Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[eisende partij sub 1] te [plaats 1] , gemeente Deurne
[eisende partij sub 2]te [plaats 2] , gemeente Boxmeer
[eisende partij sub 3]te [plaats 3] , gemeente Landerd
[eisende partij sub 4]te [plaats 4] , gemeente Bergeijk
[eisende partij sub 5]te [plaats 4] , gemeente Bergeijk
[eisende partij sub 6]te [plaats 5] , gemeente Veghel
[eisende partij sub 7]te [plaats 6] , gemeente Bronckhorst
[eisende partij sub 8]te [plaats 7] , gemeente Horst aan de Maas
[eisende partij sub 9]te [plaats 8] , gemeente Zundert
[eisende partij sub 10]te [plaats 9]
[eisende partij sub 11]te [plaats 9]
[eisende partij sub 12]te [plaats 10] , gemeente Rucphen
[eisende partij sub 13]te [plaats 11] , gemeente Reusel de Mierden
[eisende partij sub 14]te [plaats 12]
[eisende partij sub 15]te [plaats 13] , gemeente Horst aan de Maas
[eisende partij sub 16] te [plaats 14] teBoxmeer
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 juni 2020 met producties 1 tot en met 16;
- de conclusie van antwoord van 30 september 2020 met producties 1 en 2;
2.De feiten
Cumulatie van geur
3.Het geschil
4.De beoordeling
offensive smells) - die een directe en serieuze impact hebben op de kwaliteit van leven, kan volgens de rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) bescherming worden ontleend aan artikel 8 EVRM. Daarvoor is niet vereist dat de gezondheid van de betrokken persoon wordt bedreigd; anders dan de Staat betoogt, is een
real and immediate riskin dit verband niet vereist. Of sprake is van een directe en serieuze impact hangt af van de omstandigheden van het geval, waaronder de intensiteit en de duur van de overlast en de fysieke en mentale effecten daarvan op het individu. Het risico op overlast door toekomstige bedrijfsactiviteit valt niet onder het beschermingsbereik van artikel 8 EVRM; het moet gaan om overlast die zich thans manifesteert of zich heeft gemanifesteerd.
reasonable and appropriate measures) te nemen ter bescherming van individuen tegen milieuoverlast die het welzijn van personen kan aantasten (“
may affect individuals well-being and prevent them from enjoying their homes in such a way as to affect their private and family life adversely”). De Staat heeft in dat verband de verplichting deze individuen te betrekken in het proces dat tot deze maatregelen leidt en de Staat dient een evenredigheidsbeoordeling te maken van de tegenstrijdige belangen. De Staat dient daarbij een zogenoemde
fair balancetot stand te brengen tussen de belangen van het individu enerzijds en de belangen van andere betrokkenen en de maatschappij als geheel anderzijds. Daarbij hebben milieubelangen overigens geen speciale status. Een staat heeft vrijheid bij de keuze van de te nemen maatregelen (“
a wide margin of appreciation”), zij het dat deze redelijk en geschikt moeten zijn. Welke maatregelen in het gegeven geval passend zijn, hangt blijkens de rechtspraak van het EHRM af van de omstandigheden van dat geval.
margin of appreciationte respecteren; de staten hebben een bepaalde vrijheid van keuze in de manier waarop zij milieuoverlast aanpakken en “
are not required to implement any specific measure requested by individuals”.
are not required to implement any specific measure requested by individuals”.
fair balance-test in beginsel niet doorstaat.
onvoldoendeis bij een voorgrondbelasting van 14 tot 31,2 ou/m³ en
ruim onvoldoendebij een voorgrondbelasting van 31,2 ou/m³.
fair balance.
fair balancetussen economische belangen en de gezondheidsbelangen van het individu. De Staat heeft ook geen omstandigheden naar voren gebracht die op dit punt tot een ander oordeel zouden kunnen leiden. In die gevallen is sprake van strijd met artikel 8 EVRM waarbij de onrechtmatigheid van de Staat erin gelegen is dat hij de vergunningverstrekkende lagere overheden door te ruime wettelijke normen in de positie heeft geplaatst waarin zij ten koste van die eisers vergunningen mogen of moeten verstrekken die een te zware wissel trekken op de gezondheid van die individuen. De kern van deze zaak is dat door de in 2006/2007 geïntroduceerde wetgeving de balans tussen de belangen van deze bewoners en de belangen van de intensieve veehouderij zoek is geraakt.
fair balancetussen de belangen van de bewoners en het belang van economische activiteit. De intensiteit van die activiteit verschilt per gebied en de Staat heeft binnen redelijke marges de vrijheid om de normen per soort gebied vast te stellen.