Volgens een op 20 november 2012 op ambtseed respectievelijk ambtsbelofte opgemaakt boeterapport hebben twee arbeidsinspecteurs van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) ten aanzien van eiseres - voor zover thans van belang - het volgende geconstateerd.
In het kader van een onderzoek naar overtreding van de Wav door een andere onderneming, hebben de arbeidsinspecteurs op 25 april 2012 de vreemdeling van Bulgaarse nationaliteit [naam vreemdeling 1] als getuige gehoord. Uit diens administratie bleek dat hij ook facturen heeft gestuurd aan eiseres.
Op 15 mei 2012 hebben de arbeidsinspecteurs een administratief onderzoek ingesteld bij eiseres. Zij hebben geconstateerd dat in totaal elf personen namens eiseres als uitzendkracht zijn uitgezonden. De vreemdelingen [naam vreemdeling 2], [naam vreemdeling 3], [naam vreemdeling 1], [naam vreemdeling 4],[naam vreemdeling 5], [naam vreemdeling 6] en [naam vreemdeling 7] (in de stukken: de vreemdelingen 1 tot en met 7) waren ingeleend door [werkgever 1] ([werkgever 1]). De vreemdelingen hebben schoffel- en schoonmaakwerkzaamheden verricht. Blijkens een administratief onderzoek bij [werkgever 1] op 22 mei 2012, zijn deze werknemers door [werkgever 1] te werk gesteld bij N.V. [werkgever 2] (hierna: [werkgever 2]) en [werkgever 3] (hierna: [werkgever 3]). In de administratie van [werkgever 1] zijn afschriften van de identiteitsbewijzen van de zeven voormelde vreemdelingen aangetroffen.
Blijkens het bij eiseres verrichte administratief onderzoek waren voorts de vreemdelingen [naam vreemdeling 7], [naam vreemdeling 8], [naam vreemdeling 9], [naam vreemdeling 10] en [naam vreemdeling 11] (in de stukken: de vreemdelingen 7 tot en met 11) van eiseres ingeleend door het [werkgever 4] (hierna: het [werkgever 4]). In de administratie van het [werkgever 4] zijn geen afschriften van de identiteitsbewijzen van deze vijf vreemdelingen aangetroffen. Blijkens een administratief onderzoek bij het [werkgever 4] op 15 mei 2012 zijn de vijf voormelde vreemdelingen door dat bedrijf als productiemedewerker tewerkgesteld bij [werkgever 5] (hierna: [werkgever 5]).
Uit navraag bij het UWV WERKbedrijf is gebleken dat eiseres voor geen van de vreemdelingen in het bezit was van een tewerkstellingsvergunning.
Op 20 juni 2012 hebben de arbeidsinspecteurs [bestuurder], bestuurder van eiseres, gehoord. Zij heeft, nadat de arbeidsinspecteurs haar hadden medegedeeld dat zij niet tot antwoorden verplicht was, onder meer het volgende verklaard. Eiseres vraagt altijd om legitimatie. Aan de hand van de cursussen die zijn gevolgd worden identiteitsbewijzen gecontroleerd. Eiseres ging ervan uit dat de Bulgaren als zelfstandigen mochten werken als ze beschikten over een uittreksel van de Kamer van Koophandel en een VAR-verklaring. Bij één opdrachtgever, [werkgever 1], was eiseres van mening dat er geen sprake was van een gezagsverhouding. Eiseres had geen schriftelijke overeenkomsten met de vreemdelingen. De afspraken over het uurtarief, de aard van de werkzaamheden en de uitvoering van de werkzaamheden, zijn mondeling gemaakt. De vreemdelingen hebben bedrijfskleding gekocht van een andere onderneming van eiseres. De schoonmaakspullen kregen de vreemdelingen niet van eiseres. Daar maakten zij met [werkgever 1] afspraken over. Er was geen verschil tussen de tarieven voor de vreemdelingen en het overige personeel van eiseres. De vreemdelingen voerden het werk bij [werkgever 5] niet zelfstandig uit, bij [werkgever 1] wel. Het personeel dient zelf een identiteitsbewijs bij zich te hebben. Eiseres maakt op kantoor een kopie en geeft dan aan dat het personeel deze moet inleveren bij de opdrachtgever. Dit gebeurt bij opdrachtgever het [werkgever 4]. Mocht dit door omstandigheden niet zijn gebeurd dan stuurt eiseres de kopieën mee met de eerstvolgende factuur. Eiseres kan niet verklaren waarom de arbeidsinspecteurs de kopieën niet hebben aangetroffen in de administratie van het [werkgever 4]. Aan de [werkgever 1] worden de kopieën per post gestuurd, dat is de regel. Volgens eiseres zit er een leemte in de wet. Er worden hoge boetes opgelegd voor het tewerkstellen van kennelijke schijnzelfstandigen uit Bulgarije en Roemenië, maar er wordt door de overheid te weinig informatie omtrent dit onderwerp gegeven.
Op 27 juni 2012 hebben de arbeidsinspecteurs J.R. [naam 2], werkleider van de afdeling Groen binnen de [werkgever 1], gehoord. Hij heeft, nadat de arbeidsinspecteurs hem hadden medegedeeld dat hij niet tot antwoorden verplicht was, onder meer het volgende verklaard. De werkzaamheden die de werknemers voor [werkgever 1] hebben uitgevoerd betroffen schoffelwerk. Er is niet echt een voorman op deze locatie aanwezig geweest. [naam 2] heeft de personen ingedeeld op de locaties waar ze nodig werden geacht.
Op 4 juli 2012 hebben de arbeidsinspecteurs S.A.C. [naam 3], directeur van de [werkgever 1], gehoord. Hij heeft, nadat de arbeidsinspecteurs hem hadden medegedeeld dat hij niet tot antwoorden verplicht was, onder meer verklaard dat de vreemdelingen ten behoeve van hun werkzaamheden gebruik hebben gemaakt van goederen, gereedschappen en materialen van [werkgever 1] en geen eigen materialen bij zich hadden.
Op 29 juni 2012 hebben de arbeidsinspecteurs P.J.B. [naam 4], manager backoffice bij het [werkgever 4], gehoord. Hij heeft, nadat de arbeidsinspecteurs hem hadden medegedeeld dat hij niet tot antwoorden verplicht was, onder meer het volgende verklaard. [naam 4] denkt dat bij het [werkgever 4] niet of nauwelijks controle van identiteitsbewijzen zal plaatsvinden, voornamelijk omdat het [werkgever 4] in principe geen gebruik maakt van inleenkrachten. Er is misschien wel een instructie met betrekking tot het inlenen van uitzendkrachten, maar het is de vraag of een ieder deze instructie in het hoofd heeft en deze ook kan uitvoeren. De vijf bij [werkgever 5] tewerkgestelde vreemdelingen hebben hetzelfde werk gedaan als het overige personeel van eiseres. Ze verrichtten daar voornamelijk productiewerk in de sauzenfabriek. Bij het [werkgever 4] was niet bekend dat dit zelfstandigen waren. Voor het [werkgever 4] waren dit gewoon uitzendkrachten. [naam 4] denkt dat eiseres het [werkgever 4] voor aanvang van de werkzaamheden geen afschriften van de identiteitsbewijzen van de vijf vreemdelingen heeft doen toekomen, anders waren deze wel uit het onderzoek bij het [werkgever 4] of [werkgever 5] naar voren gekomen. Het is ook niet de normale procedure dat het [werkgever 4] van het uitzendbureau afschriften van identiteitsbewijzen ontvangt.