Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het tussenvonnis van 9 juni 2021;
- de akte overlegging aanvullende producties van de zijde van Iddink;
- de akte houdende overlegging aanvullende producties van de zijde van Carmelcollege;
- de brief van mr. Berendsen van 25 oktober 2021, met daaraan gehecht productie 15;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 2 november 2021, met daaraan gehecht de door partijen gehanteerde pleitaantekeningen en de ter zitting door Iddink overgelegde e-mail van 17 oktober 2017 van mr. Berendsen aan [A] ;
- de brief met bijlage van mrs. Essers en Lombert van 11 januari 2022, met opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van
- de brief van mr. Berendsen van 13 januari 2022.
2.De feiten
Wijzigingen van deze overeenkomst of aanvullingen daarop zijn slechts geldig voor zover deze schriftelijk zijn overeengekomen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer.
Partijen wijzen ieder een contactpersoon aan die bevoegd zijn de partij die hen heeft aangewezen in het kader van de uitvoering van deze overeenkomst te vertegenwoordigen.
Operationele afspraken, die in overleg door de contactpersonen van alle participerende partijen bevoegdelijk zijn gemaakt, gelden als aanvulling of wijziging van deze overeenkomst als bedoeld in artikel 2 onder 4, voor zover deze schriftelijk zijn vastgelegd. Partijen garanderen over en weer dat de personen die namens hen aan dit overleg deelnemen bevoegd zijn operationele afspraken te maken.
5. Opdrachtgever zal lesmethoden minimaal 4 jaar op de boekenlijst plaatsen, waarbij de historie van voorgaande overeenkomsten wordt meegenomen.”
60% van de consumentenprijs als deze 1 jaar op de boekenlijst staan;
40% van de consumentenprijs als deze 2 jaar op de boekenlijst staan;
20% van de consumentenprijs als deze 3 jaar op de boekenlijst staan;
7,5% van de consumentenprijs als deze langer dan 3 jaar op de boekenlijst staan.
nietaan Iddink is gegund, staat in de begrippenlijst onder meer het volgende opgenomen:
- […] Als een boek bij CB is aangemeld dan wordt hij ook vindbaar bij webshops zoals bol.com etc. als er geen CB aanmelding is dan zal het boek daar niet automatisch verschijnen. Wel staat het ISBN dan in onze database, CB online (wat boekhandels gebruiken) en gaat de info naar de Koninklijke Bibliotheek.
- Bij iedere wijziging (uitgezonderd correcties in de spelling, zinsopbouw en lay-out) moet een nieuw ISBN worden aangevraagd. Wanneer een publicatie in verschillende verschijningsvormen verschijnt (digitaal, luisterboek etc.) dient iedere afzonderlijke verschijningsvorm een eigen ISBN te hebben. Een toegekend ISBN kan nooit meer opnieuw worden gebruikt voor een nieuwe uitgave. Is dit correct? Dit is correct.
- In het voortgezet onderwijs wordt gewerkt met lesmethoden, zoals Biologie voor jou of Nectar voor het vak biologie. Een lesmethode bestaat uit één of meerdere leermiddelen zoals een lesboek, een werkboek, een digitale licentie of een licentie/werkboek combinatie. Deze leermiddelen hebben allemaal een eigen code: het ISBN. Een lesmethode heeftgeenISBN, alleen de onderliggende leermiddelen hebben een ISBN. Is dit correct? Dat klopt, tenzij een leermethode als set verkocht wordt dan zal deze ook een set ISBN moeten krijgen.
- Een voorbeeld: binnen de lesmethode Biologie voor jou bestaat bijvoorbeeld voor2 havo/vwo het handboek […] met als ISBN […]. Dit zijn allen leermiddelen van de lesmethode Biologie voor jou. De lesmethode Biologie voor jou zelf heeftgeenISBN. Is dat correct? Correct, De lesmethode zelf zou geen ISBN moeten krijgen alleen de uitgaves binnen de methode.
- Uitgevers van leermiddelen voor het voortgezet onderwijs werken ook met zogenoemde abonnementen. Abonnementen zijn samenstellingen van verschillende leermiddelen van een lesmethode. Het is niet mogelijk om meerdere edities of samenstellingen van een abonnement te leveren onder eenzelfde ISBN. Elk abonnement krijgt een eigen uniek ISBN. Dus als een leermiddel in een abonnement wijzigt, wijzigt het abonnement en krijgt dat abonnement een nieuw, eigen ISBN. Is dit correct? Dat zou inderdaad zo moeten zijn.
3.Het geschil
De vordering
- i) een verklaring voor recht dat Carmelcollege toerekenbaar tekort is geschoten jegens Iddink in de nakoming van de Overeenkomst 2012 door de overeengekomen en gegarandeerde vierjaarstermijn voor abonnementen op lesmethoden en leermiddelen niet vol te maken en door te weigeren om op grond van de bij het einde van de Overeenkomst 2012 nog lopende abonnementen verschuldigde vergoedingen aan Iddink te betalen;
- ii) Carmelcollege te veroordelen tot betaling van de na 1 augustus 2019 resterende abonnementsgelden aan Iddink, bestaande uit een bedrag van € 4.171.618,32, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente vanaf de dag van dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
- iii) voor recht te verklaren dat Carmelcollege tekort is geschoten jegens Iddink door de overeengekomen en gegarandeerde vierjaarstermijn voor abonnementen op lesmethoden en leermiddelen niet vol te maken en aan Iddink geen concrete en marktconforme vergoeding aan te bieden voor de vervroegde afvoer van de leermiddelen die onderdeel zijn van die abonnementen op grond van de compensatieregeling;
- iv) Carmelcollege te veroordelen, tegen een behoorlijk bewijs van kwijting, aan Iddink een marktconforme compensatie te betalen voor de vervroegde beëindiging van de bij het einde van de Overeenkomst 2012 nog lopende abonnementen, bestaande uit een bedrag van € 1.494.616,83, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente vanaf de dag van dagvaarding, tot de dag der algehele voldoening;
- v) voor recht te verklaren dat Carmelcollege toerekenbaar tekort is geschoten jegens Iddink door de overeengekomen en gegarandeerde vierjaarstermijn en de daaraan gekoppelde terugkoopregeling voor leermiddelen niet toe te passen op leermiddelen die onder de LIFO-percelen van Overeenkomst 2018 worden ingezet als verbruiksmateriaal;
- vi) Carmelcollege te veroordelen, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan Iddink vergoedingen te betalen overeenkomstig de in artikel 9 lid 6 van de Overeenkomst 2012 opgenomen percentages voor leermiddelen die door Iddink nog geen vier jaar zijn geleverd aan Carmelcollege en vervolgens door Noordhoff als verbruiksmateriaal op grond van de Overeenkomst 2018 worden ingezet zonder dat deze boeken door Carmelcollege zijn overgenomen, bestaande uit een bedrag van € 452.778,65, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente vanaf de dag van deze dagvaarding, tot de dag der algehele voldoening;
- vii) Carmelcollege te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als deze kosten niet binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis zijn voldaan;
- viii) Carmelcollege te veroordelen in de nakosten.
4.De beoordeling
Inleiding
abonnement op de lesmethode, betreft het hierin zoverre slechts een semantisch verschil. Daarmee kan immers nog steeds een volledige lesmethode (in abonnementsvorm) worden afgenomen en is de garantieverplichting op het niveau van de lesmethode zoals geformuleerd in de aanbestedingsstukken en de Overeenkomst 2012 niet onbegrijpelijk. Daarbij overweegt de rechtbank dat zelfs als uitgevers in de praktijk geen volledige methode met een ISBN-nummer aanbieden, dit nog niet betekent dat een aanbestedende dienst niet zelfstandig over kan gaan tot definiëring van een lesmethode en het hanteren van een garantie op dat niveau. Het is vervolgens aan de inschrijver om te bepalen of die definitie en de garantie die daarmee gepaard gaat voor haar werkbaar is; zij kan niet achteraf ageren tegen een op zichzelf transparant geformuleerde bepaling, omdat deze niet zou passen binnen haar eigen inkoop- en distributiemogelijkheden. Het had Iddink, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, op basis van de aanbestedingsstukken duidelijk moeten zijn dat een garantie op het niveau van de lesmethoden werd geboden, waarbij
– gelet op het antwoord op vraag 34 – vakdocenten de mogelijkheid hadden om binnen die methoden voor specifieke leermiddelen te kiezen, waarvoor geen individuele afnamegarantie werd geboden.
kanblijken uit een nieuw ISBN-nummer, maar dat zulks niet doorslaggevend is. Immers, in de definitie wordt uitdrukkelijk aangeven dat een nieuwe lesmethode
onder anderekan blijken uit een nieuw ISBN-nummer.
in ieder gevalsprake is als lesmateriaal dat onderdeel uitmaakt van de lesmethode wezenlijk wijzigt. Tegen die achtergrond moet het antwoord op vraag 42 zo worden begrepen dat (enkel) indien als gevolg van een wezenlijke wijziging vervolgens voor afname van een nieuw ISBN-nummer wordt gekozen er sprake is van een keuze voor een nieuwe lesmethode (en dus niet in het geval voor een nieuw ISBN-nummer wordt gekozen zonder dat sprake is van een wezenlijke wijziging).
waarbij volledigheidshalve wordt opgemerkt dat opdrachtgever na einddatum van de overeenkomst geen verplichtingen meer heeft jegens inschrijver”. In zoverre komt aan het antwoord op vraag 153 geen betekenis toe. Die vraag ziet immers op de garantieperiode die geldt gedurende de looptijd van de overeenkomst. De afname van de betreffende (abonnementen op) leermiddelen zijn ook geen “
verplichtingen die naar hun aard bestemd zijn om ook na afloop van de Overeenkomst voort te duren”als bedoeld in artikel 24 van de algemene voorwaarden. Immers, de afname van (abonnementen op) lesmethoden en leermiddelen betreft nu juist de hoofdprestatie van de Overeenkomst 2012, zodat deze afnameverplichtingen juist
naar hun aardgeen nawerking kunnen hebben, maar beperkt blijven tot de looptijd van de overeenkomst. Zulks volgt overigens ook uit de bepaling zelf; uit lid 2 van artikel 24 kan immers worden afgeleid dat deze verplichting veeleer ziet op algemene clausules, zoals geheimhouding- en concurrentiebedingen, die in zijn algemeenheid wel relevant blijven na ommekomst van een overeenkomst. Iddink had hiermee zo nodig bij haar inschrijving rekening kunnen houden, zodat zij hier haar prijsstelling eventueel op had kunnen aanpassen.
1 augustus 2019 gebruik is gaan maken van het zogeheten LIFO-concept, waarbij lesboeken (folio verschijningsvormen) als verbruiksmateriaal worden afgenomen. Door Iddink is verder niet betwist dat voor verbruiksmateriaal andere tarieven gelden dan voor lesboeken voor meerjarig gebruik en blijkens het antwoord op vraag 104 werd voor leermiddelen die als verbruiksmateriaal golden zelfs in het geheel geen compensatie geboden. Aangezien het tarief dat Iddink voor deze boeken in rekening wil brengen gebaseerd is op het consumententarief voor meerjarig gebruik van lesboeken (Iddink gaat immers uit van een vervroegde afschrijving over meerdere jaren), stemt dit tarief niet overeen met het marktconforme tarief dat door Carmelcollege blijkens vraag 102 en 143 voor die leermiddelen werd gehanteerd. Immers, blijkens het LIFO-concept dat per 1 augustus 2019 zou worden gehanteerd, zouden de betreffende folio leermiddelen als verbruiksmateriaal worden aangemerkt. Voor Carmelcollege bestond dan ook niet de verplichting om de boeken tegen de door Iddink gehanteerde tarieven over te nemen, noch om Iddink hiervoor te compenseren. In zoverre kan dan ook niet worden gesteld dat Carmelcollege, door de door Iddink gevraagde compensatie niet te bieden, haar verplichtingen uit de overeenkomst niet is nagekomen. Dat het – zoals Iddink stelt – in wezen gaat om dezelfde boeken, die enkel zijn ‘omgestickerd’, doet het voorgaande geen afbreuk. Immers, het gevolg van die ‘omstickering’ is dat binnen het Folio-concept de betreffende boeken als verbruiksboeken mogen worden gebruikt, zodat erin geschreven kan worden en deze boeken alsdan niet meer herbruikbaar zijn, zodat deze ook niet meer als gebruiksmateriaal door Carmelcollege worden afgenomen van de leverancier.
- griffierecht ad € 4.200,-;
- salaris advocaat ad € 7.998,- (€ 3.999,- x 2 punten, waarvan 1 voor de conclusie van antwoord en 1 voor het bijwonen van de mondelinge behandeling)
5.De beslissing
€ 12.198,-, met bepaling dat indien deze kosten niet binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis zijn betaald, daarover de wettelijke rente is verschuldigd vanaf dat moment tot aan de dag der algehele voldoening;