Uitspraak
RECHTBANK Noord-Nederland
1.de besloten vennootschapSCANIA PRODUCTION ZWOLLE B.V.,
2. de rechtspersoon naar buitenlands recht
[X] HIJS- EN HEFTECHNIEK JOURE B.V.,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de conclusie van repliek, met producties;
- de conclusie van dupliek;
- de akte vermeerdering van eis, met producties.
2.Wie zijn betrokken bij deze zaak?
3.Wat is er gebeurd?
“1. De kettingtakel is in 2016 nieuw geleverd aan Scania.2. Op 5 februari is de takel uitgewisseld met een bestaande takel. Hierbij zijn er geen aanpassingen uitgevoerd aan de bestaande voedingskabel en bijbehorende beveiligingen.3. Het motorvermogen van beide takels zijn nagenoeg identiek.4. Bij één van de aders van de voedingskabel is de isolatie beschadigd.(…)13. Na de werkzaamheden is er een standaard [X] opleverlijst ingevuld.14. Bij de oplevering is er alleen een visuele controle uitgevoerd en zijn er geen metingen uitgevoerd aan de elektrische installatie (volgens 60204-1 tabel 9; C1).
4.Wat wordt er gevorderd en op grond waarvan?
[X] (de rechtbank begrijpt: [X] Joure) en Scania wat betreft de letselschade van [A] hoofdelijk jegens [A] aansprakelijk zijn, aldus hoofdelijk verbonden schuldenaren zijn in de zin van artikel 6:10 BW, en dus elk van hen jegens [A] gehouden is tot vergoeding van diens schade;
in hun op artikel 6:10 BW gebaseerde onderlinge verhouding [X] (de rechtbank begrijpt: [X] Joure) op de voet van artikel 6:101 BW gehouden is 100% van de aan [A] toekomende schadevergoeding te dragen, en Scania 0%, of – subsidiair – tot een door de rechtbank te bepalen deel;
5.De beoordeling door de rechtbank
Op 18 februari 2016 kreeg ik een melding van een bhv’er van Scania Zwolle B.V. dat er een ongeval (elektrocutie) was gebeurd met een takel. Deze takel was, na reparatie door de technische dienst van Scania, weer in gebruik genomen.” Daaruit volgt dat de takel nog
gerepareerdis
door de technische dienst van Scania,aldus [X] Joure. Daarnaast heeft [X] Joure er in haar conclusie van dupliek al op gewezen dat Scania beschikt over een uitgebreide administratie; een ‘logboek’ in het systeem ‘Maximo’. Daarin worden alle werkzaamheden bijgehouden die aan haar installaties zijn uitgevoerd. [X] Joure wijst erop dat Scania c.s. hierover in deze procedure geen inlichtingen heeft gegeven. [X] Joure heeft Scania c.s. hier meerdere malen om gevraagd, maar heeft deze onderbouwing niet gekregen. [X] Joure wijst er ook op dat de hoofdelektricien van Scania, Alewijnse, volgens het door Scania c.s. overgelegde ‘incidentenformulier’ na het ongeluk onderzoek heeft gedaan naar de takel maar dat de bevindingen van Alewijnse niet in het dossier zitten. Ten slotte is het volgens [X] Joure onmogelijk dat na het beklemd raken van de kabel nog dertien dagen zonder problemen met de kettingtakel zou kunnen zijn gewerkt. [X] Joure wijst erop dat de takel in het productieproces van Scania voortdurend wordt aangeraakt terwijl hij ingeschakeld is en dat de kabel door twee ploegen, 16 uur per dag wordt gebruikt voor de productie van enkele tientallen vrachtwagens. Als de montagefout op 5 februari 2016 was gemaakt, had dat dus meteen al tot een ongeluk moeten leiden, betoogt [X] Joure.
Verder ontbreekt er informatie van Scania over wat Alewijnse heeft geconcludeerd tijdens het onderzoek dat hij aan de kabel heeft verricht direct na het ongeval. Deze informatie is wel van belang, omdat de heer [C] , die in opdracht van Scania c.s. onderzoek heeft gedaan en heeft gerapporteerd, tijdens de mondelinge behandeling heeft verklaard dat het veruit het meest aannemelijk is dat bij de beknelling van een ader de draad onmiddellijk is beschadigd en dat het kastje dus meteen na de montagefout onder spanning is komen staan en niet pas dertien dagen daarna. Bij de mondelinge behandeling was (behalve haar advocaat) niemand van Scania aanwezig, zodat moet worden aangenomen dat de uitleg van de medewerkers van [X] over de praktijk bij Scania en het veelvuldige dagelijkse gebruik van de takel juist is. Scania c.s. heeft daarnaast niet voldoende gemotiveerd betwist dat door de manier waarop er met de takel werd gewerkt, er direct een ongeluk zou moeten zijn gebeurd, zoals [X] Joure heeft aangevoerd. Het had op de weg van Scania c.s. gelegen om te onderbouwen dat de isolatie van de kabel pas nadat er al dagen mee was gewerkt (geleidelijk) bloot kan zijn komen te liggen zodat het ongeluk pas lang na het bekneld raken van de kabel kan zijn gebeurd. Dat heeft Scania c.s. onvoldoende gedaan. Ook heeft zij geen verklaring overgelegd van de werknemer van Scania die is geëlektriseerd. Het blijft daarom onduidelijk wat er op de betreffende dag precies is gebeurd en wie het ongeluk heeft veroorzaakt. Het lag op de weg van Scania c.s. om ook hierover duidelijkheid te verschaffen.
nieuwe elektrische installaties evenals wijzigingen en uitbreidingen van bestaande installaties moeten worden geïnspecteerd voordat deze in bedrijf worden genomen.” [6] “
De inspectie moet inhouden: visuele inspectie volgens 5.101.6.1 en 5.102.10 en – meting en/of beproeving volgens 5.101.6.2 en 5.102.11.” [7] In 5.101.6.2 staat dat bij inspectie door meting en beproeving wordt nagegaan of wordt voldaan aan de eisen met betrekking tot onder andere de goede werking van aardlekbeveiligingen. Scania voert aan dat NEN3140 een brede reikwijdte heeft en geldt voor alle werkzaamheden aan, of zelfs nabij, elektrische installaties en elektrische arbeidsmiddelen. [C] concludeert dat de monteur van [X] verplicht was om een veiligheidsinspectie aan de installatie uit te voeren maar dit heeft nagelaten.
Op basis van de geciteerde bepalingen had [X] volgens Scania c.s. na het monteren van de nieuwe kettingtakel een visuele controle en een impedantiemeting moeten verrichten. Een impedantiemeting houdt in dat met een elektrisch apparaat de weerstand van een stroomdraad wordt gemeten. Wanneer de aardlekbeveiliging niet werkt, blijkt dat uit die meting, aldus Scania c.s. Volgens haar had deze meting kunnen worden gedaan ter plaatse van het groene besturingskastje waarin de monteur van [X] de stroomdraad van de kettingtakel heeft aangesloten en was het eenvoudig om deze meting te doen. Daarom is het ongeval mede het gevolg van het nalaten van deze verplichte controle, stelt Scania c.s.
Nen-norm op te volgen die op de veroorzaker van de schade was gericht, moet dus eerst beoordeeld worden of daarmee een wettelijke plicht wordt geschonden of niet. Er zijn bepaalde Nen-normen die op grond van de wet moeten worden nageleefd en andere Nen-normen waarvoor dat niet geldt. De rechtbank overweegt dat de normen uit NEN3140 niet dwingendrechtelijk zijn voorgeschreven.
best practices’. Voor een verdere inkleuring van de ongeschreven zorgvuldigheidsnorm kan ook meewegen wat in de branche gebruikelijk is. [X] Joure heeft tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat het verrichten van een impedantiemeting na werkzaamheden zoals die in deze zaak aan de orde zijn, in de branche zeer ongebruikelijk is. [X] Joure doet dit naar eigen zeggen inmiddels (sinds het ongeval) zelf wel, maar is hierin uniek en heeft daarvoor een behoorlijke investering moeten doen. Dit is door Scania c.s. niet weersproken, zodat de rechtbank hiervan uitgaat.