2.De in lid 1 bedoelde HACCP-beginselen betreffen:
a) het onderkennen van elk gevaar dat voorkomen, geëlimineerd of tot een aanvaardbaar niveau gereduceerd moet worden;
b) het identificeren van de kritische controlepunten in het stadium of de stadia waarin controle essentieel is om een gevaar te voorkomen of te elimineren dan wel tot een aanvaardbaar niveau te reduceren;
c) het vaststellen van kritische grenswaarden voor de kritische controlepunten teneinde te kunnen bepalen wat aanvaardbaar en wat niet aanvaardbaar is op het vlak van preventie,
eliminatie of reductie van een onderkend gevaar;
d) het vaststellen en toepassen van efficiënte bewakingsprocedures op de kritische controlepunten;
e) het vaststellen van corrigerende maatregelen wanneer uit de bewaking zou blijken dat een kritisch controlepunt niet volledig onder controle is;
f) het vaststellen van procedures om na te gaan of de onder a) tot en met e) bedoelde maatregelen naar behoren functioneren,
waarbij regelmatig verificatieprocedures worden uitgevoerd, en
g) het opstellen van aan de aard en de omvang van het levensmiddelenbedrijf aangepaste documenten en registers, teneinde aan te tonen dat de onder a) tot en met f) omschreven
maatregelen daadwerkelijk worden toegepast.
Ingeval het product, de verwerking of een stadium daarvan enige wijziging ondergaat, dient de exploitant van het levensmiddelenbedrijf de procedure te herzien en waar nodig aan te passen.
(…)”
2.2.In artikel 2, eerste lid, van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen is bepaald dat het verboden is te handelen in strijd met onder meer artikel 4, tweede lid, en artikel 5, eerste lid, van Verordening (EG) 852/2004.
2.3.In artikel 2, eerste lid, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen is bepaald dat het verboden is eet- en drinkwaren te bereiden, te behandelen, te verpakken, te bewaren of te vervoeren, anders dan met inachtneming van de bij of krachtens dit besluit gestelde voorschriften.
In artikel 15, eerste lid, aanhef en onder b, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, is bepaald dat eet- of drinkwaren of grondstoffen, welke gekoeld moeten worden bewaard teneinde microbiologisch bederf of de uitgroei van pathogene bacteriën tegen te gaan, zodanig moeten worden vervoerd of in voorraad moeten worden gehouden dat de temperatuur van de waar ten hoogste 7°C bedraagt voor zover door de bereider geen bijzondere bewaartemperatuur op de voorverpakking is vermeld of de waar niet is voorverpakt.
2.4.Blijkens artikel 32b, eerste lid, van de Warenwet in verbinding met de bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten wordt overtreding van artikel 4, tweede lid, van Verordening (EG) 852/2004 in verbinding met hoofdstuk I.1 of IX.4 eerste volzin
van Bijlage II beboet met een bedrag van € 1.050,- en worden de overige overtredingen van artikel 2, eerste lid, van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen alsmede overtreding van artikel 2, eerste lid, in verbinding met artikel 15, eerste lid, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen beboet met een bedrag van € 525,-, dit voor zover bij de natuurlijke of rechtspersoon op de dag van de overtreding minder dan 50 werknemers in dienst waren.
3.1.Op 12 mei 2011, 5 juli 2011, 7 oktober 2011 en 13 december 2011 is de onderneming [naam restaurant], die door eiseres 1 wordt gedreven, met als vennoten [naam medevennoot] en eiseres 2, bezocht door controleambtenaren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Daarbij zijn door de controleambtenaren van NVWA diverse gebreken in bedrijfsvoering voor wat betreft de naleving van hygiënevoorschriften geconstateerd, waarvan rapport is opgemaakt. De boeterapporten hebben geleid tot de volgende boeteopleggingen met de vier primaire besluiten van 2 december 2011 en 23 maart 2012:
- vier bestuurlijke boetes van elk € 1.050,- wegens overtreding op 12 mei 2011, op 5 juli 2011, op 7 oktober 2011 en op 13 december 2011 van artikel 2, eerste lid, van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, in verbinding met artikel 4.2, in verbinding met bijlage II, hoofdstuk I.1, van de verordening (EG) 852/2004, omdat de bedrijfsruimten voor levensmiddelen niet schoon waren en op 13 december 2011 niet goed werden onderhouden;
- twee bestuurlijke boetes van elk € 1.050,- wegens overtreding op 12 mei 2011 en op 5 juli 2011 van artikel 2, eerste lid, van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, in verbinding met artikel 4.2, in verbinding met bijlage II, hoofdstuk IX.4 eerste volzin, van de verordening (EG) 852/2004, omdat er geen adequate maatregelen werden getroffen om schadelijke organismen te bestrijden;
- twee bestuurlijke boetes van elk € 525,- wegens overtreding op 12 mei 2011 en op 5 juli 2011 van artikel 2, eerste lid, van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, in verbinding met artikel 5, eerste lid, van de verordening (EG) 852/2004, omdat de exploitant van een levensmiddelenbedrijf geen zorg droeg voor de invoering en/of uitvoering en/of handhaving van één of meer permanente procedures, gebaseerd op de HACCP-beginselen;
- twee bestuurlijke boetes van elk € 525,- wegens overtreding op 5 juli 2011 en op 7 oktober 2011 van artikel 2, eerste lid, van het Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, in verbinding met artikel 4.2, in verbinding met bijlage II, hoofdstuk I.3, van de verordening (EG) 852/2004, omdat in de bedrijfsruimte voor levensmiddelen toiletruimten rechtstreeks uitkomen in ruimten waar voedsel wordt gehanteerd;
- een bestuurlijke boete van € 525,- wegens overtreding op 7 oktober 2011 van artikel 2, eerste lid, in verbinding met artikel 15, eerste lid, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, omdat de temperatuur van de niet-voorverpakte eet- of drinkwaar, welke gekoeld moet worden bewaard teneinde microbiologisch bederf of de uitgroei van pathogene micro-organismen tegen te gaan, tijdens de bewaring en/of het in voorraad hebben hoger was dan 7C.
3.2.Verweerder heeft de afzonderlijke boetes vastgesteld op het wettelijk gefixeerde boetebedrag. Verweerder heeft in hetgeen eiseressen hebben aangevoerd omtrent de financiële omstandigheden van eiseres 1 geen aanleiding gezien tot kwijtschelding of matiging van de opgelegde boetes. Verweerder heeft eiseressen onder toepassing van artikel 7:3, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet gehoord naar aanleiding van hun bezwaarschriften.
3.3.Eiseres 1 betoogt in beroep – kort weergegeven – dat zij, gezien haar financiële situatie, niet in staat is de boetes te betalen en dat zij ten onrechte niet is gehoord. Eiseres 2 betoogt – kort weergegeven – dat het onredelijk is om binnen een bepaalde periode, terwijl al uitvoering wordt gegeven aan de beëindiging van de overtredingen, voor dezelfde overtredingen opnieuw een boete op te leggen. Ook betoogt zij dat zij, gezien haar financiële situatie, niet in staat is om de boetes te betalen.