ECLI:NL:GHARL:2023:985
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- mr. Wijma
- mr. Eskandari
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake proceskostenvergoeding in administratief beroep tegen beslissing officier van justitie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De zaak betreft een beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam, die op 20 januari 2022 het beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk had verklaard. De gemachtigde van de betrokkene, M.J.M. Bergers, heeft hoger beroep ingesteld en verzocht om een proceskostenvergoeding. De advocaat-generaal heeft geen verweerschrift ingediend.
Het hof heeft vastgesteld dat de kantonrechter de gronden van het beroep niet correct heeft beoordeeld, aangezien deze zich richtten tegen een reeds vernietigde beschikking. Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter vernietigd en de grond van de gemachtigde alsnog beoordeeld. De gemachtigde betoogde dat de officier van justitie ten onrechte een halve punt toekende voor de hoorzitting in administratief beroep, terwijl hij van mening was dat een volledig punt gerechtvaardigd was. Het hof heeft in eerdere jurisprudentie vastgesteld dat een telefonische hoorzitting niet gelijkstaat aan een fysieke hoorzitting, wat van invloed is op de toekenning van proceskosten.
Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat de beroepsgrond van de gemachtigde niet slaagde en heeft het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard. Het verzoek om vergoeding van proceskosten is afgewezen. Deze uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht en de verschillen tussen telefonische en fysieke hoorzittingen.