ECLI:NL:RBROT:2013:8630
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsuitkering op basis van verblijfsstatus en Europese rechten
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 31 oktober 2013 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiseres, een Canadese nationaliteit houdende moeder van een in Nederland toegelaten kind, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente. Eiseres had een aanvraag voor een bijstandsuitkering op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb) ingediend, welke door verweerder was afgewezen omdat zij geen verblijfsstatus in Nederland had. Eiseres stelde dat haar kind, dat zowel de Nederlandse als de Canadese nationaliteit heeft, recht op bijstand met zich meebracht, en dat de afwijzing in strijd was met Europese regelgeving, met name artikel 20 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).
De rechtbank heeft het procesverloop uiteengezet, waarbij eiseres in beroep ging tegen het bestreden besluit van verweerder. Tijdens de zitting op 23 april 2013 heeft de rechtbank het onderzoek geschorst en partijen de gelegenheid gegeven om te reageren op een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Eiseres voerde aan dat de Afdeling in een eerdere uitspraak had geoordeeld dat haar dochter als unieburger recht had op verblijf in Nederland, en dat dit haar recht op bijstand zou moeten waarborgen.
De rechtbank overwoog dat de Afdeling het hoger beroep van de minister tegen de eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage gegrond had verklaard, waardoor eiseres niet kon aantonen dat haar kind afhankelijk van haar was. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor bijstandsverlening en dat de afwijzing van haar aanvraag terecht was. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt de strikte voorwaarden waaronder vreemdelingen recht op bijstand kunnen ontlenen en de rol van Europese regelgeving in deze context. De rechtbank heeft de belangen van de betrokken partijen afgewogen en de wettelijke kaders in acht genomen, wat resulteerde in een duidelijke afwijzing van het beroep.