Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het eerste en tweede cumulatief/alternatief tenlastegelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en als bijzondere voorwaarden dat de verdachte gedurende de proeftijd:
- zich zal melden bij Reclassering Nederland, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
- zal meewerken aan huisbezoeken door de reclassering, waarbij de reclassering de inhoud van de gespreksonderwerpen bepaalt;
- op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal (laten) opnemen, zoeken of hebben met voormalig strijders, personen in het strijdgebied, personen die uit het strijdgebied zijn teruggekeerd en anderen die op de Sanctielijst Terrorisme staan;
4.Waardering van het bewijs
- de verdachte heeft tot begin 2015 enkele jaren in het Verenigd Koninkrijk gewoond;
- de partner van de verdachte, te weten [naam partner verdachte] , alias [naam ] , die de Britse nationaliteit heeft, is in het Verenigd Koninkrijk tot vier jaar gevangenisstraf veroordeeld krachtens de Terrorismewet, omdat op zijn laptop instructies waren aangetroffen hoe een zelfmoordbomvest te maken. Na zijn vrijlating op 29 januari 2009 werd hem een buitenlands reiskennisgevingsbevel opgelegd, wat betekende dat hij voorgenomen buitenlandse reizen bij de politie moest melden;
- Op 14 januari 2015 heeft [naam partner verdachte] de Britse politie in kennis gesteld van zijn voornemen om op 26 januari 2015 van Manchester naar Amsterdam te reizen met vlucht [vluchtnummer] . Hij gaf aan samen met zijn vrouw (de verdachte) en dochter te reizen;
- op 26 januari 2015 zijn vanaf een Britse bankrekening op naam van de verdachte drie visa voor Turkije betaald;
- de vader van de verdachte, genaamd [naam vader verdachte] , heeft verklaard dat zijn dochter [naam verdachte] (de verdachte) op 26 januari 2015 samen met haar partner en hun dochter zijn gearriveerd in Nederland, dat zij tot en met 30 januari 2015 in de ouderlijke woning aan de [adres 2] verbleven, dat zijn schoonzoon op 30 januari 2015 na 23.00 uur zou zijn vertrokken richting Schiphol en dat zijn dochter en kleindochter op 31 januari 2015 op Schiphol zijn afgezet;
- op 18 februari 2015 heeft de vader van de verdachte zijn dochter (de verdachte) en kleindochter als vermist opgegeven. Hij heeft zijn dochter nooit gehoord over Turkije en hij weet niet wat zij daar zou moeten doen;
- op 20 februari 2015 heeft de zus van [naam partner verdachte] hem en de verdachte bij de Britse politie als vermist opgegeven;
- op 27 februari 2015 is tijdens de doorzoeking op het adres van [naam partner verdachte] in het Verenigd Koninkrijk zijn Nokia telefoon in beslaggenomen. Daarop zijn onder andere verwijzingen naar Syrië, een tekst met de titel ‘een gedicht van een martelaar’, een afbeelding van een (vrouwelijke) moslimstrijder met een AK47, een afbeelding van een moslimstrijder en de woorden “handel vandaag en voeg je bij de stoet” en 55 toespraken van Anwar Awlaki
- op 27 februari 2015 heeft de vader van de verdachte verklaard dat de manier waarop [naam partner verdachte] islamiseert niet zijn manier is en dat [naam partner verdachte] actief was in demonstraties in Londen (o.a. Sharia);
- op 24 maart 2015 heeft de verdachte in een WhatsApp gesprek met haar schoonzus gezegd dat zij (de rechtbank begrijpt: de verdachte en haar gezin) niet terug kwamen en dat zij niet wilde zeggen waar zij waren. Ook [naam partner verdachte] heeft in sms’jes en/of WhatsApp berichten tegen zijn zus gezegd dat hij naar een plek was gegaan waar hij niet zou moeten zijn. Hij wilde niet bevestigen waar het gezin werkelijk verbleef;
- uit de IP-geschiedenis van
- op 23 januari 2015 was er activiteit vanaf een Brits IP-adres, wat aangeeft dat de gebruiker in het Verenigd Koninkrijk was;
- de volgende activiteit vond plaats op 26 april 2015. Daarna is er een reeks activiteiten geweest vanaf verschillende IP-adressen, vermoedelijk zijn dit proxy-IP’s die gebruikt zijn om de echte locatie van de gebruiker te maskeren;
- op 11 augustus 2015 heeft dit Facebook-account een nieuwe profielfoto ingesteld. Deze profielfoto is een foto van een verkeersbord in Irak met verschillende richtingen naar steden in Irak. De genoemde steden op het verkeersbord zijn steden die veroverd zijn (of zijn geweest) door IS;
- vervolgens gebeurt er enige tijd niets, totdat op 22 oktober 2015 - enkele dagen nadat de verdachte weer in Nederland (Uithoorn) stond ingeschreven - het (vermoedelijke) IP-adres van de familie [naam] weer actief wordt. Het account wordt daarna op 29 oktober 2015 afgesloten vanaf hetzelfde IP-adres;
Facebook-account ' [accountnaam 2] '(eveneens met de
profielnaam ' [profielnaam] ') blijkt dat IP-logs met dit account tussen 6 december 2013 en 27 december 2013 waarschijnlijk werden gedaan vanaf het IP-adres van de familie [naam] te Uithoorn;
- op 26 september 2014 was er activiteit vanaf een Brits IP-adres, wat aangeeft dat de gebruiker in het Verenigd Koninkrijk was;
- de volgende activiteit vond plaats op 28 april 2015. Daarna is er een reeks activiteiten geweest vanaf verschillende IP-adressen, vermoedelijk zijn dit proxy-IP’s die gebruikt zijn om de echte locatie van de gebruiker te maskeren;
- op 2 juni 2015 heeft dit Facebook account gebruik gemaakt van een IP-adres in Irak. Het is niet bekend of dit een proxy IP-adres was of een echt IP-adres, maar vaststaat dat vanaf genoemd account op 11 augustus 2015 berichten zijn gepost waarin vrouwen worden aangemoedigd om naar Islamitische Staat te komen en te trouwen met een ‘Mujahideen’ (strijder), in welke berichten door ‘ [profielnaam] ’ onder andere werd benadrukt dat ze ‘hier’ (in de Islamitische Staat) een heleboel geweldige mannen hebben en - wat betreft de financiering - dat alles ‘hier’ wordt betaald, inclusief een huwelijksreis;
- op 29 oktober 2015 - als de verdachte terug is in Nederland - is het account afgesloten vanaf het (vermoedelijke) IP-adres van de familie [naam] te Uithoorn;
- het geregistreerde e-mailadres voor het
- blijkens de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA) stond de verdachte sinds 16 oktober 2015 ingeschreven op het adres van haar ouders aan de [adres 2] . Ook haar dochter (geboren op [geboortedatum dochter verdachte] 2014 te [geboorteplaats dochter verdachte] , Groot Brittannië) en zoon (geboren op [geboortedatum zoon verdachte] 2016 te [geboorteplaats zoon verdachte] ) stonden op dit adres ingeschreven;
- de schoonzus ( [naam schoonzus verdachte] ) van de verdachte heeft verklaard dat zij op 11 februari 2016 een telefoontje van de verdachte kreeg waarin de verdachte vertelde dat [naam partner verdachte] als soldaat was gesneuveld in de oorlog. De verdachte zei dat zij nu de status had van een vrouw van een dode Jihadi;
- een taxichauffeuse heeft over een taxirit op 3 mei 2017, naar het adres van de verdachte, verklaard dat:
- de vrouw in haar taxi Engels sprak tegen haar kind van 1,5 jaar oud;
- de vrouw zei dat haar man Engelstalig is, dat zij fundamenteel salafist is en dat IS aan het overwinnen is;
- de vrouw zei dat haar man ongeveer jaar geleden was overleden (dit wordt bevestigd door de hiervoor genoemde verklaring van de schoonzus van de verdachte van 11 februari 2016);
- de vrouw zei dat zij naar het kalifaat (terug) wilde;
- de vrouw zei dat bomgordelterroristen een heilig/hoger doel dienen;
- de vrouw zei dat de moslims die op Zaventem en in de Bataclan zijn omgekomen geen goede moslims waren en dat Nederland ook nog een keer aan de beurt komt voor een aanslag;
De verdachte heeft ter onderbouwing van het verweer dat zij (ruim acht maanden) in Turkije heeft verbleven geen (vakantie)foto’s, (hotel)rekeningen, bank- en/of creditcardafschriften dan wel andere stukken kunnen of willen overleggen. De rechtbank acht dit verweer dan ook niet aannemelijk.
Dat de verdachte een rondreis door Turkije zou hebben gemaakt, wordt dan ook weerlegd door de bewijsmiddelen.
- op zijn op 27 februari 2015 inbeslaggenomen mobiele telefoon (die hij blijkbaar in zijn woning in het Verenigd Koninkrijk had achtergelaten) jihadistisch materiaal is aangetroffen;
- de vader van de verdachte heeft verklaard dat de manier waarop zijn schoonzoon ( [naam partner verdachte] ) islamiseerde niet zijn manier was en dat zijn schoonzoon actief was in demonstraties in Londen (o.a. Sharia);
- de schoonzus ( [naam schoonzus verdachte] ) van de verdachte heeft verklaard dat de verdachte haar op 11 februari 2016 telefonisch heeft bericht dat haar broer [naam partner verdachte] als soldaat was gesneuveld in de oorlog en dat zij nu de status had van een vrouw van een dode Jihadi.
Dat hij een jihadstrijder is geworden, volgt uit de OVC-gesprekken en de verklaring van de schoonzus van de verdachte.
(en
)in Syrië en/of Irak
(ven
):
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft, (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 157 jo 176a van het Wetboek van Strafrecht) en/of
- doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 288a van het Wetboek van Strafrecht) en/of
- moord (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 289 jo 83 van het Wetboek van Strafrecht)
heeft/hebben zij, verdachte, en haar mededader
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
8 (acht) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
3 (drie) jaar;
algemene voorwaardedat de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig zal maken;
bijzondere voorwaardendat:
van rechtswege de volgende voorwaardenzijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
bevel tot gevangennemingvan de verdachte.
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands dood ten gevolge heeft, (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 157 jo 176a van het Wetboek van Strafrecht) en/of
- doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 288a van het Wetboek van Strafrecht) en/of
- moord (te) begaan met een terroristisch oogmerk (zoals bedoeld in artikel 289 jo 83 van het Wetboek van Strafrecht)
- een ander heeft trachten te bewegen om het misdrijf te plegen, te doen plegen of mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/of
- gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van het misdrijf aan zichzelf of aan anderen heeft verschaft en/of
- voorwerpen voorhanden heeft gehad waarvan zij wist dat zij bestemd waren tot het plegen van het misdrijf,