In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 april 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Autoriteit Consument & Markt (ACM) over de oplegging van een boete wegens overtreding van het kartelverbod in de Mededingingswet. De eiser, een handelaar op executieveilingen, kreeg een boete opgelegd van € 87.000,--, die later werd verlaagd naar € 70.470,-- na beoordeling van de omstandigheden van de zaak. De rechtbank oordeelde dat de ACM voldoende bewijs had verzameld dat de eiser en andere handelaren zich schuldig hadden gemaakt aan een enkele inbreuk op het kartelverbod door samen te spannen om de prijzen op executieveilingen te manipuleren. De rechtbank bevestigde dat de gedragingen van de handelaren een mededingingsbeperkende strekking hadden en dat de ACM bevoegd was om een boete op te leggen. De rechtbank hield rekening met de financiële gevolgen voor de eiser en de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure, wat leidde tot een verlaging van de boete. De uitspraak benadrukt de ernst van kartelvorming en de gevolgen daarvan voor de mededinging op de markt.