Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[eiser 1] ,
1.[erfgenaam 1] ,
2. [erfgenaam 2] ,
3. [erfgenaam 3] ,
4. [erfgenaam 4] ,
5. [erfgenaam 5] ,
6. [erfgenaam 6] ,
7. [erfgenaam 7] ,
8. [erfgenaam 8] ,
9. [erfgenaam 9] ,
10. [erfgenaam 10] ,
11. [erfgenaam 11] ,
12. [erfgenaam 12] ,
13. [erfgenaam 13] ,
14. [erfgenaam 14] ,
1.Het verdere verloop van het geding
2.De verdere beoordeling
- Eisers en de door eisers in deze procedure opgeroepen erfgenamen zijn samen de erfgenamen van wijlen mevrouw [erflaatster] (verder te noemen: erflaatster).
- Tot de nalatenschap behoort een woonboerderij (verder te noemen: de woning).
- Tot september 2014 woonde erflaatster redelijk zelfstandig in haar woning, tot september 2013 samen met haar broer [broer] en na zijn overlijden alleen. In september 2014 heeft zij haar intrek genomen in een verzorgingshuis, zij was toen 89 jaar oud.
- Twee dagen nadat erflaatster naar het verzorgingshuis was verhuisd, heeft gedaagde (een achterneef van erflaatster) zijn intrek genomen in de woning.
- Erflaatster en haar broer [broer] waren beiden kinderloos. Zij deden jaarlijks een schenking aan de neven en nichten (de erfgenamen), ieder ontving hetzelfde bedrag.
- In januari 2017 hebben alle neven en nichten voor het laatst een schenking ontvangen van erflaatster. Daarna resteerde onvoldoende saldo voor de schenkingen in 2018.
- Eiser sub 2 heeft erflaatster toen voorgesteld de woning de verkopen om op die manier de schenkingen te kunnen blijven doen en bovendien de zorgkosten te kunnen betalen. Het stond vast dat erflaatster niet meer in de woning terug zou keren.
- Erflaatster heft ingestemd met verkoop van de woning en heeft in januari 2017 een verkoopopdracht voor makelaar Schimmel ondertekend.
- De woning is in januari 2017 getaxeerd in verband met de voorgenomen verkoop; de waarde van de woning, vrij van huur en gebruik, is vastgesteld op € 362.000,-.
- Gedaagde heeft aangegeven de woning graag te willen kopen. Hij is in de gelegenheid gesteld de woning te kopen voor de getaxeerde waarde van € 362.000,-. De verkoop aan gedaagde heeft geen doorgang gevonden. Later is opnieuw gesproken over verkoop van de woning aan gedaagde, maar ook toen heeft de verkoop geen doorgang gevonden.
- In februari 2017 is een wilsbekwaamheidsbeoordeling voor erflaatster aangevraagd.
- Erflaatster is op 24 december 2017 overleden.
- In het testament van erflaatster zijn drie neven als executeur aangewezen. De situatie rond de woning heeft geleid tot meningsverschillen tussen de executeurs. De kantonrechter heeft de executeurs vervolgens ontslagen en mr. E.A. de Jong, notaris te Eersel , als executeur benoemd. Mr. De Jong heeft zijn werkzaamheden voltooid en bij brief van 1 mei 2020 het beheer van de nalatenschap overgedragen aan de gezamenlijke erfgenamen.
Voorts betaalt hij zelf zijn gas en licht en zijn aandeel van de onroerend zaakbelasting en de waterschapsbelasting, aldus gedaagde. Ter onderbouwing daarvan heeft hij energienota’s en bankafschrijvingen overgelegd (productie 1 en 2). Verder heeft hij onder punt 22 in de conclusie van antwoord opgesomd welke werkzaamheden hij heeft verricht, en heeft hij ter onderbouwing daarvan nog enkele foto’s en nota’s overgelegd (productie 7).
voorschotbedragen [onderstreping kantonrechter] aan Essent Retail Energie van de bankrekening van erflaatster zijn afgeschreven. Maar, dit betreffen voorschotbedragen en overigens blijkt uit de bankrekeningafschriften niet op welk adres deze voorschotbedragen betrekking hebben. Van de eindafrekening energie 2017, die volgens eisers ook van de rekening van erflaatster is afgeschreven, hebben eisers geen bewijs overlegd.