ECLI:NL:RBOVE:2015:3937
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr.drs. G. Edelenbos
- mr. J.H.M. Hesseling
- mr. D. Hardonk-Prins
- Rechtspraak.nl
Terugvordering WWB-uitkering en oplegging van boete wegens niet gemelde bankrekeningen
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 27 augustus 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. E. Schriemer, en het college van burgemeester en wethouders van Zwolle, vertegenwoordigd door mr. E. Hoekstra. De zaak betreft de terugvordering van een WWB-uitkering en de oplegging van een boete aan eiseres. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres geen opgave heeft gedaan van drie bankrekeningen waarvan het vermogen de voor haar geldende vermogensgrens overschreed. Dit leidde tot de intrekking van haar uitkering per 14 oktober 2008 en een terugvordering van € 11.102,15 over de periode van 14 november 2008 tot en met 10 november 2013. Daarnaast is aan eiseres een boete opgelegd van € 2.440,90. Eiseres heeft tegen deze besluiten bezwaar gemaakt, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 28 mei 2015 heeft de rechtbank de zaak behandeld. De rechtbank overweegt dat eiseres haar inlichtingenplicht heeft geschonden door geen melding te maken van de bankrekeningen. De rechtbank oordeelt dat de terugvordering van de uitkering en de hoogte van de boete gerechtvaardigd zijn, waarbij rekening is gehouden met de verminderde verwijtbaarheid van eiseres. De rechtbank heeft de boete niet gematigd, omdat eiseres geen gronden heeft aangevoerd tegen de hoogte ervan. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en zijn er geen proceskosten vergoed.