Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 26 januari 2022 in de zaak tussen
[eiseres] , te [plaats] , eiseres,
Instituut Mijnbouwschade Groningen, verweerder
Procesverloop
Feiten en omstandigheden
30 augustus 2021.
‘risicolocatie indirecte effecten bodemdaling’.Die locaties zijn vermeld in het rapport van Deltares van 30 augustus 2021.
Voornamelijk zandige ondergrond: 32 cm
Voornamelijk kleiachtige ondergrond: 20 cm
Voornamelijk veenachtige ondergrond: 13 cm
Als toelaatbare grondwaterstandverhoging wordt door de Commissie voor Bodemdaling een waarde van 15 cm opgegeven voor de grondwaterstand. (…) Door de Advies Commissie Schade Grondwater worden lagere waarden en dus strengere criteria gehanteerd voor oppervlaktepeilen – namelijk 0,05 m. In deze studie is op deze strenge criteria aangesloten voor de grondwaterstanden. Ten behoeve van dit onderzoek is als falsificatie-criterium een grondwaterstandwijziging gedurende langere tijd van ten hoogste 5 cm.”
In het herzien adviesrapport van 14 augustus 2020 zijn acht schades opgenomen. Bij het primaire besluit is geconcludeerd dat er geen causaal verband is met betrekking tot schades 1, 5 en 6, dat schades 2, 3, 4 en 7 eerder zijn behandeld en dat de reeds uitgevoerde werkzaamheden aan het dak niet voor vergoeding in aanmerking kunnen komen. Daarbij is er op gewezen dat er, desgevraagd, geen bewijsstukken zijn overgelegd die zien op het gestelde herstel van schades 2, 3, 4 en 7.