1.3.Met de voorgenomen concentratie - waarvoor ACM bij het bestreden besluit vergunning heeft verleend - zal KPN uitsluitende zeggenschap verkrijgen over Reggefiber. Daarvoor had KPN, sinds 2008, een belang van 40% in Reggefiber.
2. Het bestreden besluit is op grond van artikel 41, tweede lid, van de Mededingingswet (Mw) genomen naar aanleiding van een melding van een concentratie (een zogenoemd tweede-fase-besluit).
In artikel 41, eerste lid, van de Mw is bepaald dat het verboden is zonder vergunning een concentratie tot stand te brengen waarvoor op grond van artikel 37 van de Mw een vergunning is vereist. In het tweede lid van artikel 41 is - voor zover hier van belang - bepaald dat een vergunning wordt geweigerd indien als gevolg van de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zou worden belemmerd, met name als het resultaat van het in het leven roepen of het versterken van een economische machtspositie. Het vierde lid van dit artikel bepaalt dat een vergunning onder beperkingen kan worden verleend; aan een vergunning kunnen voorschriften worden verbonden.
Besluit van 6 mei 2014 (eerste-fase-besluit)
3. De aanvraag is gedaan naar aanleiding van een op grond van artikel 37 van de Mw op 6 mei 2014 genomen besluit, waarin ACM heeft besloten dat voor de concentratie een vergunning is vereist. ACM heeft bij haar analyse voor dit eerste-fase-besluit de sectorspecifieke regulering vooralsnog buiten beschouwing gelaten, omdat op dat moment nog onvoldoende duidelijk was in welke mate de tot dan toe geldende sectorspecifieke regulering voortgezet zou worden. De van kracht zijnde sectorspecifieke regulering zou binnen afzienbare tijd worden vervangen en het onderzoek naar de diverse telecommunicatiemarkten was nog niet afgerond. Samengevat stelt ACM in dit besluit dat zij een mogelijk horizontaal en verticaal mededingingsbelemmerend effect van de verkrijging van de uitsluitende zeggenschap ziet. Het verticale effect is er in gelegen dat het wegvallen van de remedies van de eerdere concentratie uit 2008 - wanneer de sectorspecifieke regulering buiten beschouwing wordt gelaten - tot toegangsbelemmeringen zou kunnen leiden. Verder zou er een mogelijk horizontaal effect van de overgang naar uitsluitende zeggenschap kunnen bestaan in de gebieden waar op dat moment zowel een kopernetwerk als een glasvezelnetwerk lag (circa 20-25% van de huishoudens in Nederland). Afnemers van ontbundelde toegang hebben in deze gebieden de keuze tussen ontbundelde toegang tot koper (KPN) en tot glas (Reggefiber). Het wegvallen van de remedies die golden voor de eerdere concentratie in 2008 zou, als gevolg van de nieuwe concentratie, hogere prijzen voor ontbundelde toegang tot het gevolg kunnen hebben.
4. In dit besluit concludeert ACM - kort gezegd - dat KPN door de voorgenomen concentratie een prikkel heeft om hogere prijzen te hanteren alsmede een prikkel heeft om alternatieve aanbieders uit te sluiten van of te belemmeren in ontbundelde toegang, maar dat KPN daartoe geen mogelijkheid heeft door de sectorspecifieke regulering. De conclusie in het bestreden besluit houdt dan ook in dat ACM van oordeel is dat als de voorgenomen concentratie wordt voltrokken de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan niet op significante wijze zal worden belemmerd. ACM verleent daarom vergunning voor de voorgenomen concentratie.
5. Eiseres meent dat ACM niet alle op het geding betrekking hebbende stukken heeft overgelegd, nu de stukken die zien op de prenotificatiefase niet zijn overgelegd. Met als uitgangspunt dat ACM zelf van oordeel is dat de gemelde concentratie leidt tot een significante beperking van de mededinging, maar dat de geconstateerde beperkingen van de mededinging niet in de weg staan aan onvoorwaardelijke goedkeuring van de concentratie door de (geldende of verwachte) sectorspecifieke regulering, stelt eiseres dat het besluit onjuist is nu daarin is geoordeeld dat de voorziene verplichtingen op basis van de sectorspecifieke regulering deze beperkingen zullen wegnemen. ACM heeft niet alle beperkingen waar de concentratie toe leidt (kenbaar) meegenomen in het besluit. Deze negatieve gevolgen zouden ACM er toe hebben moeten brengen de concentratie te verbieden dan wel remedies aan een eventueel besluit tot goedkeuring te verbinden.
Beoordeling beroepsgrond over stukken prenotificatiefase