Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de dagvaarding met 18 producties,
- de conclusie van antwoord met 20 producties,
- het tussenvonnis van 6 oktober 2021 waarin een mondelinge behandeling is bevolen,
- de op 23 juni 2022 toegezonden aanvullende producties 19 t/m 31 van [eiser] ,
- de op 1 juli 2022 toegezonden aanvullende productie 32 van [eiser] ,
- de mondelinge behandeling van 5 juli 2022, waar partijen spreekaantekeningen hebben overgelegd.
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
Dientengevolge zal de bank gerechtigd zijn om alle bedragen, welke krachtens of terzake van voormelde overeenkomst te eniger tijd, onder welke benaming ook zullen worden uitgekeerd, in ontvangst te nemen, deze desnoods in rechte op te vorderen en daarvoor kwijting te geven en alle aan hem verpande rechten uit te oefenen.”