Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 mei 2019 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser,
de heffingsambtenaar van de gemeente Reusel-De Mierden, verweerder(gemachtigde: J.W.A. Roest).
Procesverloop
Overwegingen
- voor de erven gezamenlijk: voor hen bestaat de mogelijkheid gezamenlijk in bezwaar op te komen tegen de beschikking (waarbij zij zich kunnen laten vertegenwoordigen door een namens de erven daartoe gevolmachtigde persoon);
- voor de individuele erfgenaam die rechthebbende is tot een nog onverdeelde nalatenschap: ofwel de weg van rechtstreeks bezwaar tegen de WOZ-beschikking op de voet van artikel 26a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR),
ofwel de weg van bezwaar tegen een medebelanghebbendebeschikking op de voet van artikel 28 van de Wet WOZ. De belastingplichtige dient hierin wel een keuze te maken en een rechtsmiddel kan slechts eenmaal aangewend worden, aldus het gerechtshof.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 46 aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 21,68.