5.1legt aan [gedaagde] bij wijze van ordemaatregel de navolgende gedragsaanwijzingen op:
a. [gedaagde] zal de woning als een goed huurster in de zin van de huurovereenkomst en
artikel 7:213 BW bewonen en uitsluitend als woonruimte gebruiken;
b. [gedaagde] zal aan omwonenden geen enkele overlast veroorzaken;
c. [gedaagde] zal geen bezoek ontvangen dat overlast veroorzaakt/criminele activiteiten
verricht of aantrekt;
d. [gedaagde] zal zich onthouden van overmatige alcoholconsumptie in en om het gehuurde en zal geen drugs gebruiken, daaronder uitdrukkelijk ook begrepen in groepsverband gebruikte softdrugs, of drugs verhandelen of drugs aanwezig hebben in het gehuurde;
e. [gedaagde] zal alle aanwijzingen van De Woonplaats en door De Woonplaats aan te wijzen personen onmiddellijk en volledig opvolgen;
f. [gedaagde] zal rekening houden met haar omgeving en zich in de contacten met
omwonenden, medewerkers van De Woonplaats en de door De Woonplaats aangewezen
personen constructief en welwillend opstellen;
g. [gedaagde] zal te allen tijde medewerkers van De Woonplaats en medewerkers van
aannemers, installatiebedrijven en hulpverleners die door De Woonplaats zijn
ingeschakeld, toelaten in het gehuurde;
h. [gedaagde] zal gevaarzetting voor derden in en/of om het gehuurde vermijden;
i. [gedaagde] dient mee te werken aan één huisbezoek/inspectie door De Woonplaats per
kwartaal;