ECLI:NL:CRVB:2016:1688
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.E. Bakker
- P. Vrolijk
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ziekengeld en arbeidsongeschiktheid van een vangnetter zonder werkgever
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant die ziek is geworden tijdens zijn werkzaamheden als schoonmaker/veger. Appellant was vanaf 9 april 2013 via een uitzendbureau werkzaam als kabellegger, maar meldde zich op 20 juni 2013 ziek vanwege rugklachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft vastgesteld dat appellant per 1 augustus 2013 geen recht meer had op ziekengeld, wat door de rechtbank is bevestigd. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat zijn belastbaarheid in zijn arbeid wordt overschreden, maar het Uwv heeft dit betwist. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank het Uwv terecht heeft gevolgd in het aanmerken van de werkzaamheden als veger/schoonmaker als de maatstaf voor zijn arbeid. De Raad heeft vastgesteld dat er geen informatie is die de beschrijving van het werk onjuist maakt en dat de medische beoordeling van de verzekeringsarts juist is. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep niet slaagt.