ECLI:NL:RBROT:2016:6938
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake dwangsombesluit en ingebrekestelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 september 2016 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser uit Schiedam en het college van burgemeester en wethouders van Schiedam. De zaak betreft een rechtstreeks beroep tegen een dwangsombesluit, waarbij de eiser betoogde dat verweerder een dwangsom verschuldigd was omdat het besluit op bezwaar niet binnen de wettelijke termijn was genomen. De rechtbank overweegt dat de regels inzake de verschuldigdheid van een dwangsom wegens niet tijdig beslissen dwingend zijn neergelegd in artikel 4:17 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank stelt vast dat de ingebrekestelling van de eiser prematuur was, omdat de termijn voor het nemen van een besluit op bezwaar nog niet was verstreken. De rechtbank wijst erop dat het niet aan de bestuursrechter is om van de door de wetgever beoogde regeling af te wijken, en dat de wettelijke eisen voor een geldige ingebrekestelling geen afbreuk doen aan het vereiste van effectieve rechtsbescherming. De rechtbank concludeert dat het beroep van de eiser tegen het besluit van 21 oktober 2015 ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.