Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2.Stukken van het geding
3.Feiten
7 oktober 2018 een volmacht gegeven aan één familielid van de vaderlijke tak.
€ 1.400.000,- vanuit de Stichting aan zichzelf uitgekeerd. In juni 2011 heeft de notaris een bedrag van € 5.000,- vanuit de Stichting aan zichzelf uitgekeerd. Gelijke bedragen werden door de notaris aan [de heer Z] uitgekeerd.
4.Standpunt van het BFT
5.Standpunt van de notaris
6.Beoordeling
(kandidaat-)notaris waarop de klacht betrekking heeft. Verder bepaalt dit wetsartikel dat de beslissing tot niet-ontvankelijkverklaring achterwege blijft indien de gevolgen van het handelen of nalaten redelijkerwijs pas nadien bekend zijn geworden. In dat geval verloopt de termijn voor het indienen van een klacht een jaar na de datum waarop de gevolgen redelijkerwijs als bekend geworden zijn aan te merken.
3 december 2015 is gestart. Daarmee is de klacht tijdig (want op 14 juli 2017) ingediend en het BFT ontvankelijk.
kerntakenals notaris
ernstigheeft veronachtzaamd. De notaris heeft in de uitoefening van zijn taak als notaris in strijd gehandeld met zijn onafhankelijkheid en onpartijdigheid. Als gevolg van een door hemzelf bedachte constructie heeft de notaris een vermogensvermeerdering van ruim € 2.200.000,- in privé bewerkstelligd. Op geen enkel moment heeft de notaris contact gezocht met de betrokken familieleden om hen op de hoogte te stellen van de uiteindelijke financiële gevolgen van de in 2009 ontstane situatie (uitbetaling moederlijke tak en schenking van leden van de vaderlijke tak) en daarover overleg te plegen. Bovendien, zo is ter zitting in hoger beroep gebleken, heeft de notaris tot op heden geen afstand gedaan van de gelden die hij in privé aan zichzelf heeft uitbetaald.