ECLI:NL:RBOVE:2022:1581

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
1 juni 2022
Publicatiedatum
2 juni 2022
Zaaknummer
C/08/244145 / HA ZA 20-79
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake kennelijke fouten in kruisverwijzingen en veroordeling tot betaling in faillissementen

In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 1 juni 2022 een herstelvonnis gewezen in het kader van de faillissementen van verschillende besloten vennootschappen, waaronder Megahome.nl B.V. en NPB Beheer B.V. De curator, mr. J. van der Hel, had verzocht om verbetering van een eerder vonnis van 23 maart 2022, omdat er kennelijke fouten waren gemaakt in de kruisverwijzingen en een veroordeling tot betaling ontbrak. De rechtbank heeft vastgesteld dat er inderdaad sprake was van fouten die eenvoudig te herstellen waren. De rechtbank heeft de kruisverwijzingen gecorrigeerd en de veroordeling tot betaling van een bedrag van € 455.197,98 aan de curator toegevoegd, met wettelijke rente vanaf 3 januari 2020. Dit bedrag betreft een lening die door NPB Beheer B.V. aan NPB Participatie is verstrekt. De rechtbank heeft ook bepaald dat de verbeteringen op de minuut van het eerdere vonnis moeten worden vermeld. De beslissing is openbaar uitgesproken en de partijen zijn gelast om de ontvangen afschriften van het eerdere vonnis te retourneren aan de griffie.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/244145 / HA ZA 20-79
Vonnis van 1 juni 2022
in de zaak van
Mr. J. VAN DER HEL, in zijn hoedanigheid van curator in de faillissementen van de besloten vennootschappen
Megahome.nl B.V.,
NPB Beheer B.V.,
Megahome.nl Beheer B.V.,
Megahome.nl Grond B.V.,
NPB Bouw B.V.,
NPB Bouwbedrijf B.V.,
MEGA Bouwbedrijf B.V.,
NPB Onroerend Goed B.V.en
Megahome.nl Bouw B.V
kantoorhoudende in Enschede,
hierna te noemen: de curator,
eiser,
advocaat mr. M.T. Nooijen te Enschede,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NEBO VASTGOED B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JDA PARTICIPATIES B.V.,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NPB PARTICIPATIE B.V.,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WIEKO B.V.,
5. de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR MEGAHOME.NL,
alle gevestigd in Zenderen,
hierna tezamen te noemen: NEBO c.s., of afzonderlijk: Nebo, JDA Participaties, NPB Participatie, Wieko en STAK,
gedaagden,
advocaat mr. H. Reitsma te Amsterdam.

1.Het verzoek tot verbetering

1.1.
Bij brief van 26 april 2022 is namens de curator aan de rechtbank verzocht om verbetering van het op 23 maart 2022 in deze zaak gewezen vonnis, in die zin dat de curator stelt dat een aantal kruisverwijzingen zijn versprongen in het dictum van het vonnis en dat daarnaast abusievelijk de veroordeling tot terugbetaling van een bedrag van € 455.197,98 in het dictum ontbreekt.
1.2.
Bij brief van 13 mei 2022 heeft mr. Reitsma namens NEBO c.s. aan de rechtbank bericht bezwaar te hebben tegen inwilliging van dat verzoek. Het bezwaar richt zich niet tegen de kruisverwijzingen, maar wel tegen aanpassing van het dictum met de veroordeling tot betaling. Volgens NEBO c.s. zou toewijzing van de gevorderde betaling leiden tot een dubbeltelling, omdat een deel van de lening ter hoogte van € 455.197,98 bestaat uit de dividenduitkering (die reeds terugbetaald moet worden), en dient het debat hierover in hoger beroep plaats te vinden.

2.De beoordeling

2.1.
Op grond van artikel 31 Rv verbetert de rechter te allen tijde op verzoek van een partij of ambtshalve in zijn vonnis een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent, nadat partijen in de gelegenheid zijn gesteld zich daarover uit te laten.
2.2.
De rechtbank is van oordeel dat in het vonnis van 23 maart 2022 ten aanzien van de kruisverwijzingen in het dictum inderdaad sprake is van kennelijke fouten die zich voor eenvoudig herstel lenen. De rechtbank zal het verzoek van de curator tot verbetering van het vonnis dan ook toewijzen als volgt.
  • In rov. 6.5 wordt verwezen naar rov. 6.1, dit zou moeten zijn rov. 6.2;
  • In rov. 6.6 wordt verwezen naar rov. 6.4, dit zou moeten zijn rov. 6.5;
  • In rov. 6.7 wordt verwezen naar rov. 6.1 onder F.22. en G.23., dit zou moeten zijn rov. 6.2 onder G.22. en G.23.;
  • In rov. 6.8 wordt verwezen naar rov. 6.6, dit zou moeten zijn rov. 6.7.
2.3.
Ook ten aanzien van de vordering van de curator tot betaling van het bedrag van € 455.197,98 is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent. De rechtbank heeft in rov. 5.29 vastgesteld dat het bedrag ter hoogte van € 455.197,98 door NPB Beheer B.V. aan NPB Participatie uitgeleende gelden betreft op grond van een overeenkomst van geldlening van 2 januari 2007 (productie 105 zijdens NEBO c.s.). In rov. 5.35 heeft de rechtbank vervolgens geoordeeld dat de curator betaling van die en andere geldleningen kan vorderen. De veroordeling tot betaling van dit bedrag is ten onrechte niet in het dictum vermeld.
Dat staat los van het oordeel van de rechtbank in rov. 5.27 jo. 5.12 dat de vordering tot terugbetaling van de dividenduitkeringen toewijsbaar is. Voor zover NEBO c.s. daar inhoudelijk anders tegenaan kijkt, dient het debat daarover inderdaad in hoger beroep gevoerd te worden. De rechtbank zal het verzoek tot herstel dan ook toewijzen in die zin dat aan het dictum wordt toegevoegd dat zij:
- NPB Participatie veroordeelt tot betaling van € 455.197,98 aan de curator in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van NPB Beheer B.V., te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 3 januari 2020 tot en met de dag van volledige betaling;
2.4.
Daarnaast wordt rov. 6.14. van het dictum gewijzigd in die zin dat ook voornoemde toegevoegde veroordeling uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
bepaalt dat de rechtsoverwegingen van het op 23 maart 2022 tussen de curator en NEBO gewezen vonnis, waar staat:
6.5
gebiedt gedaagden om binnen veertien dagen na vandaag de hypotheken als bedoeld in rov. 6.1. onder E.20.a tot en met j ongedaan te maken en in de registers door te halen;
6.6.
machtigt de curator om bij het uitblijven van de in rov. 6.4. genoemde doorhalingen de betreffende hypotheekrechten zelf door te halen en bepaalt dat dit vonnis krachtens artikel 3:300 lid 1 BW dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte daartoe;
6.7.
gebiedt gedaagden om binnen veertien dagen na vandaag de leveringen en cessie als bedoeld in rov. 6.1. onder F.22 en G.23 ongedaan te maken en de akten van teruglevering in te schrijven in de openbare registers;
6.8.
machtigt de curator om bij het uitblijven van de in rov. 6.6. genoemde handelingen de uitvoering daarvan zelf te bewerkstelligen en bepaalt dat dit vonnis krachtens artikel 3:300 lid 1 BW dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte daartoe;
6.14.
verklaart dit vonnis wat betreft rov. 6.5 tot en met 6.13 uitvoerbaar bij voorraad;
worden gewijzigd in:
6.5
gebiedt gedaagden om binnen veertien dagen na vandaag de hypotheken als bedoeld in rov. 6.2. onder E.20.a tot en met j ongedaan te maken en in de registers door te halen;
6.6.
machtigt de curator om bij het uitblijven van de in rov. 6.5. genoemde doorhalingen de betreffende hypotheekrechten zelf door te halen en bepaalt dat dit vonnis krachtens artikel 3:300 lid 1 BW dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte daartoe;
6.7.
gebiedt gedaagden om binnen veertien dagen na vandaag de leveringen en cessie als bedoeld in rov. 6.2. onder G.22 en G.23 ongedaan te maken en de akten van teruglevering in te schrijven in de openbare registers;
6.8.
machtigt de curator om bij het uitblijven van de in rov. 6.7. genoemde handelingen de uitvoering daarvan zelf te bewerkstelligen en bepaalt dat dit vonnis krachtens artikel 3:300 lid 1 BW dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte daartoe;
6.14.
verklaart dit vonnis wat betreft rov. 6.5 tot en met 6.13 en rov. 6.16 uitvoerbaar bij voorraad;
3.2.
bepaalt dat aan het dictum wordt toegevoegd:
6.16.
veroordeelt NPB Participatie tot betaling van € 455.197,98 aan de curator in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van NPB Beheer B.V., te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 3 januari 2020 tot en met de dag van volledige betaling.
3.3.
bepaalt dat deze verbeteringen onder de vermelding van de datum 1 juni 2022 worden vermeld op de minuut van het vonnis van 23 maart 2022,
3.4.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 23 maart 2022 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mrs. J.M. van den Wall Bake, E.C. Rozeboom en A.M. van Diggele en in het openbaar uitgesproken op 1 juni 2022.