ECLI:NL:RBOVE:2025:1382
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de beëindiging van de Ziektewet-uitkering van eiser door het UWV
In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, gedateerd 12 maart 2025, wordt het beroep van eiser tegen de beëindiging van zijn Ziektewet-uitkering door het UWV beoordeeld. Eiser had zich op 15 januari 2021 ziek gemeld en ontving een ZW-uitkering die op 14 mei 2022 door het UWV werd beëindigd. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het UWV handhaafde de beëindiging van de uitkering per 7 oktober 2022. De rechtbank oordeelt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet voldoende heeft gemotiveerd waarom een lichamelijk onderzoek tijdens de bezwaarfase niet heeft plaatsgevonden, ondanks dat dit noodzakelijk was. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, maar laat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand, omdat het UWV alsnog een expertise heeft laten uitvoeren die de beëindiging van de uitkering onderbouwt. De rechtbank concludeert dat de belastbaarheid van eiser op 7 oktober 2022 correct is vastgesteld en dat hij meer dan 65% arbeidsgeschikt is. Eiser krijgt een vergoeding van proceskosten en het griffierecht van het UWV moet worden vergoed.