4.6Nu op deze bepalingen geen overgangsrecht van toepassing is, dienen volgens het hof alle uitbetalingen van proceskostenvergoedingen, die worden gedaan vanaf 1 januari 2024, op deze wijze te geschieden. De rechtbank overweegt dat het hof in zijn recente arrest van 17 juni 2024heeft gesteld dat deze bepalingen de rechtstreeks uit de wet voortvloeiende wijze van uitvoering betreffen van een door de officier van justitie, de kantonrechter of het hof gegeven beslissing, houdende de toekenning van een proceskostenvergoeding. Gelet op vorenstaande heeft het hof geoordeeld dat de officier van justitie, de kantonrechter of het hof niet bevoegd is omtrent deze feitelijke uitvoering van zijn beslissingen een oordeel te geven en dat men zich bij geschillen omtrent de wijze van uitbetaling van de proceskostenvergoeding dient te wenden tot de burgerlijke rechter. De rechtbank volgt dit oordeel van het hof en zal zich derhalve onbevoegd verklaren om over dit verweer van gemachtigde te oordelen.
verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
vernietigt die beslissing;
verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking gegrond;
vernietigt die inleidende beschikking;
bepaalt dat betrokkene het teveel betaalde aan zekerheidstelling terugkrijgt;
veroordeelt de officier van justitie in de kosten van de procedure, aan de zijde van de betrokkene vastgesteld op € 749,50;
verklaart zich onbevoegd om te beslissen over de wijze van uitbetalen van de proceskosten.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.E.A. Jonkers-Vellinga, voorzitter, en mr. F. Sijens en mr. P.G. Wijtsma, leden, in aanwezigheid van R. de Hoop, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 15 augustus 2024.
Rechtsmiddel
Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op