Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de kantonrechter van 5 december 2024
[betrokkene] (hierna: de betrokkene),
Inleiding
€ 300,38.De officier heeft daarbij de volgende berekening gemaakt: 1,5 punt x € 534,00 (tarief) x 0,25 (wegingsfactor (zeer licht)) x 1,5 (factor samenhangende zaken). Tegen deze beslissing heeft gemachtigde beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Beoordeling door de kantonrechter
Conclusie en gevolgen
- het indienen van het administratief beroepschrift (1 punt ad € 624,00);
- het bijwonen van een (telefonische) hoorzitting (0,5 punt ad € 624,00);
- het indienen van het beroepschrift bij de kantonrechter (1 punt ad € 875,00); en
- het verschijnen ter zitting (1 punt ad € 875,00).
Beslissing
- verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
- vernietigt die beslissing, voor zover het de onderhavige zaak betreft;
- veroordeelt de officier van justitie in de proceskosten, begroot op € 905,50;
- bepaalt dat hierop een bedrag van € 300,38 in mindering strekt, indien dat bedrag reeds is uitbetaald door de officier van justitie;
- verklaart zich onbevoegd om te oordelen over de wijze van uitbetaling van de proceskostenvergoeding.
D.W. Veenstra, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 5 december 2024.