ECLI:NL:RBOBR:2025:2401
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling WOZ-waarde van een woning en de toepassing van de vergelijkingsmethode door de heffingsambtenaar
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant op 23 april 2025, in de zaak tussen eiser en de heffingsambtenaar van de gemeente Waalre, wordt de WOZ-waarde van een woning beoordeeld. De heffingsambtenaar had de waarde vastgesteld op € 405.000 voor het kalenderjaar 2023, wat door eiser werd betwist. Eiser stelde dat de waarde te hoog was en voerde aan dat de woning in een matige staat van onderhoud verkeerde, met een gedateerde keuken en badkamer. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk had gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog was. De rechtbank volgde de heffingsambtenaar in zijn redenering en concludeerde dat eiser niet had voldaan aan zijn stelplicht om aan te tonen dat de woning matig onderhouden was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk kreeg en geen vergoeding van proceskosten ontving. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.