Uitspraak
RECHTBANK Noord-Nederland
1.MODULUXE BEHEER B.V.,
2.
[A],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
- de bankmutaties van Moduluxe over de periode 16 augustus 2019 t/m 30 november 2021;
- de facturen gericht aan Moduluxe vanaf het jaar 2020.
3.De vordering
4.De beoordeling
enigeschade heeft geleden en aldus een (schade)vordering heeft op Moduluxe. Beheer c.s. zelf verklaart immers ook dat de bouwkosten in de contractperiode sterk gestegen zijn. Dat PDZD voorts extra kosten heeft of zal moeten maken om de woningen door een andere aannemer te laten afbouwen, heeft Beheer c.s. niet voldoende gemotiveerd weersproken, terwijl die extra kosten een direct gevolg zijn van het feit dat Moduluxe haar verplichtingen niet nakwam. Daarbij merkt de rechtbank op dat Beheer c.s. nog betoogd heeft dat PDZD ook geconfronteerd zou zijn met de gestegen bouwkosten indien Moduluxe de werkzaamheden voor PDZD had afgerond. Volgens Beheer c.s. kon Moduluxe de hogere kosten namelijk doorberekenen aan PDZD, dit wegens onvoorziene omstandigheden. Dat Moduluxe de hogere kosten geheel had kunnen doorberekenen, kan gelet op het debat tussen partijen in dit vonnis niet worden vastgesteld. Als er inderdaad kosten doorberekend hadden kunnen worden valt echter niet op voorhand in te zien dat dit voor alle kosten zou gelden. Voor welk bedrag mogelijk dan wel kan gelet op wat hierna wordt geoordeeld thans in het midden blijven.