Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 9 januari 2019
- het proces-verbaal van comparitie van 18 juni 2019.
2.Inleiding
3.De feiten
Het doel van een renteswap is, zo heb ik het in ieder geval altijd van Van Lanschot begrepen, om een variabele rente te fixeren. Ook om die reden is een renteverhoging tijdens de looptijd van de aan de geldlening gekoppelde renteswap niet toegestaan. Door het verkopen van een renteswap heeft Van Lanschot Bankiers ook haar eigen opslag gefixeerd, anders is mij toen een ondeugdelijk c.q. een onjuist product verkocht. Indien u hieraan voorbij gaat dan wordt naar mijn mening onzorgvuldig omgegaan met uw zorgplicht jegens mij, zeker als particulier zijnde..”
[eiser] ( [eiser] ; rb) heeft van andere banken begrepen dat een bank, dus ook VLB (Van Lanschot; rb), sowieso 1% van de totale swap verdient bij het afsluiten van een swap en haalt hierbij aan dat naar zijn mening VLB te makkelijk over de zorgplicht van de bank heen stapt, immers:hij is een particulier, waarbij hem altijd door VLB verteld is dat het renterisico hiermee volledig is afgedekt!”
Door [eiser] wordt hierbij aangegeven dat VLB vanaf het begin altijd nauw betrokken is geweest en dit nu de eerste keer is dat hij op de risico’s wordt gewezen zoals die nu door VLB worden genoemd. Zo is de overheveling toentertijd van de box 1 panden van zakelijk naar privé in nauw overleg met VLB geschied en wordt hem dit nu min of meer voor de voeten geworpen.”
4.Het geschil
5.De beoordeling
De zorgplicht van Van Lanschot
6.De beslissing
30 oktober 2019voor het nemen van een akte door [eiser] over hetgeen is vermeld onder 5.44 en 5.45 en door Van Lanschot over hetgeen is vermeld onder 5.51, waarna Van Lanschot en [eiser] ieder op de rol van zes weken daarna een antwoordakte kunnen nemen,