Op 30 augustus 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam. De zaak betreft de herziening van de bijstandsuitkering van eiser op grond van de Participatiewet, waarbij verweerder € 9.168,57 van eiser terugvorderde. Eiser had vanaf 1 december 2008 een bijstandsuitkering ontvangen, maar verweerder constateerde dat eiser gokactiviteiten had ondernomen zonder dit te melden, wat in strijd is met zijn inlichtingenplicht. Eiser heeft betoogd dat hij geen inkomsten uit gokken had, maar de rechtbank oordeelde dat hij zijn inlichtingenplicht niet was nagekomen. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken van de Centrale Raad van Beroep, waarin werd gesteld dat gokken altijd gemeld moet worden, omdat er inkomsten mee kunnen worden verdiend. Eiser kon geen concrete gegevens overleggen die zijn recht op bijstand konden onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Eiser werd geadviseerd om hulp te zoeken voor zijn gokverslaving en om zich onder beschermingsbewind te laten stellen. De uitspraak werd openbaar gedaan en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.