ECLI:NL:CBB:2014:7
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake boetebesluit Autoriteit Consument en Markt tegen Koninklijke KPN N.V. en KPN B.V.
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 23 januari 2014 uitspraak gedaan op het verzoek om voorlopige voorziening van Koninklijke KPN N.V. en KPN B.V. (hierna: KPN) tegen een boetebesluit van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). De ACM had KPN een boete opgelegd wegens overtreding van de non-discriminatieverplichting en de transparantieverplichting, zoals vastgelegd in de Telecommunicatiewet. KPN had bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat de boete openbaar gemaakt zou worden totdat het hoger beroep was behandeld.
De voorzieningenrechter heeft de feiten en het procesverloop in detail besproken. KPN had in 2010 een kortingsactie aangekondigd, maar ACM stelde dat KPN haar concurrenten niet tijdig had geïnformeerd, wat leidde tot de opgelegde boete. KPN betwistte de overtredingen en voerde aan dat de hoogte van de boete disproportioneel was. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat de boete niet in stand zou blijven, en wees het verzoek om voorlopige voorziening af. Dit betekent dat de ACM de boete kan publiceren, zoals door de rechtbank was bepaald.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van transparantie en gelijke behandeling in de telecommunicatiemarkt, en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichtingen. De voorzieningenrechter concludeerde dat de belangen van KPN niet opwogen tegen het algemeen belang van publicatie van de boete, en dat de boete, zoals door de rechtbank verlaagd, naar verwachting stand zou houden in de bodemprocedure.