In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 23 juni 2023, wordt het beroep van eiser tegen de gedeeltelijke afwijzing van zijn aanvraag om schadevergoeding ten gevolge van mijnbouwactiviteiten beoordeeld. Eiser, woonachtig in Zevenhuizen, had een aanvraag ingediend voor schadevergoeding die verweerder gedeeltelijk had goedgekeurd, maar bij een later besluit was de aanvraag deels afgewezen. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 15 maart 2023, waarbij zowel eiser als deskundigen van beide partijen aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat verweerder voldoende heeft aangetoond dat de schade niet het gevolg is van bodembeweging door mijnbouwactiviteiten, maar door andere autonome oorzaken zoals thermische werking en verschilzetting. De rechtbank verwijst naar de deskundigenrapporten en de argumenten van beide partijen. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd om te twijfelen aan de conclusies van de deskundigen. De rechtbank oordeelt dat de invloed van trillingen op de schade niet kan worden uitgesloten, maar dat de opgetreden trillingssnelheid binnen veilige grenzen bleef, waardoor de schade niet door deze trillingen is verergerd.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen recht heeft op terugbetaling van griffierechten of vergoeding van proceskosten. Deze uitspraak benadrukt het belang van deskundigenrapporten en de noodzaak voor eiser om concrete aanknopingspunten te bieden voor twijfel aan de deskundige oordelen.