ECLI:NL:RBOBR:2017:1671
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
WIA-uitkering en procesbelang in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 24 maart 2017 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de afwijzing van een WIA-uitkering aan eiseres. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat haar per 11 februari 2016 geen recht op een WIA-uitkering toekende. Het bestreden besluit van 22 september 2016 verklaarde het bezwaar ongegrond. Tijdens de zitting op 27 januari 2017 werd duidelijk dat partijen het erover eens waren dat eiseres geen recht had op de WIA-uitkering, wat leidde tot de vraag of eiseres nog procesbelang had. Eiseres stelde dat de mate van arbeidsongeschiktheid van belang was voor een toekomstige verzekeringsuitkering, maar deze stelling werd niet onderbouwd. De rechtbank oordeelde dat er geen procesbelang was, omdat het resultaat van de procedure geen feitelijke betekenis voor eiseres had. De rechtbank concludeerde dat het beroep niet-ontvankelijk was, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter Y.S. Klerk, in aanwezigheid van griffier M.E.A. Stadhouders.