Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- het verweerschrift op de zelfstandige verzoeken, houdende verzoeken met betrekking tot de verdeling van de vrouw (met bijlagen), ontvangen op 6 november 2023;
- de akte van de man (met bijlagen), ontvangen op 24 mei 2024;
- de brief van de vrouw (met bijlagen), ontvangen op 24 mei 2024.
- de vrouw, bijgestaan door mr. P. Sipma, advocaat, als waarnemer van mr. A.J. Brink;
- de man, bijgestaan door mr. J. Deenen, die zich op 15 mei 2024 als advocaat van de man heeft gesteld.
2.De verdere beoordeling
- primairdat partijen de woning moeten verkopen en leveren aan [X en Y] voor het door hen uitgebrachte bod van € 360.000 en dat partijen alle medewerking daaraan moeten verlenen;
- subsidiairdat partijen alle medewerking moeten verlenen aan (publiekelijke) verkoop en levering van de woning aan (een) andere koper(s),
- dat een bedrag van € 43.650, afkomstig uit de nalatenschap van de vader van de vrouw, ter verrekening aan de vrouw toekomt; en
- dat de waardevermeerdering van de woning aan [adres] , ontstaan door de uit de nalatenschap van de vader van de vrouw betaalde verbouwingskosten van € 30.582,03, aan de vrouw toekomt.
3.De beslissing
- de woning moet worden verkocht en geleverd aan een (of meer) derde(n);
- partijen zullen gezamenlijk opdracht tot verkoop geven aan een makelaar die als volgt wordt bepaald;
- de man moet binnen één week na deze beschikking schriftelijk drie erkende NVM-makelaars aan de vrouw noemen, waarvan de vrouw er binnen één week daarna schriftelijk één uitkiest. Als de man niet binnen de termijn van één week drie makelaars voorstelt, is de vrouw gerechtigd zelf een makelaar te kiezen. Als de vrouw - nadat de man tijdig drie makelaars heeft voorgesteld - niet binnen één week uit de drie voorgestelde makelaars een keuze maakt, is de man gerechtigd om zelf een makelaar te kiezen;
- partijen zullen, uiterlijk binnen 14 dagen na de hiervoor genoemde keuze, gezamenlijk opdracht tot verkoop geven aan de gekozen makelaar;
- als partijen niet uiterlijk binnen deze termijn gezamenlijk een verkoopopdracht hebben gegeven aan de makelaar, is ieder van partijen afzonderlijk bevoegd deze makelaar - mede als vertegenwoordiger van de ander - opdracht tot verkoop te geven;
- partijen zullen in onderling overleg met de makelaar de vraagprijs, die moet zijn gebaseerd op de woningmarkt ter plaatse en de kwaliteit van de woning, bepalen;
- als partijen er niet binnen twee weken na de opdrachtverlening aan de makelaar in slagen om gezamenlijk de vraagprijs te bepalen, zal de makelaar de woning te koop aanbieden tegen een door hem of haar bepaalde marktconforme vraagprijs;
- partijen zullen in overleg met de makelaar de verkoopovereenkomst aangaan met degene die de hoogste prijs biedt indien en voor zover die prijs volgens beide partijen de best mogelijke prijs is. In het geval partijen het niet eens kunnen worden over de vraag of een aanbod de best mogelijke prijs is, dan zal de makelaar dit bindend bepalen;
- als de verkoopprijs bindend is vastgesteld zijn beide partijen verplicht hun medewerking te verlenen aan de verkoop en levering van de woning;
- na verkoop en levering moeten met de verkoopopbrengst de aan de woning verbonden hypothecaire geldlening worden afgelost en de aan de verkoop verbonden kosten worden betaald. Het eventuele restant moeten partijen bij helfte delen onder gelijktijdige verrekening van de hierna onder 3.3, 3.4 en 3.5 genoemde bedragen. Voor zover er een restschuld ontstaat, moeten zij ieder de helft daarvan dragen;