ECLI:NL:RBOBR:2025:4684
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling WOZ-waarde van een woning en de toepassing van de vergelijkingsmethode door de heffingsambtenaar
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant op 25 juli 2025, in de zaak tussen eiser en de heffingsambtenaar van de gemeente Waalre, wordt de WOZ-waarde van een woning beoordeeld. De heffingsambtenaar had de waarde vastgesteld op € 360.000 voor het kalenderjaar 2023, wat door eiser werd betwist. Eiser stelde dat de heffingsambtenaar onvoldoende rekening had gehouden met de toestand van de woning, waaronder een gedateerde keuken en badkamer. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar aannemelijk had gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog was. De rechtbank volgde de argumentatie van de heffingsambtenaar, die de waarde had onderbouwd met een taxatierapport waarin de vergelijkingsmethode was toegepast. Eiser kreeg geen gelijk en het beroep werd ongegrond verklaard, wat betekende dat hij geen griffierecht terugkreeg en geen vergoeding van proceskosten ontving. De uitspraak benadrukt de rol van de heffingsambtenaar in het bewijzen van de vastgestelde waarde en de beoordeling van taxatierapporten door de rechtbank.