Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 oktober 2024 in de zaken tussen
[naam] , uit [woonplaats] , eiseres
Inleiding
Feiten
Standpunten van partijen
.De rechtbank overweegt dat volgens vaste rechtspraak van de Raad onder “zijn arbeid” wordt verstaan het laatstelijk voor het intreden van de ongeschiktheid tot werken verrichte werk. [7] Naar het oordeel van de rechtbank is de verzekeringsarts B&B daarom terecht uitgaan van de laatst verrichte arbeid die eiseres bij haar ziekmelding heeft ingevuld op de vragenlijst. Daarin heeft eiseres aangegeven dat zij het laatst, voor zij in de WW kwam, als flexmedewerker polikliniekassistente heeft gewerkt voor 20 uur per week. Overigens overweegt de rechtbank dat (de gemachtigde van) eiseres op de zitting heeft verklaard dat beide functies inhoudelijk grotendeels overeenkomen. Als al zou moeten worden uitgegaan van die eerdere functie, waarbij eiseres wijst op het verschil in urenomvang, dan is dat verschil hier niet relevant. Voor eiseres is namelijk geen urenbeperking is vastgesteld.