5.25Hierna zijn sprekende passages van vier overgelegde verklaringen van medewerkers weergegeven. Uit de overige in de procedure gebrachte verklaringen (bijvoorbeeld van [G] , [H] , [B] en [I] ) volgt vergelijkbare informatie.
CEO [A] (productie 12 bij het verzoekschrift)
(…) Een leidinggevende met een directieve leiderschapsstijl die hoge eisen aan anderen stelt, zal immers ook zelf de verwachtingen continu moeten blijken waarmaken om geloofwaardig te blijven. Op het moment dat binnen het team het beeld ontstaat dat de leider zelf niet levert, maar wel van alles van anderen eist, dan verliest deze in rap tempo draagvlak. En dat is precies wat er is gebeurd.
Naarmate de druk om te presteren groter werd, hoe dominanter en solistischer [verweerder] ging acteren en hoe feller [verweerder] werd in het zoeken van de confrontatie. Dit gebeurde niet alleen in het HR team, maar tevens in de ExCom. (…) Wanneer daarover werd gesproken, reageerde [verweerder] als door een wesp gestoken (…)
Het is vervelend om te moeten zeggen, maar [verweerder] is steeds meer een bron van onrust en conflicten geworden. Overal waar zij kwam ontstond ruzie en verdeeldheid. Het draagvlak voor [verweerder] brokkelde steeds verder af. (…)
Diverse medewerkers hebben aangegeven dat zij niet meer met [verweerder] willen samenwerken en zij de organisatie zullen verlaten indien er niets verandert. Dat maakt de positie van [verweerder] niet langer houdbaar. (…)”
CFO [C] (productie 13 bij het verzoekschrift)
“(…) Ik heb uit hoofde van mijn functie regelmatig van doen (gehad) met [verweerder] (…).
[verweerder] is pittig. Zij kan behoorlijk dominant en overheersend zijn. [verweerder] biedt weinig tot geen ruimte voor inbreng van anderen. Het moet gaan zoals [verweerder] het wil. Als het [verweerder] niet bevalt laat zij het duidelijk merken. Zij heeft wat dat betreft een kort lontje. (…) Ook de dominante manier van leidinggeven wringt met de kern-waarden van Renewi. (…) Op een gegeven moment kwamen er steeds meer signalen uit onder het eigen team van [verweerder] dat samenwerken met [verweerder] uitermate lastig was. Zij was slecht bereikbaar, reageerde niet of nauwelijks op vragen van teamleden, acteerde solistisch en boekte vrijwel geen progressie met de HR doelstellingen. Tegelijkertijd werd zij steeds dominanter in haar gedrag, waardoor de sfeer verslechterde en medewerkers meer en meer ontevreden werden. (…) [verweerder] had in het ExCom een licht ontvlambare en defensieve houding ten opzichte van o.a. divisiedirecteuren. Er ontstonden steeds meer clashes, vooral omdat [verweerder] haar eigen plan volgde en er geen rekening hield met de input van anderen. Wanneer [verweerder] op bepaalde zaken werd aangesproken, zag zij dit als een persoonlijke aanval. In plaats van de dialoog te zoeken en de-escalerend te handelen, ging [verweerder] steeds meer de confrontatie aan. (…)
Het HR Team heeft collectief het vertrouwen in [verweerder] opgezegd. Inmiddels is duidelijk geworden dat er organisatie-breed geen steun voor [verweerder] meer is. Naast het HR team heeft ook de ExCom het vertrouwen opgezegd. [verweerder] wordt niet langer geaccepteerd als GHRD. Daarmee is een onwerkbare en onhoudbare situatie ontstaan. (…)”.
Managing Director BeLux, de heer [F] (productie 14 bij het verzoekschrift)
“(…) Als lid van het Executive Committee bij Renewi, heb ik veelvuldig te maken gehad met HR als functie, en met [verweerder] als leidinggevende hierin. Het is een breed gedragen beeld dat [verweerder] zeer polariserend is binnen de organisatie. [verweerder] is namelijk zeer nadrukkelijk aanwezig, enorm gefocust op haar eigen beeldvorming, en daarin ook zeer dominant in haar gedrag. Uiteraard heeft ze de functionele eindverantwoordelijkheid, maar hierin stuurt ze niet op impact als beleidspartner, dan wel op eigen ideeën, en wat er nodig is om deze tot uitvoering te brengen. Dat is wel jammer, want hoewel ze inhoudelijk wel toegevoegde waarde kan brengen, wordt het te regelmatig persoonlijk, soms zelfs ‘vijandelijk’ wanneer ze niet gedaan krijgt hoe zij het wil. Dan zoekt zij de aanval, waarin ik weerom zie dat sommige ethische codes gebroken worden. Middelen die het doel heiligen, en niet andersom. Zo zie je vaak meerdere versies van één waarheid ontstaan, wat de cohesie binnen het Executive Committee niet ten goede komt, maar ook waardoor collega’s in hiërarchisch ondergeschikte rollen zich geïntimideerd voelen.
Een voorbeeld hiervan is haar objectief om binnen Renewi een professioneel HR
software systeem op te zetten. In 2022 is dit tot 2x moeten herstarten, telkens omdat
er geen voldoende draagvlak was binnen de Renewi leiding, maar waarbij [verweerder] toch
éénzijdig verbintenissen had afgesloten. Dat is kenmerkend voor [verweerder] . (…)
Naast houding en gedrag, is een ander probleem met [verweerder] dat zij een eigen agenda
heeft. [verweerder] redeneert vanuit haar eigen (HR) belang. Zo lang [verweerder] de eigen
doelstellingen maar bereikt is het goed. Het belang van anderen, of hun afwijkende
kijk hierop, is daaraan ondergeschikt. (…)
Er moet bereidheid tot samenwerking zijn, en vooral vertrouwen! Ik heb moeten
ervaren dat [verweerder] toch vooral een eigen agenda heeft. HR voor HR noem ik het soms,
in plaats van HR als business partner. (…)
Mij lijkt dat er geen enkel draagvlak meer is voor [verweerder] . Zowel inhoudelijk, maar vooral de meervoudige vertrouwensbreuken met al te veel collega’s, lijken het voor mij onmogelijk te maken om [verweerder] nog opnieuw te kunnen integreren. Net zoals gedurende de periode dat [verweerder] vanwege ziekte afwezig was, is ook nu de rust wedergekeerd. Er is weer eenheid in het HR team. De sfeer is sterk verbeterd en medewerkers hebben het plezier in hun werk teruggevonden. (…)”
HR Director Commercial Waste NL, mevrouw [D] (productie 8 bij het verzoekschrift)
“(…) Ik ben gewend om nauw samen te werken met collega’s. Ik geloof dat je samen meer weet dan alleen en alleen gezamenlijk tot de beste resultaten komt. Daarvoor is wel noodzakelijk dat wordt opengestaan voor input van anderen en de bereidheid om dar wat mee te doen. Dat was in de periode dat ik bij Renewi werk en [verweerder] aanwezig was zeer beperkt het geval. [verweerder] laat geregeld dominant gedrag zien. Anderen krijgen weinig ruimte om input te leveren. Wanneer dat toch wordt geprobeerd, laat [verweerder] duidelijk merken dat dat niet de bedoeling is. (…)
Door haar gedrag in die periode is haar situatie bij Renewi wat mij betreft onhoudbaar geworden. Voorspelbaarheid en respectvol gedrag zijn zaken die m.i. aanwezig moeten zijn om deze functie goed ui te kunnen voeren. Helaas heb ik dat niet op het door mij gewenste niveau ervaren. (…)”