzaamheden op het bedrijf van herkomst werden niet op zodanige wijze uitgevoerd dat de dieren letsel en lijden bespaard bleef en dat hun veiligheid was gegarandeerd, want ik stelde tijdens mijn inspectie op het pluimveeslachthuis bij de postmortem-keuring vast dat veel karkassen van deze koppel ernstig tot zeer ernstig letsel vertoonden, welke naar mijn deskundige mening als dierenarts ontstaan zijn tijdens het vangen van de dieren door een vangmachine. De houder van het pluimvee op de plaats van vertrek zorgde er niet voor dat de voorschriften met betrekking tot het behandelen van de dieren nageleefd werden, omdat door het vangen onnodige pijn of onnodig lijden bij de dieren is veroorzaakt.”
Tijdens mijn inspectie bevond ik mij om 9.50 uur in de panklaarafdeling op keurbordes 1van [de slachterij] Ik bevond mij op het keurbordes voor de PM-screening van de kuikens afkomstig uit hok 3 van mester “ [eiseres] ”. Bij controle van de door het slachthuis op het keurbordes vermelde gegevens (zie wisseltijden op de foto’s 1 en 3 in de bijlage) betreffende de koppelwisseltijden, bleek dat de kuikens die op dat moment aan de betreffende slachtlijn werden geslacht, daadwerkelijk van dit koppel afkomstig waren. Ik zag veel dieren met letsel, waarop ik besloot om een vangletselcontrole uit te voeren. Ik heb geteld volgens de instructie van de NVWA; Bijlage 2 bij WLZVL - 030 NVWA: bijlage bij registratieformulier letseltelling pluimvee-slachthuis. Ik zag om 10,00 uur tijdens mijn eerste vangletselcontrole van 2 minuten van het koppel kuikens uit hok 3 van mester “ [eiseres] ” 13 karkassen met een open luxatie van het ellebooggewricht in combinatie met een bloeding rondom het geluxeerde ellebooggewricht over een lengte van minimaal 3 centimeter (eerste steekproef zie foto 1 in de bijlage) en 1 karkas met een grote bloeding rondom het schoudergewricht, doorlopend tot in de borstspier over een lengte vanmeer dan 3 centimeter (eerste steekproef zie foto 2 in de bijlage). Bij een bandsnelheid van 7500 per uur zag ik dus 250 kuikens voorbij komen en is er dus sprake van 5,6 % vangletsel. Bloedingen van deze aard zijn in de laatste 6 uur voorafgaande aan het doden van de dieren ontstaan door het ruw vangen van de dieren op stal door een vangmachine. Ik zag om 10.06 uur tijdens mijn tweede vangletselcontrole van 2 minuten van het koppel kuikens uit hok 3van mester “ [eiseres] ” 17 karkassen met een open luxatie van het ellebooggewricht in combinatie met een bloeding rondom het geluxeerde ellebooggewricht over een lengte van minimaal 3 centimeter (tweede steekproef zie foto 3 in de bijlage) en ik zag 2 karkassen met een gesloten luxatie van het ellebooggewricht in combinatie met een bloeding rondom het geluxeerde ellebooggewricht over een lengte van minimaal 3centimeter (tweede steekproef zie foto 4 in de bijlage). Bij een bandsnelheid van 7500 per uur zag ik dus 250 kuikens voorbij komen en is er dus sprake van 7,6 % vangletsel. Bloedingen van deze aard zijn in de laatste 6 uur voorafgaande aan het doden van de dieren ontstaan door het ruw vangen van de dieren op stal door een vangmachine. In totaal heb ik van bovengenoemd koppel 2 tellingscontroles naar vangletsel uitgevoerd. Uit deze 2 tellingen kwam een gemiddelde score van 6,6 % vangletsels aan voornamelijk de vleugels, bestaande uit ernstige tot zeer ernstige bloedingen, sommigen vergezeld met luxaties. Het personeel van de vangploeg voerde zijn werkzaamheden niet op zodanige wijze uit dat de dieren letsel en lijden bespaard bleef en dat hun veiligheid was gegarandeerd, want ik stelde tijdens mijn inspectie op het pluimveeslachthuis bij de postmortem-keuring vast dat veel karkassen van deze koppel ernstig tot zeer ernstig letsel vertoonden, welke naar mijn deskundige mening als dierenarts ontstaan zijn tijdens het vangen van de dieren. De houder van het pluimvee op de plaats van vertrek zorgde er niet voor dat de voorschriften met betrekking tot het behandelen van de dieren nageleefd werden, omdat door het vangen onnodige pijn of onnodig lijden bij de dieren is veroorzaakt.”
Tijdens mijn inspectie bevond ik mij in de aanvoerhal en vervolgens in de panklaar-afdeling van bovengenoemd bedrijf voor de antemortem- en postmortem-keuring. Tijdens de AM-screening in de aanvoerhal zag ik omstreeks 17:30 uur in de containers ongelijk verdeelde lades met kuikens. Een 10-tal lades waren overvol geladen met kuikens waardoor de dieren op elkaar zaten. Er was in deze lades niet voldoende vloeroppervlak voor ieder individueel dier om te staan/zitten. Ik zag 2 kuikens met bebloede vleugels en 1 dood dier (zie foto bijlage), Daarnaast zag ik 12 zogenoemde ‘spreadlegs’, een positie waarbij 1 of beide poten in een hoek van bijna 180 graden gestrekt naast het lichaam wordt gehouden. Dit is een onnatuurlijke houding van het kuiken en wordt veroorzaakt door pijn ten gevolge van vergroeiing, ontsteking of letsel. Volgens de aanvoerplanning en na verificatie bij de chef panklaar van het betreffende pluimveeslachthuis, betroffen het vleeskuikens van koppels ‘ [eiseres] ’ uit de stallen 3 en 5. Bij dezelfde koppels geslachte dieren zag ik in de panklaar-afdeling tijdens de PM screenings bij 1250 karkassen 101 fracturen met forse donkerrode tot paarse bloedingen groter dan 3 cm van de vleugels en looppoten. Bloedingen van deze aard zijn in de laatste 12 uur voorafgaande aan het doden van de dieren ontstaan door het ruw vangen van de dieren op stal middels een vangmachine. In totaal heb ik van bovengenoemde koppels 2 tellingscontroles naar vangletsel uitgevoerd. Beide controles duurden 2 minuten. Tussen de controles zat ongeveer een half uur. De bandsnelheid tijdens de controle was 125 kuikens per minuut. Van koppel 18 heb ik tijdens de eerste controle 15 letsels geteld en tijdens de tweede controle 27. Uit deze 2 tellingen kwam een gemiddelde score van 8,4% letselschade naar voren. Van koppel 19 heb ik tijdens de eerste controle 19 letsels geteld en tijdens de tweede controle 21. Uit deze 2 tellingen kwam een gemiddelde score van 8,0% letselschade naar voren. De letsels bestonden uit ernstige tot zeer ernstige bloedingen en fracturen van de vleugels en looppoten. Deze ernstige fracturen en kneuzingen met bloedingen hebben ertoe geleid dat deze dieren vanaf het ontstaan van het letsel en vervolgens tijdens het vervoer tot aan de slacht, hevige pijn en stress hebben ervaren. Vanuit mijn professionele ervaring als dierenarts concludeer ik daarom uit bovenstaande feiten dat hier sprake is van ernstig dierenletsel. De houder van het pluimvee op de plaats van vertrek zorgde er niet voor dat de voorschriften met betrekking tot het behandelen van de dieren nageleefd werden, omdat door het vangen met de vangmachine onnodige pijn en ernstig lijden bij de dieren is veroorzaakt.”
Tijdens mijn inspectie bevond ik mij om 11.55 uur in de panklaarafdeling op keurbordes 2 van [de slachterij] Ik bevond mij op het keurbordes voor de PM-screening van de kuikens afkomstig uit hok 3 van mester “ [eiseres] ”. Bij controle van de door het slachthuis op het keurbordes vermelde gegevens (zie wisseltijden op foto’s in de bijlage) betreffende de koppelwisseltijden, bleek dat de kuikens die op dat moment aan de betreffende slachtlijn werden geslacht, daadwerkelijk van dit koppel afkomstig waren. Ik zag veel dieren met letsel, waarop ik besloot om een vangletselcontrole uit te voeren. Ik heb geteld volgens de instructie van de NVWA; Bijlage 2 bij WLZVL - 030 NVWA: bijlage bij registratieformulier letseltelling pluimvee-slachthuis. Ik zag om 12.05 uur tijdens mijn eerste vangletselcontrole van 2 minuten van het koppel kuikens uit hok 3 van mester “ [eiseres] ” 7 karkassen met een vangletsel van de vleugel, bestaande uit een open of gesloten luxatie van het ellebooggewricht en/of een breuk van het bot in de bovenarm. De letsels waren vergezeld met een bloeding rondom het letsel over een lengte van minimaal 3 centimeter (eerste steekproef zie foto 1 in de bijlage) en ik zag 2 karkassen met een grote bloeding rondom het schoudergewricht, doorlopend tot in de borstspier over een lengte van meer dan 3 centimeter (eerste steekproef zie foto’s 1, 2 en 3 in de bijlage). Bij een bandsnelheid van 7500 per uur zag ik dus 250 kuikens voorbij komen en is er dus sprake van 3,6 % vangletsel. Bloedingen van deze aard zijn in de laatste 6 uur voorafgaande aan het doden van de dieren ontstaan door het ruw vangen van de dieren op stal door een vangmachine. Ik zag om 13.16 uur tijdens mijn tweede vangletselcontrole van 2 minuten van het koppel kuikens uit hok 3 van mester “ [eiseres] ” 10 karkassen met een vangletsel van de vleugel, bestaande uit een open of gesloten luxatie van het ellebooggewricht en/of een breuk van het bot in de bovenarm. De letsels waren vergezeld met een bloeding rondom het letsel over een lengte van minimaal 3 centimeter (tweede steekproef zie foto 4 in de bijlage). Bij een bandsnelheid van 7500 per uur zag ik dus 250 kuikens voorbij komen en is er dus sprake van 4,0 % vangletsel. Bloedingen van deze aard zijn in de laatste 6 uur voorafgaande aan het doden van de dieren ontstaan door het ruw vangen van de dieren op stal door een vangmachine (tweede steekproef zie foto 4 in debijlage). Uit deze twee tellingen kwam een gemiddelde score van 3,8 % vangletselsbestaande uit ernstige tot zeer ernstige bloedingen aan voornamelijk de vleugels, sommigen vergezeld met luxaties. Omdat ik de betrouwbaarheid van mijn uitspraak -wel of geenvangletselpercentage boven de norm van 2% - wilde maximaliseren heb ik een derde vangletseltelling uitgevoerd. Ik zag om 13.25 uur tijdens mijn derde vangletselcontrole van 2 minuten van het koppel kuikens uit hok 3 van mester “ [eiseres] ” 9 karkassen met een vangletsel van de vleugel, bestaande uit een open of gesloten luxatie van het ellebooggewricht en/of een breuk van het bot in de bovenarm. De letsels waren vergezeld met een bloeding rondom het letsel over een lengte van minimaal 3 centimeter (derde steekproef zie foto’s 5 en 6 in de bijlage) en ik zag 1 karkas met een bloeding in het linker onderbeen over een lengte van minimaal 3 centimeter (derde steekproef zie foto 5 in de bijlage). Bij een bandsnelheid van 7500 per uur zag ik dus 250 kuikens voorbij komen en is er dus sprake van 4,0 % vangletsel. Bloedingen van deze aard zijn in de laatste 6 uur voorafgaande aan het doden van de dieren ontstaan door het ruw vangen van de dieren op stal door een vangmachine. De uitkomst van de derde telling kwam overeen met de twee eerdere tellingen. Het personeel van de vangploeg voerde zijn werkzaamheden niet op zodanige wijze uit dat de dieren letsel en lijden bespaard bleef en dat hun veiligheid wasgegarandeerd, want ik stelde tijdens mijn inspectie op het pluimveeslachthuis bij de postmortem-keuring vast dat veel karkassen van deze koppel ernstig tot zeer ernstig letsel vertoonden, welke naar mijn deskundige mening als dierenarts ontstaan zijn tijdens het vangen van de dieren. De houder van het pluimvee op de plaats van vertrek zorgde er niet voor dat de voorschriften met betrekking tot het behandelen van de dieren nageleefd werden, omdat door het vangen onnodige pijn of onnodig lijden bij de dieren isveroorzaakt.”
Beslissing
- verklaart het beroep ROT 18/3251 gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit in ROT 18/3251;
- herroept het primaire besluit in ROT 18/3251;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres het in ROT 18/3251 betaalde griffierecht van € 338,- vergoedt;
- veroordeelt verweerder in ROT 18/3251 in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.226,80.