Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 13 november 2014 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Omdat de werkzaamheden van de echtgenote die de overtreding van de inlichtingenplicht vormen ook na 1 januari 2013 zijn blijven voortduren is volgens verweerder het nieuwe Boetebesluit socialezekerheidswetten op eiser van toepassing.
2. Ten aanzien van beboetbare overtredingen voorzien bij of krachtens de wetten die bij deze wet zijn gewijzigd en die zijn begaan uiterlijk op de dag voor de dag waarop deze wet of het desbetreffende onderdeel daarvan in werking is getreden en voortduren op de dag waarop deze wet of het desbetreffende onderdeel daarvan in werking is getreden, blijft het recht van toepassing zoals dat gold op de dag voor de dag waarop deze wet of het desbetreffende onderdeel daarvan in werking is getreden mits uiterlijk op de dertigste dag na de dag waarop deze wet of het desbetreffende onderdeel daarvan in werking is getreden de overtreding is opgeheven of geconstateerd.”
De rechtbank wijst in dit verband ook naar de in 5.8 genoemde uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 30 juli 2014, die voor dit oordeel steun vindt in de arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (ECHR) in de zaken Ecer en Zeyrek tegen Turkije van 27 februari 2001 (hudoc.echr.coe.int; nrs. 29295/95 en 29363/95, ECHR 2001 II) en Veeber tegen Estland (No. 2) van 21 januari 2003 (nr. 45771/99, ECHR 2003/23).
Er bestaat dan ook in zoverre geen aanleiding om het overgangsrecht buiten toepassing te laten.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit en stelt de boete vast op € 852,50,
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit,bepaalt dat verweerder aan eiser het betaalde griffierecht van € 44,-vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 487,-, te betalen aan eiser.