5.3.In artikel 6:96, tweede lid, van het BW is opgenomen: Als vermogensschade komen mede voor vergoeding in aanmerking:
redelijke kosten ter voorkoming of beperking van schade die als gevolg van de gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid berust, mocht worden verwacht;
redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid;
redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte.
6. Eisers stellen dat het IMG ten onrechte geen vergoeding heeft toegekend voor de gevraagde bijkomende kosten. Er wordt door het IMG geen rekening gehouden met de situatie van eisers, waarin zij eigenaar zijn van een groot aantal panden, welke zij niet zelf bewonen. Het beheer is uitbesteed. Zaken die een eigenaar normaal gesproken zelf zou doen, zoals beoordelen of er schade is aan de woning of de juistheid van het adviesrapport beoordelen, wordt daarom uitgevoerd door de vastgoedbeheerder. Eisers kunnen dit niet zelf doen
.Het is volgens eisers daarom wel redelijk dat zij iemand hebben ingeschakeld en zij wensen de kosten die zij hebben gemaakt voor de vaststelling van de schade door de beheerder vergoed te krijgen. Het IMG past haar beleid ook niet consequent toe, nu eerder wel kosten voor het aanwezig zijn van een makelaar bij de schadeopname zijn vergoed. Daarnaast moet er, zo menen eisers, wel een extra vergoeding aan eisers zelf worden toegekend aan overlastvergoeding nu het zo lang duurt. Dit staat los van de (overlast)vergoeding aan de beheerder.
7. Het IMG stelt zich op het standpunt dat het bedrag voor bijkomende kosten waar eisers om verzocht hebben niet voor vergoeding in aanmerking komt. Dit volgt uit artikel 2.6. van de procedure en werkwijze (oud). Uit de toelichting bij dit artikel blijkt dat kosten die zijn gemaakt voorafgaand aan het indienen van een aanvraag of voorafgaand aan het adviesrapport in principe niet worden vergoed. De kosten die zijn gemaakt om te beoordelen of er schade aanwezig is en de overige kosten die zijn gemaakt voorafgaand aan het adviesrapport komen daarom niet voor vergoeding in aanmerking. Eigenaren hoeven enkel te melden dat er schade is, het IMG zorgt dat een onafhankelijke deskundige de schade komt opnemen. Een eigenaar hoeft geen kosten te maken ter vaststelling van de schade. Voor de kosten gemaakt na de oplevering van het adviesrapport geldt dat deze kosten onder ‘andere begeleidingskosten’ alleen voor vergoeding in aanmerking komen als deze voldoen aan de dubbele redelijkheidstoets. Uit de toelichting bij artikel 2.6. volgt dat getoetst wordt of de kosten in redelijkheid zijn gemaakt en of de kosten (gelet op de omvang) redelijk zijn. Onderdeel van de toets kan zijn of de begeleiding tot een gunstigere uitkomst in de zaak zou kunnen leiden. Nu eisers geen zienswijze hebben ingediend (behalve in 23/2181), komen ook de kosten die zijn gemaakt voor het beoordelen van het adviesrapport en de bespreking van het adviesrapport met eisers niet voor vergoeding in aanmerking. Eisers waren het eens met de adviesrapporten en de kosten voor de beoordeling van de rapporten konden dus niet tot een gunstigere uitkomst in de zaken leiden. Dat er eerder wel een keer kosten voor een ingeschakelde makelaar zijn vergoed is niet juist geweest. Het IMG hoeft gemaakte fouten niet te herhalen. Eventuele extra kosten die zijn ontstaan doordat eisers moesten wachten zijn niet nader onderbouwd en hebben ook geen betrekking op de onderhavige besluiten.
Beoordeling door de rechtbank
8. De rechtbank stelt vast dat niet in geschil is dat het IMG de taken uitvoert met toepassing van de bepalingen uit het BW. Het geschil ziet op de kosten die eisers hebben gemaakt doordat de door hen ingeschakelde beheerder extra werkzaamheden heeft moeten uitvoeren in verband met de aanvragen voor schadevergoeding bij het IMG. De beheerder heeft de schades op locatie beoordeeld, heeft samen met de door het IMG ingeschakelde deskundige de schades opgenomen, heeft het rapport beoordeeld en dit rapport met de eigenaren besproken. De rechtbank zal hierna eerst nader ingaan op het juridisch kader inzake de toetsing van kosten als bedoeld in artikel 6:96, tweede lid, aanhef en onder b van het BW (i). Vervolgens zal – gezien het onderscheid dat het IMG maakt in haar toetsing – ingegaan worden op de kosten die zijn gemaakt voorafgaande aan het adviesrapport (ii) en tenslotte op de overige kosten na oplevering van het adviesrapport (iii).
ad (i): Artikel 6:96, tweede lid, van het BW
9. Op grond van artikel 6:96, tweede lid, aanhef en onder b van het BW kunnen redelijke kosten ter vaststelling van de schade mede als vermogensschade voor vergoeding in aanmerking komen. De vergoeding strekt ertoe dat de benadeelde ook op het punt van die gemaakte kosten komt te verkeren in de vermogenspositie waarin hij zonder de aansprakelijkheidscheppende gebeurtenis zou hebben verkeerd. Dit betekent niet dat de kosten onbeperkt moeten worden vergoed, maar deze zijn onderworpen aan een dubbele redelijkheidstoets. Zowel het maken van de kosten als zodanig als de omvang van de gemaakte kosten moet redelijk zijn.Of en in hoeverre aan deze eisen is voldaan, hangt af van de omstandigheden van het geval. Het IMG volgt de civiele jurisprudentie en verwijst in de bestreden besluiten naar een uitspraak van de Hoge Raadwaarin onder andere is opgenomen:
“Ook de redelijke kosten ter vaststelling van de schade als bedoeld in art. 6:96 lid 2, aanhef en onder b, BW kunnen voor vergoeding in aanmerking komen. Bij de beantwoording van de vraag of de kosten voor vergoeding in aanmerking komen, dient te worden onderzocht of het redelijk was de kosten te maken en of de kosten redelijk zijn.”
Beoordeling vindt plaats naar het moment van het maken van de kosten. Daarnaast is niet van belang of uiteindelijk komt vast te staan dat er daadwerkelijk schade is geleden (zie hierna nader 11.1.).