ECLI:NL:RBROE:2011:BU5822
Rechtbank Roermond
- Eerste aanleg - meervoudig
- L.M.J.A. barones van Hövell tot Westerflier Dassen
- T.M. Schelfhout
- P.J. Voncken
- Rechtspraak.nl
Overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Roermond op 15 november 2011 uitspraak gedaan over de overschrijding van de redelijke termijn in een bestuursrechtelijke procedure. De rechtbank oordeelde dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM), was overschreden. De termijn was aangevangen op 2 mei 2005, en de rechtbank stelde vast dat verweerder, de heffingsambtenaar van de gemeente Venray, te laat had beslist op het bezwaar van eiser. De rechtbank concludeerde dat verweerder uiterlijk op 2 november 2005 uitspraak had moeten doen, maar dat dit pas op 21 augustus 2009 gebeurde, wat resulteerde in een overschrijding van bijna vier jaar.
De rechtbank oordeelde verder dat de redelijke termijn voor de rechtbank zelf op 30 september 2009 was aangevangen met het beroepschrift van eiser, en dat de rechtbank haar uitspraak had moeten doen binnen anderhalf jaar. De uitspraak vond echter pas plaats op 15 november 2011, wat leidde tot een termijnoverschrijding van zes maanden.
De rechtbank besloot dat de schadevergoeding voor de termijnoverschrijding gelijkelijk moest worden verdeeld tussen verweerder en de Staat. Eiser werd in totaal € 3.750,- aan schadevergoeding toegewezen, en de Staat diende € 750,- te betalen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond, vernietigde het bestreden besluit en bepaalde dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven. Tevens werden de proceskosten van eiser vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.