ECLI:NL:RBROT:2018:7726
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake aanwijzing zorgaanbieder wegens tekortkomingen in zorgverlening
Op 13 september 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak tussen Zorg Allerlei B.V. en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Zorg Allerlei B.V. had een verzoek om voorlopige voorziening ingediend tegen een aanwijzing die door de Minister was gegeven op 30 augustus 2018, op grond van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). De aanwijzing was het gevolg van geconstateerde tekortkomingen in de zorgverlening op de locatie Ons Thuis in Beverwijk, waar Zorg Allerlei B.V. 24-uurs zorg biedt aan cliënten met psychogeriatrische aandoeningen. De Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd had na inspectiebezoeken ernstige tekortkomingen vastgesteld, waaronder het ontbreken van gekwalificeerd personeel en gebrekkige zorgplannen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de geboden zorg niet voldeed aan de eisen van de Wkkgz en dat de aanwijzing rechtmatig was. De rechter benadrukte dat zorgaanbieders moeten voldoen aan resultaatsverplichtingen en dat de belangen van (toekomstige) patiënten zwaarder wegen dan de belangen van Zorg Allerlei B.V. om negatieve publiciteit te voorkomen. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, en concludeerde dat de termijn van twee weken voor het overdragen van cliënten niet onredelijk was, gezien de ernst van de situatie. De uitspraak werd in het openbaar gedaan, en er werd geen rechtsmiddel tegen deze uitspraak open gesteld.