4.1Eisers zijn het niet eens met het besluit van verweerder en hebben in beroep het volgende naar voren gebracht:
a. uit het bestreden besluit blijkt niet op welk artikel van de Wpbr de afwijzing is gebaseerd. Reeds daarom is sprake van gebrekkige besluitvorming die moet leiden tot gegrond-verklaring van het beroep;
b
.eiser ontkent dat hij schuldig is aan (het medeplegen van) schending van een wettelijke geheimhoudingsplicht. Niet hij, maar zijn vader heeft de geheimhoudingsplicht geschonden. Eiser is het niet eens met het strafvonnis van 22 oktober 2020 en heeft daartegen hoger beroep ingesteld, waarbij hij heeft verzocht om vrijspraak;
c. ten tijde van de aanvraag was eiser nog niet veroordeeld en evenmin was ten aanzien van hem anderszins sprake van feiten als bedoeld in paragraaf 3.3, sub b, van de Beleidsregels. Op grond van het beginsel van onschuldpresumptie mag hij niet worden gestraft met afwijzing van de aanvraag;
d. uit het (ingetrokken) besluit van 7 augustus 2020 blijkt dat de afwijzing van de aanvraag al bij voorbaat vaststond, hoe de zienswijze ook zou luiden, omdat de motivering van de voornemenbrief daarbij ongewijzigd is overgenomen. Dat is in strijd met artikel 2:4 van de Awb (verbod op vooringenomenheid), met het beginsel van fair play, met artikel 3:2 van de Awb (zorgvuldige voorbereiding) en met artikel 3:46 van de Awb (deugdelijke motivering);
e. de Dienstenrichtlijn staat aan het onderhavige vergunningstelsel in de weg, omdat de beoordelingswijze van de betrouwbaarheid niet voldoet aan de eisen van duidelijkheid, ondubbelzinnigheid, objectiviteit, transparantie en toegankelijkheid en omdat deze criteria ook niet vooraf kenbaar zijn gemaakt;
f. de belangen van eisers zijn onvoldoende meegewogen. Het voortbestaan van de onderneming staat op het spel. Verder is de uitoefening van het beveiligingsbedrijf voor eisers niet alleen een bron van inkomsten, maar ook een passie en manier van leven. Het bestreden besluit heeft daarom een grote negatieve impact op het werkzame en persoonlijke leven van eiser;
g. het advies van de korpschef had ingewonnen moeten worden. Nu er geen advies van de korpschef ligt, ontbeert het besluit een deugdelijke motivering;
h. verweerder miskent dat de vergunning en toestemming ook onder voorwaarden of voor een verkorte periode verleend kan worden, zodat eisers de mogelijkheid wordt geboden om het geschonden vertrouwen te herwinnen. Juist door het stellen van voorwaarden kan het belang van de veiligheidszorg en de goede naam van de bedrijfstak worden gewaarborgd. Het nu aangekondigde beroepsverbod is hiervoor in ieder geval te verstrekkend en kan niet in stand blijven.