ECLI:NL:RBOVE:2014:2871
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens gebrek aan specifieke volmacht
In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 28 mei 2014 uitspraak gedaan in een beroep dat was ingesteld door eiser, vertegenwoordigd door H.P. Olthof, tegen de Minister van Veiligheid en Justitie. Het beroep was gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een bezwaarschrift dat op 1 juli 2013 was ingediend. De rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat de gemachtigde, Olthof, niet de vereiste specifieke volmacht had overgelegd. De rechtbank had eerder, bij brief van 7 februari 2014, Olthof verzocht om binnen drie weken een specifieke volmacht in te dienen, maar deze was niet ontvangen. Olthof had een standaard machtiging ingediend die volgens de rechtbank te algemeen was en niet voldeed aan de eisen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overwoog dat de machtiging niet specifiek genoeg was om aan te tonen dat Olthof bevoegd was om namens eiser op te treden in deze specifieke zaak. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en de Hoge Raad, waarin werd benadrukt dat een machtiging voldoende specifiek moet zijn. Aangezien de gevraagde volmacht niet was ingediend, werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter J.H.M. Hesseling en griffier G. Kootstra, en is openbaar uitgesproken.