ECLI:NL:RBOBR:2024:1800
Rechtbank Oost-Brabant
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag parkeerbelasting en hoorplicht in bezwaar
In deze zaak gaat het om een naheffingsaanslag parkeerbelasting die is opgelegd aan eiser op 3 november 2022, nadat zijn voertuig op 31 oktober 2022 zonder betaling van de verschuldigde parkeerbelasting was geparkeerd. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag, maar stelt dat hij ten onrechte niet telefonisch is gehoord tijdens de bezwaarprocedure. De heffingsambtenaar heeft echter verklaard dat hij telefonisch contact heeft geprobeerd op te nemen met de gemachtigde van eiser, maar dat deze niet bereikbaar was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de werkwijze van eisers gemachtigde in eerdere zaken al bekritiseerd is vanwege het aanvoeren van alleen formele gronden en het slecht bereikbaar zijn. Hierdoor oordeelt de rechtbank dat eiser niet geloofwaardig heeft weersproken dat er contact is geweest met zijn gemachtigde. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, omdat eiser geen inhoudelijke gronden heeft aangevoerd tegen de naheffingsaanslag. De uitspraak is gedaan op 23 april 2024 door mr. A.F. Vink, rechter, in aanwezigheid van mr. Y. Mutsaers, griffier. Eiser heeft het recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch.