ECLI:NL:RBROT:2019:7972

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 oktober 2019
Publicatiedatum
14 oktober 2019
Zaaknummer
10/960112-17
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak en veroordeling in terroristische voorbereidingszaak met betrekking tot jihadistisch gedachtegoed en opruiing

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 11 oktober 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het voorbereiden en bevorderen van terroristische misdrijven, opruiing en het verspreiden van jihadistische propaganda. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de meest ernstige beschuldigingen, waaronder de voorbereiding en bevordering van terroristische misdrijven, maar heeft hem wel schuldig bevonden aan het zich inlichtingen verschaffen en kennis verwerven ter voorbereiding van een terroristisch misdrijf. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich had verdiept in het radicale gedachtegoed van de terroristische organisatie Islamitische Staat (IS) en dat hij zich had geassocieerd met extremistisch geweld. De verdachte had digitale bestanden met jihadistische inhoud op zijn telefoon, waaronder handleidingen voor het maken van explosieven en wapens. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De dagvaarding werd gedeeltelijk nietig verklaard, en de verdachte werd vrijgesproken van de opruiing en het verspreiden van jihadistische propaganda, omdat de rechtbank onvoldoende bewijs vond voor deze beschuldigingen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/960112-17
Datum uitspraak: 11 oktober 2019
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. B.Th. Nooitgedagt, advocaat te Amsterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van achtereenvolgens 26 juli 2018, 12 september 2018, 10 december 2018, 18 april 2019, 26 en 27 september 2019.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de vordering nadere omschrijving tenlastelegging, waarbij de oorspronkelijke opgave van de feiten als bedoeld in artikel 261, derde lid van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) op vordering van de officier van justitie ter terechtzitting van 12 september 2018 is gewijzigd. De tekst van de nader omschreven tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdachte wordt - kort gezegd - verweten dat:
hij zich - samen met een of meer anderen dan wel alleen - in de periode van 1 februari 2016 tot en met 16 april 2018 te Oudenbosch en/of te Roosendaal en/of te Rotterdam, althans in Nederland en/of België, schuldig heeft gemaakt aan voorbereiding en/of bevordering van een terroristisch misdrijf;
hij zich - samen met een of meer anderen dan wel alleen - in de periode van 1 februari 2016 tot en met 16 april 2018 te Oudenbosch, althans in Nederland en/of België, schuldig heeft gemaakt aan training voor terrorisme;
hij zich - samen met een of meer anderen dan wel alleen - in de periode van 1 februari 2016 tot en met 16 april 2018 te Oudenbosch en/of te Roosendaal, althans in Nederland, schuldig heeft gemaakt aan verspreiding ter opruiing van een terroristisch misdrijf.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. C.D. Kardol heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar met aftrek van voorarrest.

4.Aanleiding onderzoek

Op 10 februari 2017 heeft de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD) de volgende informatie verstrekt aan de politie:
(...)
“ [naam medeverdachte 1] ( [geboortedatum medeverdachte 1] , [geboorteplaats medeverdachte 1] ) heeft met een aantal personen op 22 oktober 2016 tussen 21:34:30 en 21:42:32 uur een gesprek gevoerd in de Rooseveltstraat te Oudenbosch. Kort samengevat heeft [naam medeverdachte 1] onder andere gesproken over de volgende onderwerpen:
- Een aanslag op de Turkse ambassade door iets te gooien of te schieten en dat je sowieso

de dingen liever hebt om het gewoon te doen;

- Hij kiest liever Hollanders en anderen in plaats van Turken;
- De grens tussen Turkije en Dawla;
- De aanslag in Tunesië op het strand;
- De aanslag in Ankara op het vliegveld;
- Iemand die een Kalasjnikov op iemand zijn keel heeft gezet en de trekker heeft
overgehaald.
(...)”
Op 7 december 2016 werd [naam medeverdachte 1] aangehouden wegens verdenking van het voorbereiden van een terroristisch misdrijf. Bij de doorzoeking van zijn woning werd een grote hoeveelheid IS-materiaal aangetroffen. Daarnaast werd een kalasjnikov met twee volle houders munitie en een grote hoeveelheid Cobra-6 vuurwerk bij hem aangetroffen.
Door nadere ambtsberichten van de AIVD en onderzoek door de politie zijn [naam verdachte] en [naam medeverdachte 2] in beeld gekomen als mogelijke deelnemers aan het bovenbedoelde gesprek van 22 oktober 2016. Uit het onderzoek zijn ook verdenkingen gerezen tegen [naam medeverdachte 3] .
Op 16 april 2018 zijn de verdachte en de twee medeverdachten aangehouden waarna hun woningen zijn doorzocht. Ook zijn hun telefoons inbeslaggenomen en onderzocht.
Voornoemde [naam medeverdachte 1] is op 15 april 2019 door het gerechtshof Den Haag [1] veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaar wegens onder andere voorbereiding en bevordering van een terroristisch misdrijf en training voor terrorisme.

5.Geldigheid dagvaarding

Standpunt verdediging

De raadsman heeft - overeenkomstig de door hem aan de rechtbank overgelegde pleitnotities - bepleit dat de dagvaarding nietig is, omdat de in de tenlastelegging omschreven gedragingen niet concreet zijn waardoor deze strijdig zijn met het bepaalde in artikel 261 Sv. Voor de verdediging is niet inzichtelijk waartegen zij zich dient te verdedigen.
Beoordeling
De tenlastelegging dient op grond van artikel 261 Sv een opgave te bevatten van het feit dat de verdachte wordt ten laste gelegd. Die opgave dient voldoende feitelijk en voldoende duidelijk te zijn. Of de tenlastelegging duidelijk maakt welk feit de verdachte wordt verweten, kan, behalve uit de bewoordingen van de tenlastelegging zelf, ook worden afgeleid uit het onderliggende dossier. Voor dit laatste is dan wel noodzakelijk dat de tenlastelegging voldoende duidelijk naar relevant geachte onderdelen van het dossier verwijst.
Ten aanzien van feiten 1 en 2
Het verweer van de raadsman dat ten aanzien van de feiten 1 en 2 nietigheid van de dagvaarding zou moeten volgen, wordt verworpen. De omschrijving van genoemde feiten in de tenlastelegging, bezien tegen de voor de verdediging uit het dossier kenbare achtergrond van de resultaten van het voorbereidend onderzoek, biedt de verdachte voldoende aanknopingspunten om hem in staat te stellen zijn verdediging te voeren. Dat mogelijk niet elk onderdeel bewijsbaar is, doet aan de duidelijkheid van de tenlastelegging niet af.
Ten aanzien van feit 3
Onder feit 3 onder A. wordt de verdachte verweten dat hij “een deel van een jihadistisch lied waarin wordt gezongen over de strijd in Syrië (heeft) gedeeld en/of verspreid via WhatsApp” en onder C. dat hij “een video met afbeeldingen van de Islamitische Staat met daarbij een nasheed (heeft) verspreid en/of gedeeld”. Uit deze tekst blijkt niet dat de liederen of de video opruiend van karakter zijn. In het omvangrijke dossier (circa 2.000 pagina’s) staan vele bij de verdachte aangetroffen afbeeldingen, nasheeds en jihadistische liederen. Onder die omstandigheden had de officier van justitie een concrete beschrijving van de feitelijke inhoud van deze nasheeds, liederen of video’s moeten geven, bij voorkeur onder verwijzing naar de vindplaats in het dossier. Bij gebreke daarvan voldoet de tenlastelegging op dit punt niet aan de eisen van artikel 261 Sv, omdat het voor de rechtbank en de verdediging onvoldoende duidelijk is om welke concrete beschuldigingen het gaat. De dagvaarding zal daarom ten aanzien van het onder 3 onder A. en C. ten laste gelegde nietig worden verklaard.
Dit oordeel geldt niet voor onderdeel B., waarin de verdachte kort gezegd wordt verweten dat hij het handboek “The book of terror” en “The book of Jihad” heeft aangeraden binnen de Telegram groep [naam telegramgroep] en een screenshot van een preek van Al Adnani via Whatsapp heeft verspreid. “The book of terror”, “The book of Jihad” en “Al Adnani” leveren een voldoende concrete omschrijving op om tegen de achtergrond van het dossier de beschuldiging te begrijpen.
Conclusie
De dagvaarding is nietig voor zover het betreft het onder 3 onder A. en C. ten laste gelegde. Voor het overige is de dagvaarding geldig.

6.Vrijspraak ten aanzien van de feiten 1 en 3 onder B.

Feit 1: voorbereiding en/of bevordering van terroristische misdrijven

Standpunt officier van justitie
Aangevoerd is dat de verdachte voorbereidingshandelingen heeft gepleegd met het oogmerk om een terroristisch misdrijf te begaan. Dit volgt - kort samengevat - uit de omstandigheden dat:
  • sinds september 2015 tussen personen - onder wie de verdachte - wordt gechat over mogelijkheden tot het plegen van aanslagen;
  • diezelfde personen - met uitzondering van de (voor terroristische misdrijven) veroordeelde [naam medeverdachte 4] - op 9 maart 2016 in Rotterdam hebben gepaintballd;
  • op 22 oktober 2016 door diezelfde personen - met uitzondering van eerder genoemde veroordeelde [naam medeverdachte 4] - wordt gesproken over hoe het beste een aanslag zou kunnen worden uitgevoerd en welke slachtoffers daarbij acceptabel zijn;
  • op 7 december 2016 bij één van deze gespreksdeelnemers (namelijk bij de voor terroristische misdrijven veroordeelde [naam medeverdachte 1] ) een kalasjnikov een een grote hoeveelheid bijbehorende munitie en explosief materiaal is aangetroffen en
  • zelfs nadat [naam medeverdachte 1] is aangehouden en bekend werd gemaakt welke middelen voorhanden waren geweest, de verdachte en de twee medeverdachten niet zijn gestopt met het blijven verzamelen van inlichtingen. Zij verzamelden nog steeds IS-materiaal, waaronder handleidingen ter voorbereiding van een terroristische aanslag en uit de OVC-gesprekken blijkt dat zij gesprekken over aanslagen hebben voortgezet.
Juridisch kader
De Hoge Raad heeft in zijn arresten van 14 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:416 en van 11 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:906 en ECLI:NL:HR:2019:907 geoordeeld dat voldoende is om tot een bewezenverklaring van, kort gezegd, de in artikel 96, tweede lid, Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) bedoelde voorbereiding of bevordering van terroristische misdrijven te komen, indien het oogmerk van de verdachte op het begaan van die misdrijven is gericht. Een concretisering van het voor te bereiden of te bevorderen misdrijf naar tijdstip, plaats en wijze van uitvoering is niet vereist. De Hoge Raad overweegt in dit verband dat, gelet op de wetsgeschiedenis, de voor toepassing van artikel 46 Sr vereiste mate van concretisering ook geldt voor artikel 96, tweede lid, Sr. Vereist is daarom slechts dat met voldoende bepaaldheid blijkt op welk terroristisch misdrijf de nader aan artikel 96, tweede lid, Sr ontleende voorbereidings- of bevorderingshandelingen waren gericht.
Nu de Hoge Raad heeft bepaald dat voor artikel 96, tweede lid, Sr de vereisten van artikel 46 Sr mede van toepassing zijn, dient naar het oordeel van de rechtbank voor strafbaarheid op grond van eerstgenoemde bepaling net als voor strafbaarheid op grond van artikel 46 Sr vast te staan dat de plannen, inlichtingen en dergelijke of voorwerpen die bestemd zijn tot het plegen van het misdrijf als bedoeld in artikel 96, tweede lid, sub 1 tot en met 4, Sr bestemd zijn om te worden gebruikt bij
het begaanvan het feit en
niet slechts bij de voorbereidingervan (HR 12 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1956). Dat verklaart in zoverre ook de verhouding tussen artikel 96, tweede lid, Sr enerzijds en artikel 134a Sr anderzijds. Op de betekenis van deze laatste bepaling zal de rechtbank later nog terug komen. Hier is van belang dat artikel 134a Sr, kort gezegd, strafbaar stelt het deelnemen en meewerken aan training voor terrorisme. Onder de reikwijdte van artikel 134a Sr valt ook de eenling die zich via internet op de hoogte stelt van kennis en informatie over het vervaardigen van een explosief die hij vervolgens wil inzetten voor het plegen van een terroristisch misdrijf of het vergemakkelijken ervan [2] . Die kennis en informatie over het vervaardigen van een explosief is geen kennis die rechtstreeks wordt gebruikt bij het plegen van een aanslag en valt zo beschouwd niet onder de reikwijdte van artikel 96, tweede lid, Sr. Het explosief is immers het voorwerp dat is bestemd tot het begaan van het misdrijf (artikel 96, tweede lid, aanhef en sub 3 Sr), niet de kennis over het maken ervan. Wie kennis verwerft om explosieven te maken is (alleen) strafbaar op grond van artikel 134a Sr.
Beoordeling
De verdachte heeft ontkend dat hij voorbereidings- en/of bevorderingshandelingen heeft gepleegd die bestemd waren tot het begaan van een terroristisch misdrijf.
Voorop wordt gesteld dat uit de directe omgeving van de verdachte geen signalen zijn gekomen dat hij bereid was om ernstige gewelddadige handelingen te plegen ter bevordering van het jihadistisch gedachtegoed.
Chatgesprekken uit 2015 / [naam telegramgroep] / radicaal extremistisch gedachtengoed eigen maken
Uit het dossier komt naar voren dat de verdachte en zijn broer (de medeverdachte [naam medeverdachte 3] ) de (voor terroristische misdrijven) veroordeelden [naam medeverdachte 4] en [naam medeverdachte 1] in ieder geval sinds september 2015 kennen via het Telegram kanaal [naam telegramgroep] waarvan zij lid waren. De meest besproken onderwerpen in genoemd Telegram kanaal zijn de gewapende strijd en de oorlog in Syrië/Irak, waarbij positief over IS wordt gesproken en negatief over de tegenstanders van IS. De leden spraken tegenover elkaar uit dat zij een radicaal/jihadistisch gedachtegoed aanhingen. Ook hebben voornoemde vier personen in een chatgesprek op 7 september 2015 gesproken over een zelfmoordaanslag en over gevechtshandelingen. Op 8 en 17 september 2015 raadde de verdachte andere deelnemers in de groep (van 57 leden) aan om “The book of terror” te lezen.
Deze chatgesprekken zijn gevoerd vóór de ten laste gelegde periode die de periode 1 februari 2016 tot en met 16 april 2018 beslaat. Deze gesprekken kunnen dan ook alleen voor het bewijs van het oogmerk en het opzet om een terroristische aanslag te plegen worden gebruikt [3] . Van strafbare voorbereidingshandelingen gedurende de ten laste gelegde periode kan geen sprake zijn.
Paintballen op 9 maart 2016 te Rotterdam
De medeverdachte [naam medeverdachte 3] heeft tijdens zijn eerste verhoor bij de politie over het paintballen verklaard dat hij dit uitje had georganiseerd via vakantieveilingen. Om de plekken vol te krijgen had hij ook een paar jongens die hij via Telegram kende uitgenodigd. Niet valt in te zien waarom het paintballen een voorbereidingshandeling in de zin van artikel 96, tweede lid, Sr betreft. De officier van justitie heeft dit ook niet nader onderbouwd.
Turkse ambassade gesprek op 22 oktober 2016 te Oudenbosch
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat uit het zogenoemde Turkse ambassade (OVC-)gesprek te Oudenbosch met ‘voldoende bepaaldheid’ volgt dat een terroristisch misdrijf wordt voorbereid in de zin van artikel 96, tweede lid, onder 4° Sr. In dit gesprek spreekt de veroordeelde [naam medeverdachte 1] tussen 21:34:30 en 21:42:32 uur over een aanslag op het Turkse consulaat, over aanslagen in Tunesië en Ankara en het bij iemand op de keel zetten van een kalasjnikov en de trekker overhalen.
Dit (OVC-)gesprek duurt, voor zover bekend, ongeveer een uur. Over een terroristische aanslag wordt slechts kort gesproken. Dit onderwerp wordt aangesneden door meergenoemde [naam medeverdachte 1] . De verdachte en zijn medeverdachten mengen zich nauwelijks in dit gesprek en praten hooguit met [naam medeverdachte 1] mee. Het gaat bij dit gesprek vooral over fietsen(diefstal) en de handel in gestolen fietsen, zodat dit gesprek bij gebreke van een nadere concretisering voor de verdachte geen voorbereidingshandeling in de zin van artikel 96, tweede lid, onder 4° Sr oplevert.
Voorwerpen voorhanden hebben en inlichtingen/kennis verzamelen
In de tenlastelegging is niet expliciet opgenomen dat de verdachte tezamen en in vereniging met [naam medeverdachte 1] een vuurwapen en zwaar vuurwerk voorhanden heeft gehad. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat dit toch onder de tenlastelegging kan worden geschaard en wel onder het voorhanden hebben van voorwerpen. Wat daarvan verder ook zij, het feit dat op 7 december 2016 bij de doorzoeking van de woning van de veroordeelde [naam medeverdachte 1] een kalasjnikov met twee volle houders munitie en een grote hoeveelheid Cobra-6 vuurwerk is aangetroffen, kan niet aan de verdachte worden toegerekend, omdat het dossier geen enkel bewijs bevat waaruit kan worden geconcludeerd dat hij daarvan wetenschap had. Er is geen bewijs dat de verdachte de wapens en explosieven tezamen met [naam medeverdachte 1] voorhanden heeft gehad.
Op een Samsung Tab (SP086.02.04.001), die is gevonden in de woning waar de verdachte en zijn broer [naam medeverdachte 3] woonden, zijn afbeeldingen aangetroffen van een luchtverstuiver (merk AirWick) en hoe deze in een explosieve constructie kan worden omgebouwd. De inlichtingen zijn bedoeld om een aanslag voor te bereiden en (dus) niet bestemd om te worden gebruikt bij het
plegenvan een aanslag.
Verder zijn op de telefoon van de verdachte afbeeldingen aangetroffen van een blok semtex, van een getekende handleiding om een zelfmoordvest te maken, van een clusterbom en van wapens, waaronder een AK-47. Ook hier is er geen bewijs dat deze afbeeldingen bestemd waren tot
het begaanvan een terroristisch misdrijf (het gronddelict). Het voorhanden hebben van voormelde digitale bestanden ziet - zoals hierna wordt overwogen - op de voorbereiding zelf en dat is, als gezegd, strafbaar gesteld onder artikel 134a Sr.
Hetzelfde geldt voor de zoekslagen van de verdachte op internet naar onder meer “AK-47” en “magazijn ak47” in de ten laste gelegde periode en het bezoeken van de website
www.pyrodump.eu.
Conclusie
Noch afzonderlijk beschouwd, noch in onderling verband en samenhang beschouwd kunnen de hiervoor vermelde handelingen en gedragingen het oordeel rechtvaardigen dat er sprake is van bewijs van een feit als bedoeld in artikel 96, tweede lid, Sr. De verdachte zal worden vrijgesproken van het (medeplegen van) voorbereiden en/of bevorderen van terroristische misdrijven.
Feit 3 onder B.: opruiing en verspreiding ter opruiing
Standpunt officier van justitie
Aangevoerd is - kort samengevat - dat “The book of terror”, waarvan “The book of Jihad” deel uit maakt, niet op de in beslag genomen gegevensdragers van de verdachte is aangetroffen, zodat voor dit onderdeel vrijspraak dient te volgen. Wél heeft de verdachte binnen de Telegram groep [naam telegramgroep] “The book of Jihad” aangeraden en heeft hij via Whatsapp een toespraak van Al Adnani verspreid. Daardoor heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan opruiing.
Beoordeling
Het is juist dat “The book of terror” niet op de in beslag genomen gegevensdragers van de verdachte is aangetroffen. Ook is juist dat de verdachte in 2015 het boek “The book of Jihad” via het Telegram kanaal [naam telegramgroep] , waarvan hij lid was, heeft aangeraden en dat in dit boek wordt opgeroepen om deel te nemen aan de gewapende jihadstrijd in Syrië en/of Irak. Echter, zoals hiervoor reeds is overwogen, vallen de chatgesprekken uit 2015 buiten de ten laste gelegde periode en is niet gebleken dat binnen de ten laste gelegde periode gelijksoortige boeken zijn aangeraden en/of verspreid. Hetzelfde geldt voor de toespraak van Al Adnani die, voor zover de rechtbank kan nagaan, op de Samsung Tab met beslagnummer SP086.13.03.002 van de verdachte is aangetroffen (ZD p. 637). Die Tab was in gebruik tot en met 11 november 2015, terwijl de verdachte heeft verklaard dat de Tab daarna kapot is gegaan en niet meer opstartte. In het dossier is inderdaad te zien dat een Tab is beschadigd. Nu dit ook door de officier van justitie niet is weersproken gaat de rechtbank uit van de juistheid van de verklaring van de verdachte. Nu aannemelijk is dat deze Tab gedurende de ten laste gelegde periode voor de verdachte niet benaderbaar was, heeft de verdachte gedurende de ten laste gelegde periode de toespraak van Al Adnani niet voorhanden gehad. In het midden kan blijven of deze toespraak een opruiend karakter heeft gehad.
Conclusie
Het onder 3 onder B. ten laste gelegde is niet bewezen. De rechtbank zal de verdachte daarvan dan ook vrijspreken.
7.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 2: deelnemen aan training voor terrorisme

Standpunt verdediging

De raadsman heeft bepleit dat de verdachte (tevens) van het onder 2 ten laste gelegde feit dient te worden vrijgesproken. Daartoe is aangevoerd dat, blijkens de Memorie van Toelichting bij artikel 134a Sr, het opzet van de dader gericht dient te zijn op het inzetten van de verworven kennis of vaardigheden voor het plegen van een terroristisch misdrijf of een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking daarvan. Dit vormt een scherpe omlijning van de reikwijdte van de bepaling. Aan die eisen wordt in deze zaak niet voldaan, want het bewijs daartoe ontbreekt.
Juridisch kader
De strafbaarstelling van artikel 134a Sr ziet blijkens de wetsgeschiedenis op een persoon met een fascinatie voor terroristisch geweld die steeds verder radicaliseert, in dat kader plannen maakt met betrekking tot aanslagen en daartoe zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaft of tracht te verschaffen of kennis en/of vaardigheden verwerft die zouden kunnen worden ingezet voor het plegen van een terroristisch misdrijf of een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf [4] . Er moet voor kwalificatie onder artikel 134a Sr een voldoende verband bestaan tussen de gedragingen met enige vorm van training voor terrorisme [5] . Strafbaar is aldus het op enigerlei wijze meewerken (als trainer) en het deelnemen (als getrainde) aan trainingen voor terrorisme. Het is een gecombineerde strafbaarstelling met een actieve en een passieve kant [6] .
Onder de reikwijdte van artikel 134a Sr valt, als reeds is gememoreerd, ook de eenling die zich via internet op de hoogte stelt van kennis en informatie over het vervaardigen van een explosief die hij vervolgens wil inzetten voor het plegen van een terroristisch misdrijf of het vergemakkelijken ervan [7] .
Dat zelfstudie strafbaar is, volgt ook uit artikel 134a Sr dat nadrukkelijk strafbaar stelt hij die zich “opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaft of tracht te verschaffen tot het plegen van een terroristisch misdrijf dan wel een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf, dan wel zich kennis en/of vaardigheden daartoe verwerft”.
Voor degene die de training volgt moet het opzet zijn gericht op het gebruik van kennis en vaardigheden tot het plegen van een terroristisch misdrijf of van een misdrijf waarmee het plegen van een terroristisch misdrijf wordt vergemakkelijkt [8] . Aantoonbaar moet zijn en bewezen moet worden welk misdrijf de verdachte voor ogen stond waarvoor hij kennis en vaardigheden heeft verworven. Voorts moet het daarbij gaan om één van de misdrijven zoals die limitatief zijn omschreven in de artikelen 83 en 83b Sr. Voor de kwalificatie van het misdrijf van artikel 134a Sr is niet vereist dat bewezen wordt dat de bedoeling tot het plegen van een
terroristischmisdrijf bestond. Wel dienen de contouren van het voor te bereiden misdrijf zichtbaar te zijn, gelijk als in artikel 46 Sr.
Het opzet van degene die de training volgt, zoals in de kern aan de verdachte wordt verweten, kan bijvoorbeeld worden afgeleid uit hetgeen bekend is over de achtergrond van de persoon van de verdachte, waarbij, naast de aard en het karakter van de training, de volgende omstandigheden een rol kunnen spelen:
  • diens haat tegen “ongelovigen” en/of “afvalligen” in de Westerse wereld of elders;
  • zijn/haar fascinatie voor terroristisch geweld;
  • het radicaliseringsproces dat de verdachte heeft ondergaan

Beoordeling

Aan de verdachte is, in het kader van de strafbaarstelling van artikel 134a Sr, een aantal gedragingen tenlastegelegd, welke gedragingen feitelijk zijn omschreven onder A. tot en met F. en overeenkomen met de eerder besproken gedragingen zoals deze onder 1 zijn ten laste gelegd.
De eerste vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is de vraag of de verdachte het opzet heeft gehad op het in artikel 134a Sr strafbaar gestelde misdrijf van het zich (trachten) inlichtingen (te) verschaffen en het zich verwerven van kennis en vaardigheden ter voorbereiding van een terroristisch misdrijf.
Voor de invulling van het opzet met betrekking tot het voorbereiden van een terroristisch misdrijf door middel van kennisverwerving zoekt de rechtbank aansluiting bij hetgeen bekend is over de verdachte met betrekking tot:
zijn eventuele haat tegen “ongelovigen” en/of “afvalligen” in de Westerse wereld of elders;
zijn mogelijke fascinatie voor terroristisch geweld en
zijn eventuele radicalisering.
In dit verband acht de rechtbank de navolgende feiten en omstandigheden van belang.
De verdachte heeft voorafgaand aan en in de ten laste gelegde periode een groot aantal chatberichten (via de app Telegram) met derden gevoerd waarin hij zich, kort samengevat, heeft geprofileerd als een aanhanger van IS. Ook heeft de verdachte via verschillende social media kanalen (het nieuwste) propagandamateriaal van IS naar anderen verstuurd. En in de periode tussen 10 juni 2017 en 17 juli 2017 heeft de verdachte met zijn telefoon regelmatig ingelogd op de website
www.authentictauheed.comwaarop hij radicaal islamitische preken heeft bezocht.
Verder werden op de telefoon van de verdachte meer dan 100.000 afbeeldingen aangetroffen, waaronder veel afbeeldingen die gerelateerd kunnen worden aan Islamitische Staat. Op de afbeeldingen zijn strijders van Islamitische Staat te zien, maar ook personen die worden geëxecuteerd of overleden zijn. Op meer afbeeldingen is schokkend geweld tegen ongewapende personen te zien.
Voorts heeft de verdachte op 18 mei 2017 met zijn telefoon de website
www.pyrodump.eubezocht. Deze website stelt spullen te verkopen voor ‘Outdoor - Militaria - Airsoft - Pyro’.
De hoofdcategorieën in de webshop betreffen 'Firearms', 'Fireworks' en 'Self-Defence'. Onder 'Fireworks' zijn onder andere Cobra6 te koop (onderdeel D.).
Op 1 april 2018 heeft de verdachte met zijn telefoon gezocht op de termen: (magazijn) AK-47 en (magazijn) AK-74 (geweer) (onderdeel E.).
Ook zijn, als gezegd, op zijn telefoon afbeeldingen aangetroffen van onder andere een blok semtex, van tekeningen hoe een zelfmoordvest kan worden gemaakt en hoe een clusterbom kan worden gemaakt. Op een andere dan de eerder genoemde Samsung Tab, te weten de Tab met beslagnummer SP086.02.04.001 zijn, als gezegd, afbeeldingen aangetroffen hoe van een Airwick luchtverstuiver een bom kan worden gemaakt. Deze Tab is gevonden in de woning waar de verdachte verbleef. Verder is gebleken dat een van de gebruikersaccounts het e-mailadres “ [emailadres] ” was. Uit eerdere onderzoeken is gebleken dat dit e-mailadres in gebruik is bij [naam verdachte] (ZD p. 966). De rechtbank is van oordeel dat aldus voldoende is bewezen dat de verdachte deze Tab heeft gebruikt en hij ten minste getracht heeft met het binnen halen van de bedoelde afbeeldingen inlichtingen te verzamelen over het plegen van een aanslag (onderdeel F.).
Conclusie
De rechtbank stelt op grond van het vorenstaande - in onderling verband en samenhang bezien - vast dat de verdachte zich in de tenlastegelegde periode heeft geafficheerd als een aanhanger van een radicaal islamitische ideologie en dat hij zich schaarde achter de gewapende jihad gevoerd door IS. Hij heeft vele foto’s en films bekeken met daarop extreem geweld. Hij heeft zich, met andere woorden, geassocieerd met extremistisch geweld. Daarnaast heeft de verdachte met het zoeken naar en/of het bekijken van afbeeldingen van wapens, explosieven, een tekening van een zelfmoordvest en een handleiding hoe van een luchtverfrisser een bom te maken zich schuldig gemaakt aan het zich opzettelijk inlichtingen (trachten) te verschaffen en het zich verwerven van kennis met de bedoeling daarmee een terroristisch misdrijf voor te bereiden. Deze combinatie van factoren levert uiteindelijk het bewijs van het opzettelijk trainen voor een terroristische aanslag als bedoeld in artikel 134a Sr.
Er is geen bewijs dat de verdachte ook daadwerkelijk een aanslag zou hebben gepleegd als de politie niet zou hebben ingegrepen. Dat vormt echter geen onderwerp van de bewijsbeslissing, maar is wel een relevant gegeven bij de bepaling van de hoogte van de straf.
Uit het dossier blijkt niet dat de verdachte tezamen en in vereniging met (een) ander(en) heeft gehandeld. De verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van het hem tenlastegelegde medeplegen.
Nu de onder B. genoemde gedragingen niet door de verdachte zijn verricht en de onder C. genoemde gedragingen geen trainingshandelingen opleveren, zal de verdachte worden vrijgesproken van deze onderdelen van de tenlastelegging.
Anders dan de raadsman heeft gesteld, is de bewezenverklaring niet gebaseerd op het kennisnemen van jihadistische afbeeldingen of video’s, maar op het (trachten) inlichtingen (te) verzamelen om explosieven te maken en wapens te verkrijgen. De gevonden propaganda van IS speelt, tezamen met de deelname van de verdachte aan extremistische chatgroepen, mee bij het bewijs voor verdachtes opzet om met die inlichtingen een aanslag voor te bereiden. Van strijd met de vrijheid van meningsuiting als bedoeld in artikel 10 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden en artikel 7 van de Grondwet is aldus beschouwd geen sprake.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij
in de periode van 1 februari 2016 tot en met 16 april 2018 te Oudenbosch en/of één of meer andere plaatsen in Nederland
opzettelijk zich inlichtingen heeft verschaft en/of heeft trachten te verschaffen en kennis
heeft verworven ter voorbereidingvan een terroristisch misdrijf, te weten,
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl
daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk
letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands
dood ten gevolge heeft (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
- moord en/of doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
immers heeft verdachte (telkens) ten behoeve van de gewapende Jihadstrijd, in welke strijd brandstichtingen, het teweeg brengen van ontploffingen, moorden en doodslagen worden gepleegd met een terroristisch oogmerk,
en/of
één of meer (te plegen) aanslag(en) op één of meer objecten en/of goederen en/of perso(o)n(en), door het teweeg brengen van een ontploffing en/of het stichten van brand en/of moord en/of doodslag met een terroristisch oogmerk,
A. zich het radicaal extremistisch gedachtegoed van de gewapende Jihadstrijd
met een terroristisch oogmerk, gevoerd door de
(terroristische
)organisatie
Islamic State (IS) eigen gemaakt en
D. één website www.pyrodump.eu
)
en social media kana
(a
)l
(en
), waarop informatie
(wordt gedeeld
)over onder
meer (de aanschaf van)
(automatische
)wapens
(zoals AK-47
)en over goederen
(bestemd
)voor “Outdoor-Militaria-Airsoft-Pyro” en “Firearms” en
“Fireworks”
(waaronder onder andere het vuurwerk/explosief materiaal “Cobra6”
)
en “Self-Defence” bezocht
E één website
(authentictauheed.com’
)en social media
kanal
(en
)en mediaplatform
(s
) (zoals mediaplatforms van de Islamitische
Staat
)genaamd ‘paltalk’ en telegram’,
waarop informatie
(wordt gedeeld
), over opsommingen van de IS-publicaties enover onthoofdingen en verminkingen en het om het leven brengen van mensen en (gevechts)trainingen en lijken en preken, bezocht en
(vervolgens
)zoekvragen gesteld over onder andere ‘AK-47’ en ‘magazijn ak47’ en ‘magazijn ak74’ en ‘magazijn ak74 geweer’ en ‘Jihadology’ en
F.
(digitale
)bestanden
(zoals handleidingen, filmpjes en afbeeldingen
eneen schrift
)gedownload en opgeslagen en gedeeld en verspreid envoorhanden gehad, welke bestand
(en
)bestond
(en
)uit
een
(getekende
)handleiding waar wordt uitgelegd hoe eenzelfmoordvest kan worden gemaakt en
- handleidingen hoe een clusterbom kan worden
gemaakt en
- afbeeldingen van een blok semtex en
- afbeeldingen van een luchtverstuiver van het merk AirWick zijnde een zogenaamde
geïmproviseerde explosieve constructie en daarbij aantekeningen inhoudende de tekst: ‘Hier de knop voor minuten. Op welke
knop wil je de explosie. Minuten.’ en ‘Wij hebben de dynamo verwijderd en [?]
erin gezet. De laatste optie is 36 minuten. [?] lampje na 36 minuten en ontploft de
bom” en: “Deze lijkt op een op een klok voor ontploffing. Er zijn nieuwere kleinere
soorten” en
- afbeeldingen en screenshots van video’s inhoudende onder meer onthoofdingen
uitgevoerd door Islamitische Staat en
vuurwapens en verheerlijking van de Jihadistische strijd,
welke voorwerp
(en
), al dan niet in combinatie met elkaar,
kennelijk bestemd waren tot het begaan van
datmisdrijf.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

8.Strafbaarheid feit

Het onder 2 bewezen verklaarde feit levert op:
zich opzettelijk inlichtingen verschaffen en/of trachten te verschaffen en zich kennis verwerven tot het plegen van een misdrijf ter voorbereiding van een terroristisch misdrijf.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

9.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

10.Motivering straf

Algemene overweging

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich verdiept in informatie aangaande het radicale en extremistische gedachtegoed van de gewapende jihadstrijd. Het gaat hierbij om het gedachtegoed van de terroristische organisatie Islamitische Staat (IS), met alle daarbij behorende - algemeen bekende - gewelddadige gruwelijkheden. Ook heeft de verdachte zich - door middel van zelfstudie - inlichtingen verschaft of trachten te verschaffen en kennis verworven tot het plegen van een terroristisch misdrijf. Zo werd in zijn telefoon een getekende handleiding voor het maken van een zelfmoordvest, een afbeelding van een clusterbom, een afbeelding van semtex en afbeeldingen van verschillende wapens, waaronder een AK47, aangetroffen. Ook bleek met zijn telefoon te zijn gezocht naar de termen ‘AK-47’, ‘magazijn ak47’. ‘magazijn ak74’, ‘magazijn ak74 geweer’.
Samenlevingen die worden geconfronteerd met terroristisch geweld dienen hiertegen te worden beschermd. Met grote inzet trachten overheden, waaronder de Nederlandse, zich dan ook daartegen te weren. Daartoe is onder andere wetgeving in het leven geroepen waarbij wordt getracht door middel van strafbaarstellingen, zoals in de onderhavige zaak, terrorisme in de kiem te smoren. Daarom dienen in zaken als die van de verdachte de strafdoelen van vergelding en afschrikking bij de keuze van de strafsoort en de hoogte van de op te leggen straf een bepalende rol te spelen.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 20 augustus 2019, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder voor soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld.
Reclasseringsrapportage
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 23 september 2019. Dit rapport houdt - kort samengevat - het volgende in.
Ten aanzien van de bij de verdachte aangetroffen gewelddadige jihadistische content, geeft hij aan dit te hebben bekeken vanuit zijn interesse in actie en nieuwsgierigheid. Het blijft voor de reclassering opmerkelijk dat de verdachte zichzelf veelvuldig en over een langere periode blootstelde aan deze materie. Het contact met de medeverdachten dat veelal plaatsvond tijdens het ‘hangen’ bij de haven te Oudenbosch, het overmatige gebruik van cannabis, het ontbreken van een dagbesteding en zijn spanningsbehoefte hebben hier volgens de reclassering een rol in gespeeld.
Per 13 december 2018 is de voorlopige hechtenis van de verdachte geschorst waarbij bijzondere voorwaarden zijn opgelegd. Sinds de start van het reclasseringstoezicht en de bijbehorende voorwaarden heeft de verdachte zich ingezet om structuur aan te brengen in zijn leven. Zo heeft hij zelfstandig werk gevonden, ontvangt hij inkomsten en komt hij de gemaakte afspraken na. Blijkens de afgenomen urinecontroles houdt hij zich tevens aan het drugsverbod.
Indien het ten laste gelegde (deels) bewezen wordt verklaard en bij de strafoplegging een voorwaardelijk deel wordt overwogen, adviseert de reclassering het opleggen van bijzondere voorwaarden.
Straf
Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in min of meer soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
De rechtbank heeft als strafmatigende omstandigheid zwaar laten meewegen dat de verdachte van het meest ernstige feit op de tenlastelegging (feit 1 voorbereiding en/of bevordering van terroristische misdrijven) wordt vrijgesproken. Mede in aanmerking genomen dat de dagvaarding ten aanzien van feit 3 grotendeels nietig wordt verklaard en de verdachte voor het resterende deel van feit 3 wordt vrijgesproken, is de door de rechtbank op te leggen straf aanzienlijk lager dan door de officier van justitie gevorderd.
Als gezegd, weegt de rechtbank bij de bepaling van de hoogte van de straf ook in verminderende zin mee, dat niet gebleken is dat de verdachte een aanslag daadwerkelijk zou hebben uitgevoerd als hij niet door de politie was aangehouden.
Slotsom
Alles afwegend tegen de achtergrond van de hiervoor vermelde omstandigheden en de ernst van het bewezen verklaarde strafbare feit, acht de rechtbank een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van hierna te noemen duur passend en geboden, met een proeftijd van 2 jaren. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. Aangezien de verdachte geen softdrugs meer gebruikt en er inmiddels sprake lijkt te zijn van stabiliteit op de belangrijkste leefgebieden, ziet de rechtbank, anders dan de reclassering, geen aanleiding om bijzondere voorwaarden op te leggen.

11.In beslag genomen voorwerpen

Standpunt officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen goederen, te weten twee Samsung tablets, een kladblok met geschriften, een klein schriftje, een Samsung S7 telefoon en een blauw notitieboekje met een jihadistisch lied, te onttrekken aan het verkeer.
Beoordeling
Ten aanzien van voormelde in beslag genomen goederen zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte, waarbij voormelde telefoon en tablets (voor zover ten aanzien van de kapotte tablet mogelijk) op fabrieksinstellingen dienen te worden teruggezet.

12.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c en 134a van het Wetboek van Strafrecht.

13.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

14.Beslissing

De rechtbank:
verklaart de dagvaarding nietig voor zover het betreft het onder 3 onder A. en C. ten laste gelegde feit;
verklaart de dagvaarding voor het overige geldig;
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 3 onder B. ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
6 (zes) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een
proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaar; tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig zal maken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- gelast de
teruggave aan verdachtevan:
een tablet Samsung (SP086.02.04.001);
een tablet Samsung (SP086.13.03.002);
een kladblok geschriften (SP086.13.04.006.011);
een klein schriftje (SP086.13.04.006.009);
een Samsung S7 telefoon (SP086.13.4.008);
een blauw notitieboekje met jihadistisch lied (SP086.14.03.002);
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.L.M. Boek, voorzitter,
en mrs. B.A. Cnossen en D. Visser, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.A.N. Maat, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 11 oktober 2019.
Bijlage I
Tekst nader omschreven tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij
op één of meer tijdstip(pen) gelegen in de periode van 01 februari 2016 tot en
met 16 april 2018 te Oudenbosch en/of te Roosendaal en/of te Rotterdam en/of
één of meer andere plaatsen in Nederland, althans (telkens) in Nederland en/of
België,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk
met het oogmerk ter voorbereiding en/of ter bevordering van de/het
(meermalen) te plegen misdrij(f)(ven) omschreven in artikel 157 en/of 176a
en/of 176b en/of 289(a) en/of 288a van het Wetboek van Strafrecht, te weten,
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl
daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk
letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands
dood ten gevolge heeft (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
- moord en/of doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
- een ander heeft trachten te bewegen om het misdrijf te plegen, te doen plegen
of mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid,
middelen of inlichtingen te verschaffen en/of
- gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van het misdrijf
aan zich en/of anderen heeft verschaft en/of heeft trachten te verschaffen
en/of
- voorwerpen voorhanden heeft gehad waarvan hij wist dat zij bestemd zijn tot
het plegen van het/de misdrij(f)(ven)
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) tezamen en in vereniging
met elkaar, althans alleen, (telkens)
ten behoeve van één of meer (te plegen) aanslag(en) op één of meer objecten,
en/of één of meer perso(o)n(en), door het gebruik van één of meer vuurwapen(s)
en/of het teweeg brengen van één of meerdere ontploffing(en) en/of het
stichten van brand en/of het begaan van moord en/of doodslag met een
terroristisch oogmerk,
A. zich het radicaal extremistisch gedachtegoed van de gewapende Jihadstrijd
met een terroristisch oogmerk, gevoerd door de (terroristische) organisatie
Islamic State (IS) dan wel Islamic State of lraq and Shaam (ISIS) en/of
Istamic State of Iraq and Levant (ISIL), althans aan IS en/of aan Al Qaida
gelieerde organisaties, althans (een) organisatie die de gewapende Jihadstrijd
voorstaat, eigen gemaakt en/of
B. met (één) of meer mededader(s), in elk geval (een) ander(en) perso(o)n(en)
gecommuniceerd over/binnen (onder meer)
- ( de mogelijkhe(i)d(en) en/of wijze van) het plegen van een aanslag op de
Turkse ambassade/het Turkse consulaat door iets te gooien of te schieten
en/of over het hebben van ‘dingen’ en ‘het’ gewoon kunnen doen en/of
- het liever kiezen van Hollanders en anderen in plaats van Turken en/of
- de grens van Turkije en Dawla en/of (gepleegde) aanslagen in Tunesië op het
strand en Ankara op het vliegveld en/of
- iemand die een Kalasjnikov op iemand zijn keel heeft gezet en de trekker
heeft overgehaald en/of
- het zich (willen) begeven naar en/of verblijven in het strijd- en/of
IS-gebied en/of
de Telegramgroep [naam telegramgroep] over het plegen van een
aanslag met een trein dan wel een het plegen van een aanslag en/of
C. (één of meermalen) met één of meer mededader(s) afgesproken elkaar te
ontmoeten en/of (vervolgens) één of meermalen ontmoeting met één of meer
mededader(s) en of één of meer andere(n) perso(o)n(en) gehad en/of
daarbij/vervolgens met elkaar gepaintballd en/of
D. één of meer website(s)(zoals gebruikte-wapens.nl en/of www.pyrodump.eu)
en/of social media kana(a)l(en), waarop informatie (wordt gedeeld) over onder
meer (de aanschaf van) (automatische) wapens (zoals AK-47) en/of over goederen
(bestemd) voor “Outdoor-Militaria-Airsoft-Pyro” en/of “Firearms” en/of
“Fireworks” (waaronder onder andere het vuurwerk/explosief materiaal “Cobra6”)
en/of “Self-Defence” bezocht en/of (vervolgens) zoekvragen gesteld en/of
(vervolgens) één of meer (digitale) bestanden (zoals filmpjes en/of
afbeeldingen) inhoudende informatie over onder meer (aanschaf van)
(automatische)wapens (zoals AK-47) en/of over goederen (bestemd) voor
“Outdoor-Militaria-Airsoft-Pyro” en/of “Firearms” en/of “Fireworks” (waaronder
onder andere het vuurwerk/explosief materiaal “Cobra6”) en/of “Self-Defence”
gedownload en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad en/of
E. één of meer website(s) (zoals authentictauheed.com’) en/of social media
kana(a)l(e)n en/of mediaplatform(s) (zoals mediaplatforms van de Islamitische Staat)
en/of (onder meer) genaamd ‘paltalk’ en/of ‘telegram’, waarop informatie (wordt
gedeeld), over opsommingen van de IS-publicaties en/of over onthoofdingen en/of
verminkingen en/of het om het leven brengen van mensen en/of (gevechts)trainingen en/of
lijken en/of preken, althans over de (gewapende) Jihadstrijd en/of martelaarschap en/of
oorlogsmaterialen, bezocht en/of (vervolgens) zoekvragen gesteld over onder andere ‘AK-47’ en/of ‘magazijn ak47’ en/of ‘magazijn ak74’ en/of ‘magazijn ak74 geweer’ en/of ‘Jihadology’ dan wel gezocht naar wapens en/of munitie en/of
F. één of meer (digitale) bestanden (zoals handleidingen, filmpjes en/of afbeeldingen en/of
een schrift) gedownload en/of opgeslagen en/of gedeeld en/of verspreid en/of voorhanden
gehad, welke bestand(en) bestond(en) uit
- instructies om een jihadstrijder te worden en/of instructies om een (zelfmoord)aanslag te
plegen en/of
- ( zogenaamde) (ISIS) schoolboeken inhoudende informatie en/of instructie(s) over het
trainen met en/of omgang met (vuur)wapen(s) en/of
- instructies om een martelaar te worden, de jihad, het martelaarschap en/of takfir en/of
terrorisme en/of
- afbeeldingen en/of een (getekende) handleiding waar wordt uitgelegd hoe een
zelfmoordvest kan worden gemaakt en/of gebruikt en/of
- handleidingen hoe een clusterbom en/of fragmentatiebom en/of bom kan worden gemaakt
en/of kan worden gebruikt en/of
- afbeeldingen van een blok (zogenaamd) semtex en/of
- afbeeldingen van een luchtverstuiver van het merk AirWick zijnde een zogenaamde
geïmproviseerde explosieve constructie en/of daarbij een of meer aantekeningen/notities
inhoudende (onder meer) de tekst: ‘Hier de knop voor minuten. Op welke knop wil je de
explosie. Minuten.’ en/of
“Wij hebben de dynamo verwijderd en [?] erin gezet. De laatste optie is 36 minuten. [?]
lampje na 36 minuten en ontploft de bom” en/of: “Deze lijkt op een op een klok voor
ontploffing. Er zijn nieuwere kleinere soorten” en/of
afbeeldingen en/of screenshots van video’s inhoudende onder meer onthoofdingen
uitgevoerd door Islamitische Staat en/of een (andere) terroristische organisatie en/of
vuurwapens en/of verheerlijking van de Jihadistische strijd,
in elk geval (telkens) afbeeldingen en/of documenten en/of handleidingen en/of instructies
en/of informatie gedownload en/of opgeslagen en/of gedeeld en/of verspreid en/of
voorhanden gehad op of middels één of meer goed(eren) zoals (digitale)gegevens
/informatiedragers en/of applicaties, althans (telkens) informatie betreffende het Jihadistisch
gedachtegoed en/of aanwijzingeninstructies over (de ondersteuning van) de gewapende
Jihadstrijd en/of gedownload en/of voorhanden gehad en/of
welke voorwerp(en) en/of informatie al dan niet in combinatie met elkaar,
kennelijk bestemd waren tot het in vereniging, althans alleen, begaan van
dat/die misdrijf/misdrijven;
(art. 96, lid 2, WvSr jo.176b, lid 2 WvSr jo. 157 WvSr jo. 289a WvSr jo. 288a
WvSr jo. 289 WvSr jo. 289a, lid 2 WvSr)
2.
hij
op één of meer tijdstip(pen) gelegen in de periode van 01 februari 2016 tot en
met 16 april 2018 te Oudenbosch en/of één of meer andere plaatsen, althans
(telkens) in Nederland en/of België,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk
zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft
verschaft en/of heeft trachten te verschaffen en/of kennis en/of vaardigheden
heeft verworven en/of (een) ander(en) heeft bijgebracht tot het plegen van een
terroristisch misdrijf en/of een misdrijf ter voorbereiding en/of
vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf, te weten,
- het opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweegbrengen, terwijl
daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk
letsel en/of levensgevaar voor een ander te duchten is en/of dit feit iemands
dood ten gevolge heeft (te) begaan met een terroristisch oogmerk en/of
- moord en/of doodslag (te) begaan met een terroristisch oogmerk,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) tezamen en in vereniging
met elkaar, althans alleen, (telkens) ten behoeve van
de gewapende jihadstrijd, in welke strijd brandstichtingen, het teweeg brengen
van ontploffingen, moorden en doodslagen worden gepleegd met een
terroristisch oogmerk,
en/of
één of meer (te plegen) aanslag(en) op één of meer objecten en/of goederen
en/of perso(o)n(en), door het teweeg brengen van een ontploffing en/of het
stichten van brand en/of moord en/of doodslag met een terroristisch oogmerk,
A. zich het radicaal extremistisch gedachtegoed van de gewapende Jihadstrijd
met een terroristisch oogmerk, gevoerd door de (terroristische) organisatie
Islamic State (IS) dan wel Islamic State of Iraq and Shaam (ISIS) en/of
Islamic State of Iraq and Levant (ISIL), althans aan IS en/of aan Al Qaida
gelieerde organisaties, althans (een) organisatie die de gewapende Jihadstrijd
voorstaat, eigen gemaakt en/of
B. met (één) of meer mededader(s), in elk geval (een) ander(en) perso(o)n(en)
gecommuniceerd over (onder meer)
- ( de mogelijkhe(i)d(en) en/of wijze van) het plegen van een aanslag op de
Turkse ambassade/het Turkse consulaat door iets te gooien of te schieten
en/of over het hebben van ‘dingen’ en ‘het’ gewoon kunnen doen en/of
- het liever kiezen van Hollanders en anderen in plaats van Turken en/of
- de grens van Turkije en Dawla en/of (gepleegde) aanslagen in Tunesië op het
strand en Ankara op het vliegveld en/of
- iemand die een Kalasjnikov op iemand zijn keel heeft gezet en de trekker
heeft overgehaald en/of
- het zich (willen) begeven naar en/of verblijven in het strijd- en/of
IS-gebied en/of
de Telegramgroep [naam telegramgroep] over het plegen van een
aanslag met een trein dan wel een het plegen van een aanslag en/of
C. (één of meermalen) met één of meer mededader(s) afgesproken elkaar te
ontmoeten en/of (vervolgens) één of meermalen ontmoeting met één of meer
mededader(s) en of één of meer andere(n) perso(o)n(en) gehad en/of
daarbij/vervolgens (meermalen) met elkaar gepaintballd en/of
D. één of meer website(s) zoals gebruikte-wapens.nl en/of www.pyrodump.eu)
en/of social media kana(a)l(en), waarop informatie (wordt gedeeld) over onder
meer (de aanschaf van) (automatische) wapens (zoals AK-47) en/of over goederen
(bestemd) voor “Outdoor-Militaria-Airsoft-Pyro” en/of “Firearms” en/of
“Fireworks” (waaronder onder andere het vuurwerk/explosief materiaal “Cobra6”)
en/of “Self-Defence” bezocht en/of (vervolgens) zoekvragen gesteld en/of
(vervolgens) één of meer (digitale) bestanden (zoals filmpjes en/of
afbeeldingen) inhoudende informatie over onder meer (aanschaf van)
(automatische)wapens (zoals AK-47) en/of over goederen (bestemd) voor
“Outdoor-Militaria-Airsoft-Pyro” en/of “Firearms” en/of “Fireworks (waaronder
onder andere het vuurwerk/explosief materiaal “Cobra6”) en/of
“Self-Defence” gedownload en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad en/of
E. één of meer website(s) (zoals ‘authentictauheed.com’) en/of social media
kana(a)l(e)n en/of mediaplatform(s) (zoals mediaplatforms van de Islamitische Staat)
en/of (onder meer) genaamd ‘paltalk’ en/of ‘telegram’, waarop informatie (wordt
gedeeld), over opsommingen van de IS-publicaties en/of over onthoofdingen en/of
verminkingen en/of het om het leven brengen van mensen en/of (gevechts)trainingen
en/of lijken en/of preken, althans over de (gewapende) Jihadstrijd en/of martelaarschap
en/of oorlogsmaterialen, bezocht en/of (vervolgens) zoekvragen gesteld over onder andere
‘AK-47’ en/of ‘magazijn ak47’ en/of ‘magazijn ak74’ en/of ‘magazijn ak74 geweer’ en/of
‘Jihadology’ dan wel gezocht naar wapens en/of munitie en/of
F. één of meer (digitale) bestanden (zoals handleidingen, filmpjes en/of afbeeldingen
en/of een schrift) gedownload en/of opgeslagen en/of gedeeld en/of verspreid en/of
voorhanden gehad, welke bestand(en) bestond(en) uit
- instructies om een jihadstrijder te worden en/of instructies om een
(zelfmoord)aanslag te plegen en/of
- ( zogenaamde) (ISIS) schoolboeken inhoudende informatie en/of instructie(s)
over het trainen met en/of omgang met (vuur)wapen(s) en/of
- instructies om een martelaar te worden, de jihad, het martelaarschap en/of takfir
en/of terrorisme en/of
afbeeldingen en/of een (getekende) handleiding waar wordt uitgelegd hoe een
zelfmoordvest kan worden gemaakt en/of gebruikt en/of
- handleidingen hoe een clusterbom en/of fragmentatiebom en/of bom kan worden
gemaakt en/of kan worden gebruikt en/of
- afbeeldingen van een blok (zogenaamd) semtex en/of
- afbeeldingen van een luchtverstuiver van het merk AirWick zijnde een zogenaamde
geïmproviseerde explosieve constructie en/of daarbij een of meer aantekeningen/
notities inhoudende (onder meer) de tekst: ‘Hier de knop voor minuten. Op welke
knop wil je de explosie. Minuten.’ en/of ‘Wij hebben de dynamo verwijderd en [?]
erin gezet. De laatste optie is 36 minuten. [?] lampje na 36 minuten en ontploft de
bom” en/of: “Deze lijkt op een op een klok voor ontploffing. Er zijn nieuwere kleinere
soorten” en/of
- afbeeldingen en/of screenshots van video’s inhoudende onder meer onthoofdingen
uitgevoerd door Islamitische Staat en/of een (andere) terroristische organisatie en/of
vuurwapens en/of verheerlijking van de Jihadistische strijd,
in elk geval (telkens) afbeeldingen en/of documenten en/of handleidingen en/of instructies
en/of informatie gedownload en/of opgeslagen en/of gedeeld en/of verspreid en/of
voorhanden gehad op of middels één of meer goed(eren) zoals (digitale)gegevens
/informatiedragers en/of applicaties, althans (telkens) informatie betreffende het Jihadistisch
gedachtegoed en/of aanwijzingen/instructies over (de ondersteuning van) de gewapende
Jihadstrijd en/of gedownload en/of voorhanden gehad en/of
welke voorwerp(en) en/of stof(fen), al dan niet in combinatie met elkaar,
kennelijk bestemd waren tot het in vereniging, althans alleen, begaan van
dat/die misdrijf/misdrijven;
(artikel 134a Wetboek van Strafrecht)
3.
hij
op één of meer tijdstip(pen) gelegen in de periode van 1 februari 2016 tot en met 16 april
2018 te Oudenbosch en/of Roosendaal, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal
telkens tezamen en in vereniging met en of meer anderen, althans alleen,
één of meer geschrift(en) en/of afbeeldingen(en) en/of (audio)bestand(en) waarin tot een
terroristisch misdrijf dan wel een misdrijf ter voorbereiding en/of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf, althans tot enig strafbaar feit en/of gewelddadig optreden tegen het
openbaar gezag wordt opgeruid,
heeft verspreid, openlijk tentoongesteld en/of aangeslagen en/of om te verspreiden en/of
openlijk tentoon te stellen of aan te slaan, in voorraad heeft gehad, terwijl hij wist of ernstige reden had om te vermoeden dat in het/de geschrift(en) en/of afbeelding(en) en/of
(audio)bestand(en) zodanige opruiing voorkomt
immers heeft verdachte en/of zijn mededader(s) tezamen en in vereniging met elkaar,
althans alleen, (telkens)
A. Een deel van een jihadistisch lied waarin wordt gezongen over de strijd in Syrië gedeeld
en/of verspreid via WhatsApp met (een) of meer gebruikers gebruik makende van de
profielna(a)m(en) [naam medeverdachte 3] en/of [naam 1] en/of
B. het handboek ‘The book of terror’ waarin wordt uitgelegd hoe aan te sluiten bij de
Jihadistische strijd en/of als het niet lukt om uit te reizen hoe aanslagen gepleegd kunnen
worden in het westen in voorraad om te verspreiden door dit boek aan te raden binnen de
Telegram groep [naam telegramgroep] , zijnde een besloten groep binnen Telegram en/of
door The book of Jihad aan te raden binnen de Telegram groep [naam telegramgroep] , en/of
door een screenshot van een toespraak van Abu Mohammed al Adnani waarin wordt
opgeroepen om toe te treden tot de karavaan van strijders dan wel waarin wordt opgeroepen
om deel te nemen aan de strijd in Syrië en/of Irak verspreid en/of gedeeld via WhatsApp met (een) of meer gebruikers gebruik makende van de profielna(a)m(en) [naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 4] en/of
C. een video met afbeeldingen van de Islamitische Staat met daarbij een nasheed verspreid
en/of gedeeld met (een) of meer gebruikers gebruik makende van de profielna(a)m(en)
[naam 5] en/of [naam 6]
(in elk geval) (telkens) vervaardigd en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad en/of
(vervolgens) op diverse (sociale) media(kanalen) geplaatst en/of via het internet en/of
diverse (sociale) media(kanalen) verspreid en/of ter beschikking gesteld
waarin (telkens) de radicaal extremistische gewapende (Jihad)strijd in Syrië en/of Irak wordt
verheerlijkt en/of aangemoedigd en/of geprezen en/of wordt aangezet tot deelname aan
deze gewapende (Jihad)strijd;
(artikel 132 lid 1 jo lid 3 Wetboek van Strafrecht)

Voetnoten

2.Kamerstukken II, vergaderjaar 2008-2009, 31 386, nr. 8 (Nota naar aanleiding van het verslag), p. 8.
3.Vgl. gerechtshof Den Haag 17 juni 2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:1868.
4.Kamerstukken II, vergaderjaar 2008-2009, 31 386, nr. 12 (Brief van de Minister van Justitie), p. 5.
5.Hoge Raad 31 mei 2016, ECLI:NL:HR:2016:1011.
6.Zie in deze zin ook: gerechtshof Den Haag, 27 januari 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:83 en het arrest van de Hoge Raad van 31 mei 2016, ECLI:NL:HR:2016:1011.
7.Kamerstukken II, vergaderjaar 2008-2009, 31 386, nr. 8 (Nota naar aanleiding van het verslag), p. 8.
8.Kamerstukken II vergaderjaar 2008-2009, 31 386, nr. 8 (Nota naar aanleiding van het verslag), p. 8 en Kamerstukken II, vergaderjaar 2008-2009, 31 386, nr. 12 (Brief van de Minister van Justitie), p. 3-4.
9.Kamerstukken II, vergaderjaar 2008-2009, 31 386, nr. 8, Nota naar aanleiding van het verslag, p. 6 en Kamerstukken II, vergaderjaar 2008-2009, 31 386, nr. 12 (Brief van de Minister van Justitie), p. 5.