ECLI:NL:CRVB:2017:3677
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting door appellant met betrekking tot gokwinsten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De appellant ontving sinds 4 augustus 2013 bijstand op basis van de Participatiewet. Na een anonieme melding dat hij zijn woning onderverhuurde en in Engeland woonde en werkte, heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek toonde aan dat appellant regelmatig casino's bezocht en gokwinsten behaalde, die hij niet meldde aan het college. Het college heeft daarop de bijstand van appellant over de periode van 4 augustus 2013 tot en met 31 maart 2015 ingetrokken en de gemaakte kosten van bijstand teruggevorderd.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat hij meer verlies heeft geleden met gokken dan winst heeft gemaakt, maar deze stelling niet onderbouwd met concrete gegevens. De Raad heeft geoordeeld dat appellant zijn wettelijke inlichtingenverplichting heeft geschonden door de gokwinsten niet te melden, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De Raad heeft het hoger beroep van appellant afgewezen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.