ECLI:NL:RBOBR:2024:4345
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een woning en de toepassing van waarderingsuitzonderingen
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant op 20 september 2024, wordt de WOZ-waarde van een woning in [woonplaats] beoordeeld. De heffingsambtenaar van de gemeente Heusden had de waarde van de woning vastgesteld op € 456.000 voor het kalenderjaar 2023. Eiser, de eigenaar van de woning, heeft beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar, die de waarde had gehandhaafd. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar de vergelijkingsmethode correct heeft toegepast en voldoende rekening heeft gehouden met de verschillen tussen de woning en de vergelijkingsobjecten. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat de waarderingsuitzondering voor waterverdedigingswerken van toepassing is, omdat de dichtstbijzijnde dijk niet op zijn perceel ligt. Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de heffingsambtenaar voldoende rekening heeft gehouden met de toestand van de woning, waaronder de gedateerde keuken en badkamer, en de schimmelvorming. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen proceskostenvergoeding ontvangt.