ECLI:NL:RBROT:2017:4911
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete opgelegd aan belastingadviseur wegens overtreding van de Wwft
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 juni 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen [A], een belastingadviseur, en het Bureau Financieel Toezicht (BFT). Het BFT had op 16 november 2015 een bestuurlijke boete van € 7.000,- opgelegd aan [A] wegens overtredingen van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Het BFT stelde vast dat [A] in vijftien van de twintig onderzochte dossiers niet voldeed aan de vereisten voor cliëntenonderzoek en in twee dossiers geen melding had gedaan van ongebruikelijke transacties. Het BFT had de boete gematigd van 4% naar 3% van de omzet, omdat er één overtreding was weggevallen. De rechtbank oordeelde dat de verplichting tot het melden van ongebruikelijke transacties niet alleen geldt bij concrete aanwijzingen van witwassen of terrorismefinanciering, maar dat iedere ongebruikelijke transactie moet worden gemeld. De rechtbank bevestigde dat het BFT terecht had geconstateerd dat [A] artikel 16 van de Wwft had overtreden en dat de opgelegde boete niet onredelijk was. Het beroep van [A] werd ongegrond verklaard.