Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 26 juni 2018 in de zaak tussen
[eiser],
het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Aan dit verzoek is niet voldaan.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 juni 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Eiser had een aanvraag ingediend voor een individuele inkomenstoeslag op basis van de Participatiewet, welke door verweerder op 10 augustus 2017 werd afgewezen. Het bezwaar van eiser tegen deze afwijzing werd op 25 oktober 2017 niet-ontvankelijk verklaard, omdat de machtiging van de gemachtigde van eiser ouder was dan een jaar. De gemachtigde heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 17 mei 2018 heeft de rechtbank de zaak behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft overwogen dat verweerder op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) gerechtigd was om een recente machtiging te verlangen. De rechtbank oordeelde dat de machtiging die door de gemachtigde was overgelegd, niet voldeed aan de vereisten, omdat deze te algemeen was geformuleerd en niet specifiek genoeg om de vertegenwoordigingsbevoegdheid aan te tonen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen bewijs was dat de gemachtigde recent contact had gehad met eiser, wat de noodzaak voor een actuele machtiging onderstreepte.
De rechtbank heeft ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel verworpen, omdat verweerder voldoende had aangetoond dat in de door eiser genoemde vergelijkbare gevallen de situatie anders was. De rechtbank concludeerde dat verweerder op juiste gronden het bezwaar niet-ontvankelijk had verklaard en dat het beroep ongegrond was. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.