ECLI:NL:RBOBR:2025:2147
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling WOZ-waarde van een woning en de mogelijkheid tot beroep door mede-eigenaar
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant op 10 april 2025, in de zaak met nummer SHE 24/543, werd de WOZ-waarde van een woning in Eindhoven beoordeeld. De heffingsambtenaar had de waarde vastgesteld op € 949.000 voor het kalenderjaar 2023, wat door de eiser werd betwist. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar aannemelijk had gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog was. De eiser, die als mede-eigenaar en gebruiker van de woning beroep had ingesteld, stelde dat de heffingsambtenaar onvoldoende rekening had gehouden met de gedateerde keuken en badkamer van de woning. De rechtbank concludeerde echter dat de heffingsambtenaar voldoende rekening had gehouden met de kwaliteit en het onderhoud van de woning en de vergelijkingsobjecten. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de eiser geen gelijk kreeg en geen vergoeding van proceskosten ontving. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.