In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eiser en eiseres tegen het verlenen van een omgevingsvergunning aan derde-partij voor het omschakelen van de bedrijfsvoering van melkkoeien naar melkgeiten. De rechtbank constateert dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân de vergunning heeft verleend zonder een milieueffectrapport op te stellen, ondanks bezwaren van eiser en eiseres over de gezondheidsrisico's voor omwonenden. De rechtbank oordeelt dat het voorbereidingsbesluit van 3 juni 2021 niet in de weg staat aan de vergunningverlening, omdat de aanvraag voldeed aan de voorwaarden van het bestemmingsplan ten tijde van de aanvraag. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand, omdat de onzorgvuldigheid met betrekking tot de geurbelasting niet leidt tot onaanvaardbare gevolgen voor het milieu. De rechtbank concludeert dat de gezondheidseffecten onvoldoende aannemelijk zijn gemaakt en dat de vergunning niet geweigerd hoeft te worden op basis van artikel 8 van het EVRM. Eiser en eiseres krijgen een vergoeding van hun proceskosten en het griffierecht.