ECLI:NL:RBOBR:2021:2844
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde en misbruik van recht in belastingzaak
In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 15 juni 2021 uitspraak gedaan in een belastinggeschil tussen eiser en de heffingsambtenaar van de gemeente 's-Hertogenbosch. Eiser heeft beroep ingesteld tegen de vastgestelde WOZ-waarde van zijn woning, die door de heffingsambtenaar op € 343.000 is vastgesteld. De heffingsambtenaar voerde aan dat er sprake was van misbruik van recht, omdat de gemachtigde van eiser het beroep tegen de wil van eiser zou hebben voortgezet. De rechtbank oordeelde echter dat eiser zich had bedacht en dat de gemachtigde de wens van eiser om het beroep voort te zetten, heeft uitgevoerd. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van misbruik van recht en dat de WOZ-waarde niet te hoog was vastgesteld. Eiser had geen onderbouwing voor zijn bewering dat de waarde niet hoger dan € 315.000 zou moeten zijn. De rechtbank heeft ook het verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn afgewezen, omdat er bijzondere omstandigheden waren die de termijnoverschrijding verklaarden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.